Voor de monitor ondervroeg onderzoeksbureau Motivaction 2.452 Nederlanders. Het draagvlak voor nieuwe duurzame energie-installaties in de directe woonomgeving is volgens de onderzoekers ten opzichte van 2019 afgenomen. Voor zonneparken met 10 procent, voor windparken daalde het draagvlak van 30 naar 23 procent.
Voorwaarden
9 op de 10 Nederlanders – 89 procent – geven echter aan dat zij het onder bepaalde voorwaarden wel acceptabel zouden vinden als wind- en/of zonneparken geplaatst worden in hun omgeving.
Het belangrijkste is dat nieuwe installaties geen gezondheidsschade (53 procent) en geen hinder (48 procent) opleveren. Ook helpt het voor de acceptatie als installaties bijdragen aan meer duurzame energie (32 procent), geen daling in de woningwaarde geven (31 procent) en bewoners mede kunnen bepalen waar de installaties komen (24 procent).
Zelf betrokken
Driekwart van de Nederlanders wil zelf (misschien) betrokken worden bij keuzen rondom nieuwe energie-installaties. De participatiebehoefte is groter als het de eigen omgeving betreft in plaats van landelijk beleid. Ook is er op lokaal niveau meer behoefte aan (inter)actieve wijzen van burgerparticipatie: bewoners vinden het dan minder vaak voldoende om alleen geïnformeerd te worden en willen vaker ook een mening geven, meedenken en vooral meebeslissen. De belangrijkste voorwaarden die men aan participatie verbindt zijn dat het de eigen leefomgeving raakt en vooraf duidelijk is wat voor invloed men heeft.
Huidige hinder
76 van de ondervraagde Nederlanders geven aan hinder te ondervinden van zonnepanelen. Vanwege dit lage aantal zijn de redenen die zij aangeven volgens Motivaction niet representatief voor de mening van alle Nederlanders.
In 31 procent van de gevallen geven de 76 personen aan dat het om hinderlijke lichtreflectie gaat, 26 procent rept over het lelijke uitzicht, 11 procent spreekt over (angst voor) gezondheidsschade en 9 procent maakt zich zorgen over waardedaling van hun woning.