CE Delft: Klimaatdoelen race tegen de klok, lange doorlooptijden elektrificatie en groene waterstof

Het onderzoek ‘Doorlooptijden investeringen elektrificatie’ in het kort

In het onderzoek ‘Doorlooptijden investeringen elektrificatie | Inzicht in de tijdlijn van het klimaatakkoord’ van CE Delft zijn 4 elektrificatieopties onderzocht: elektrische boilers in de industrie; grootschalige industriële warmtepompen; grootschalige waterstofproductie uit elektrolyse; en een warmtenet met centrale warmtepomp en aquathermie.

De analyse van de doorlooptijd van de 4 elektrificatieopties laat zien dat elektrificatie een doorlooptijd heeft van meerdere jaren. Warmtepompen en elektrische boilers kunnen als techniek het snelst gerealiseerd worden. Als netverzwaring niet nodig is, in respectievelijk gemiddeld 4,5 en 5 jaar. Elektrolysers en een aquathermiewarmtenet kunnen in gemiddeld 6 en 7,5 jaar gerealiseerd worden. De bandbreedtes van enkele jaren laten zien dat er een risico is dat er enkele jaren eerder gestart moet worden, óf als alles meezit iets later.

Netverzwaring
Het verschilt sterk per locatie en techniek of netverzwaring nodig is en hoe lang dat dan duurt, ook kunnen op sommige locaties al netverzwaringstrajecten zijn gestart. Elektrificatietrajecten kennen volgens de onderzoekers een grote onzekerheid als keuzen bij de netbeheerder al gemaakt dienen te worden. Hiermee ontstaat een paradox waarin de tijdlijnen niet overeenkomen, de netbeheerder niet vooraf kan starten met verzwaren omdat elektrificatie onzeker is en elektrificatie onzeker blijft voor industriële partijen als de infrastructuur nog niet toereikend is. Elektrificatietrajecten moeten daarom volgens onderzoekers nu, maar uiterlijk binnen de komende 0,5 tot 2,5 jaar starten om operationeel te zijn in 2030.

SDE++
De genoemde technieken komen allemaal in aanmerking voor de subsidieregeling SDE++. In de tijdlijnen is CE Delft ervan uitgegaan dat die subsidie wordt toegekend bij de eerste aanvraag. Dat is echter nog onzeker, omdat de SDE++-subsidie wordt toegekend op basis van de subsidie-intensiteit, waarbij de aanvragen met de laagste kosten als eerste in aanmerking komen.

Het niet toekennen van SDE++-subsidie bij de eerste aanvraag, kan tot extra vertraging zorgen van minstens 1 jaar. De realisatie van extra duurzame elektriciteitsproductie is in het onderzoek van CE Delft niet expliciet meegenomen. De elektrificatieopties zijn echter wel afhankelijk van de ontwikkeling in het aanbod van duurzame elektriciteit. Alleen als er voldoende duurzame elektriciteit beschikbaar is, kunnen de elektrificatieopties voldoende bijdragen aan de gewenste CO2-emissiereductie.