logo
wvhj2023
hero-image
17 november 2021

Provinciaal adviseurs Groene Hart presenteren rapport ‘Meer dan zon en wind alleen’

Noël van Dooren van de Provinciaal Adviseurs Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) van Zuid-Holland heeft het advies ‘Meer dan zon en wind alleen’ gepresenteerd over wind- en zonne-energie in het Groene Hart.

Het advies is door Van Dooren opgesteld in samenwerking Paul Roncken (Provincie Utrecht) en Steven Slabbers (Provincie Noord-Holland). Het Groene Hart ligt in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht en valt in maar liefst 7 regio’s die een Regionale Energiestrategie maken (RES). Het Bestuurlijk Platform Groene Hart heeft de 3 Provinciaal Adviseurs Ruimtelijke Kwaliteit (PARK’s)) gevraagd een reflectie te geven op de 7 RES’en.

Fricties
De belangrijkste onderzoeksvraag is welke landschappelijke/ruimtelijke beelden het RES-aanbod genereert op het schaalniveau van het Groene Hart en hoe dit zich verhoudt tot de kwaliteiten van dat Groene Hart. Ook is gevraagd mogelijke fricties op te sporen en aan te geven waar kansen liggen om de verschillende RES-voorstellen zo op elkaar af te stemmen dat zij elkaar versterken en de ruimtelijke kwaliteiten van het Groene Hart respecteren of verbeteren.

Windturbines en zonnepanelen
De PARK’s constateren dat met name de samenhang op de schaal van het Groene Hart als geheel onderbelicht blijft. ‘Ook is nog niet duidelijk hoe bij de uitwerking naar concrete locaties ruimtelijke kwaliteit een rol gaat spelen, en hoe de kwaliteiten van het Groene Hart recht wordt gedaan. Het gaat dan om hoe energieopwek in het landschap kan worden ingepast, met aandacht voor grondgebruik, natuur, leefomgeving en cultuurhistorie. Waar kunnen het beste windturbines en zonnepanelen komen en hoe kan duurzame energieopwekking bijdragen aan de gebiedsontwikkeling? De opzet van het huidige RES-proces maakt het logisch dat dergelijke vragen tot nog toe niet uitgebreid aan de orde waren. Ons advies is bedoeld om richting te geven bij het beantwoorden van die vragen in de vervolgstappen.’

5 hoofdpunten
Het advies bevat de volgende 5 hoofdpunten:

  1. Kijk over grenzen; zie het Groene Hart als geheel: de energietransitie vraagt aan de ene kant om een benadering van onderop die zorgt voor draagvlak en mede-eigenaarschap. Aan de andere kant is visie en kader nodig op een groter schaalniveau, zodat efficiënte, weldoordachte en landschapsinclusieve oplossingen tot stand komen. De PARK’s pleiten voor een aantal gezamenlijke keuzen op bovenregionaal niveau.
  2. Respecteer de verscheidenheid; investeer in ruimtelijke kwaliteit: bij het ontwerp van windopstellingen en opstellingen voor zonne-energie moeten, van locatie tot detaillering, de verscheidenheid en de kenmerken van het Groene Hartlandschap betrokken worden. ‘Wanneer de opgave benaderd wordt met respect voor cultuurhistorie en biodiversiteit, en wanneer van deze opgave verlangd wordt dat die bijdraagt aan omgevingskwaliteit, is er zeker plek voor zon en wind in het Groene Hart’, aldus de PARK’s.
  3. Verbindt de energie-opgave aan de andere grote opgaven en kom zo tot integrale gebiedsperspectieven: in en om het Groene Hart spelen naast de energieopgave nog andere grote opgaven in de komende 10 jaar. Die vragen net als de RES enorme aanpassingen: de woningbouwopgave, het herstel van biodiversiteit, de transitie van de landbouw samen met de reductie van stikstofdepositie en het tegengaan van bodemdaling. ‘Zorg dat vanaf nu de energie-opgave niet meer geïsoleerd, maar in samenhang met die andere opgaven wordt aangepakt’, stellen de PARK’s. ‘Voorkom daarmee dat opgaves elkaar in de weg zitten en werk aan integrale gebiedsperspectieven.’
  4. Een goed georganiseerd energienetwerk helpt heldere ruimtelijke ontwikkeling - en omgekeerd: de technische infrastructuur om energie aan en af te voeren is een cruciale voorwaarde voor een duurzame-energievoorziening. Er is volgens de PARK’s sprake van een complexe wederkerigheid: ‘Het netwerk trekt grote opweklocaties aan en omgekeerd, grote opweklocaties kunnen het netwerk naar zich toe trekken. Met het hoofdnetwerk is een ruim aanbod aan stroom beschikbaar voor vragende partijen. Daarom is het hoofdnetwerk ook sturend voor ruimtelijke ontwikkelingen, en dat maakt de ontwikkeling van de energie-infrastructuur tot een machtig instrument om gebieden meewind te geven of juist meer in de luwte te houden. Een goed geordend landschap heeft dus baat bij een helder opgezet netwerk, aansluitend bij de hoofdlijnen van ruimtelijke ontwikkeling.
  5. Op naar het vervolg: gebruik de keuzeruimte in zoekgebieden! De RES’en presenteren vooral zoekgebieden, en geen concrete locaties. Hoewel de regio’s op verschillende manieren zoekgebieden, scenario’s of denklijnen presenteren, is er volgens de PARK’s dus nog ruimte voor verschillende keuzes. Het werken met zoekgebieden maakt dat nu nog weinig concreet is wat de regionale energiestrategieën voor het landschap gaan betekenen. De inwoners van de RES-regio’s hebben daardoor nog maar weinig zicht op de ruimtelijke impact van deze opgave, op het effect op het landschap. De PARK’s adviseren met spoed voorbeelden uit te werken.
Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten