Vernieuwde erkenningsregeling installateurs zonnepanelen: ‘Dit is winst in alle opzichten’

Met de fusie van Sterkin en KvINL ontstond begin 2019 één organisatie voor kwaliteitsregelingen in de installatiebranche. Daarmee is het logisch dat de 2 afzonderlijke erkenningsregelingen voor installateurs van zonnestroomsystemen werden samengevoegd tot 1 nieuwe. Die is vanaf 1 januari 2021 van kracht. Een van de grote voordelen daarbij is dat er helderheid naar de markt wordt geschapen.

Incidenten
‘Het is meer dan dat’, stelt Van Ophem, directeur van InstallQ. ‘Die eenduidigheid voor installatiebedrijven en opdrachtgevers schept meer dan alleen duidelijkheid. Er was ook behoefte aan actualisering. InstallQ sluit aan op de Wet Kwaliteitsborging. En er zijn nieuwe regels in de bouw, onder andere ten aanzien van de NEN1010, de norm voor laagspanningsinstallaties. En iedereen kent de recente voorbeelden van incidenten met pv-installaties die in brand vlogen. Daar moeten wij iets mee als branche; in de opleidingen, examinering en kwaliteit van het werk. De nieuwe InstallQ-erkenningsregeling voor pv-installateurs doet daar recht aan.’

Checklist
De kern van de erkenningsregeling van InstallQ is volgens Van Ophem dat daarmee kwaliteitsborging aan de voorkant van het proces wordt gelegd. ‘We stellen installatiebedrijven in staat de noodzakelijke kwaliteitsslag te maken. We reiken onder andere meetmethodieken en andere instrumenten aan voor een goed ontwerp en optimale uitvoering. Met behulp van een checklist kunnen ze daarnaast zelf controles uitvoeren. Die checklist is een-op-een gelijk aan die van Scope12; de nieuwe inspectienorm van SCIOS die op initiatief van het Verbond van Verzekeraars, Holland Solar, iKeur en Techniek Nederland tot stand kwam. Zo zitten we allemaal op één lijn.

Misverstand
De vraag is wat de nieuwe erkenningsregeling van InstallQ gaat brengen voor de installatiebedrijven met de verouderde papieren op zak. Moeten leden opnieuw investeren in tijd en geld om de nieuwe erkenning te bemachtigen? Hoe zwaar worden de studies en examens? Van Ophem wil hen geruststellen: ‘Er is geen reden voor zorgen. Naar mijn mening is de overstap naar de vernieuwde regeling goed te doen. Ik wil allereerst voor eens en voor altijd een hardnekkig misverstand wegnemen dat her en der leeft. De vakmensen die het dak opgaan, hoeven niet opnieuw naar school. De erkenning wordt afgegeven op bedrijfsniveau; aan de verantwoordelijken voor het werk. Die hebben vaak al veel kennis en ervaring in het ontwerpen en installeren van pv-systemen. Ze hebben dus al een stevige basis om zich, als dat nodig is, nieuwe stof eigen te maken. Er is bovendien een overgangsperiode van een jaar.

Grotere systemen
‘We maken onderscheid tussen bedrijven die erkend willen worden voor kleine installaties - die tot en met de 3 keer 25 ampère – en voor grotere systemen’, vervolgt Van Ophem. ‘Die laatste categorie heeft ook een elektrotechnische erkenning nodig. Installateurs die door Sterkin erkend waren, grofweg de helft van onze achterban van 300 bedrijven, hebben die sowieso al. Voor bedrijven die het kwaliteitskeur van KvINL hadden, ligt het anders. Voor degenen onder hen die niet over een elektrotechnische erkenning beschikken maar wel de stap naar die grote installaties willen maken, is er werk aan de winkel om die binnen te halen. Daar staat tegenover dat veiligheid, kwaliteit en kennis beter zijn geborgd. En dat is winst in alle opzichten.’