logo
wvhj2023
© KiesZon
© KiesZon
1 april 2021

Nieuwe potentieelstudie voor zonnepanelen opgeleverd: ‘Genoeg plek op daken, grond en water’

Nederland heeft meer dan genoeg plek voor zonnepanelen. Hoe ze verdeeld worden over daken, weilanden, water of infrastructuur is een maatschappelijke en politieke keuze. Dat blijkt uit een nieuwe potentieelstudie.

In gesprek met de redactie van Solar Magazine meldde Robin Quax – programmamanager Hernieuwbare Elektriciteit bij TKI Urban Energy – afgelopen december al dat het ruimtelijk potentieel voor zonnestroom in Nederland veel groter is dan tot op heden werd aangenomen. Daarmee onthulde Quax een belangrijke conclusie van de nieuwe potentieelstudie van TKI Urban Energy en Generation.Energy. ‘Het wellicht verrassende antwoord is dat er zelfs meer dan genoeg ruimte is als je de huidige zonnestroomambities van Nederland wilt realiseren’, aldus Quax destijds.                     

Verschillende toekomstscenario’s
TKI Urban Energy en Generation.Energy hebben de potentieelstudie nu opgeleverd. Met de studie is uitgezocht welke ruimte nodig is; uitgaande van verschillende toekomstscenario’s. De uitkomst is: er is genoeg plek. Met het onderzoek liggen de feiten op tafel voor maatschappelijke discussies en beleidskeuzen aangaande zonne-energie. 

Een van de, in het onderzoek uitgewerkte, varianten kiest voor 80 procent zon op daken. Een scenario dat alleen realistisch is als daar stimulerend beleid op gemaakt wordt en innovatie doorgaat. Want hoe lichter de zonnepanelen, hoe meer daken geschikt zijn. En als de kosten van zonnestroom dalen, worden ook plekken met minder zon – zoals daken op het noorden – aantrekkelijker.

2 varianten
De potentieelstudie bevat naast een gefundeerde schatting van het ruimtelijk zonnestroompotentieel ook rekenvoorbeelden over welke ruimte hiervan benut zou moeten worden om 70 tot 200 terawattuur zonnestroom te produceren in 2050. Voor deze ambities zijn in het rapport 2 varianten opgesteld; een variant waarbij de focus op daken ligt en een variant waarbij de opwek meer gebalanceerd over alle mogelijke ruimtelijke categorieën wordt verdeeld.

De studie kijkt naar 4 categorieën: gebouwen, infrastructuur, landschap en water. Voor elk van deze categorieën is nauwkeurig uitgezocht hoeveel ruimte hiervoor in Nederland beschikbaar is en – door gebruik te maken van realistische modelsystemen – is bepaald hoeveel energie per oppervlakte-eenheid er opgewekt kan worden. Deze studie is de eerste die dit voor heel Nederland heeft uitgerekend.

Dakpotentieel niet voldoende gebruikt
Uit de studie blijkt dat zon-op-dak veel meer potentieel heeft dan nu wordt benut. Dat begint volgens de schrijvers bij het volleggen van geschikte daken. Omdat zoveel mogelijk terugleveren financieel niet wordt gestimuleerd, leggen huiseigenaren precies genoeg zonnepanelen op hun dak voor hun eigen gebruik. Daardoor worden grote delen van daken niet gebruikt en wordt in 2050 maar de helft van de beschikbare woningdaken benut; circa 35 terawattuur per jaar, terwijl het potentieel 72 terawattuur per jaar is.

Of projecten daadwerkelijk gerealiseerd worden, is afhankelijk van meer dan alleen het ruimtelijk potentieel. Naast het ruimtelijk potentieel is ook de snelheid waarmee projecten gerealiseerd kunnen worden belangrijk om de klimaatdoelen te halen. Die snelheid wordt bepaald door een scala aan factoren, zoals technische en financiële haalbaarheid, eigendomsconstructies, eisen aan mederuimtegebruik en meer.

De 2 onderstaande tabellen geven inzicht in de verdeling per categorie – gebouwen, infrastructuur, landschap en water – in de verschillende doorgerekende varianten.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten