logo
wvhj2023
hero-image
21 september 2020

CE Delft ontwikkelt methode om private en maatschappelijke kosten zonnepanelen te vergelijken

CE Delft heeft in opdracht van de Topsector Energie een methode ontwikkeld om de private en maatschappelijke kosten van zonnepanelen te vergelijken. Die toont nieuwe perspectieven op grootschalige uitrol van zon-pv.

Bij de aanschaf van een zonnestroomsysteem wordt vooral gekeken naar de private kosten en baten ervan. Wat is de benodigde investering en wat levert deze investering op. Maatschappelijke implicaties vallen vaak buiten de businesscase van zonnestroom. Met de exponentiële groei van zonne-energie spelen deze andere aspecten volgens de opdrachtgevers TKI Urban Energy (red. onderdeel van de Topsector Energie) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) echter steeds vaker een rol en dat was aanleiding voor het onderzoek. Bij de andere aspecten gaat het bijvoorbeeld om de effecten van een zonnepark op de ecologie of de landschapsbeleving, strenger wordende veiligheidseisen of voorwaarden die worden gesteld aan inpassing in het elektriciteitsnet.

Eenduidig bepalen
Om het effect van deze aspecten op de kosten en baten van een zonnestroomsysteem eenduidig te kunnen bepalen, heeft onderzoeksbureau CE Delft een nieuwe methode ontwikkeld waarmee een meer integrale afweging gemaakt kan worden. Deze aanpak maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de financiële en de maatschappelijke businesscase van verschillende toepassingsvormen van zonnestroom met elkaar te vergelijken. Met de ontwikkelde methode kan bijvoorbeeld een systeem op een dak worden vergeleken met een systeem op land, of een intensief zonnepark met weinig ruimte voor groen met een extensief zonnepark met meer ruimte voor natuur.

In de ontwikkelde methodiek worden alle kosten uitgedrukt in een maatschappelijke kostprijs van een geproduceerde kilowattuur, die vervolgens kan worden vergeleken met de private kostprijs. De methodiek brengt de kostprijs van zonnestroom in beeld over de gehele levensduur van het project. De private kostprijs per kilowattuur kan dan worden gezien als de prijs van zonnestroom die nodig is om de totale kosten te kunnen dekken (‘break-even’), inclusief een vergoeding voor de private investeerder voor het gelopen risico. In de maatschappelijke variant is een vergoeding opgenomen die de externe kosten voor de leefomgeving dekt (internalisatieprincipe). Hierin is specifiek gekeken naar een waardering voor de volgende effecten: visuele effecten voor omwonenden; effecten op ecologie en biodiversiteit; en effecten op stikstofuitstoot (bij onttrekking uit agrarisch gebied).

4,5 tot 5,4 eurocent per kilowattuur
Uit de analyse blijkt bijvoorbeeld dat de aanvullende private kosten voor een ecologisch zonnepark zich vanuit maatschappelijk oogpunt kunnen terugverdienen door ook de baten zoals een mooiere landschapsbeleving en meer natuurwaarde mee te wegen. Dit biedt nieuwe perspectieven op de businesscase van zonnestroomsystemen.

‘Een vergelijking tussen 2020 en 2030 laat zien dat over het algemeen de opwekkosten per kilowattuur over de komende 10 jaar zullen dalen naar een range tussen 4,5 en 5,4 eurocent per kilowattuur voor de verschillende toepassingen’, schrijven de onderzoekers van CE Delft. ‘Hiermee komt in sommige toepassingen grid parity in Nederland in zicht in de periode 2030, uitgaande van elektriciteitsprijzen in 2020. Deze daling komt grotendeels door de leercurve, en verdere verwachtingen voor dalende kosten voor componenten.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten