logo
wvhj2023
© Obton
© Obton
27 april 2020

PBL: elektriciteitsproductie cruciale en onzekere factor in behalen Urgenda-doelen

De elektriciteitsproductie is een cruciale en onzekere factor in het behalen van de klimaatdoelen die voortvloeien uit het Urgenda-vonnis. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Minister Wiebes heeft afgelopen weekeinde extra maatregelen aangekondigd om de CO2-uitstoot in Nederland op korte termijn verder terug te dringen vanwege het Urgenda-vonnis. Bovendien heeft Wiebes het PBL een analyse laten maken van de impact van de coronacrisis op de CO2-uitstoot. De minister benadrukte dat het nadrukkelijk geen ramingen van de verwachte uitstoot zijn, maar scenario’s die aansluiten bij de recente scenario’s die het Centraal Planbureau (CPB) heeft gepubliceerd met betrekking tot de economische gevolgen van het coronavirus. De korte studie van het PBL laat zien dat de coronacrisis op de korte termijn een significant effect kan hebben op de CO2-uitstoot, terwijl de structurele effecten waarschijnlijk beperkt zijn.

2 scenario’s
In het rapport ‘De invloed van de coronacrisis op de Nederlandse broeikasgasemissies in 2020’ heeft het PBL 2 scenario’s gemaakt. Het is volgens de organisatie echter nog te vroeg en daardoor speculatief om een indruk te geven van de gevolgen van de coronacrisis op Nederlandse broeikasgasemissies, met name de CO2-emissies.

Voor beide scenario’s geldt dat ten aanzien van de emissies in de elektriciteitssector alleen is gekeken naar de ontwikkelingen in de vraag naar elektriciteit en niet naar veranderingen van aanbod, import of export van elektriciteit. Daarom kunnen ze niet gebruikt worden om te beoordelen of aan de opdracht van de rechter in de Urgenda-zaak wordt voldaan.

De in oktober te verschijnen Klimaat- en Energieverkenning 2020 zal een integrale raming van de broeikasgasemissies tot en met 2030 bevatten, met aparte aandacht voor de ontwikkeling in 2020 waarover dan waarschijnlijk meer duidelijk is.

Scenario 1: Kortdurende crisis | 6-7 megaton CO2-besparing
Bij elkaar gaat het in dit scenario om een emissieafname in de mobiliteit van 2,3 megaton CO2-equivalent, in de industrie van 2 megaton CO2-equivalent, in de landbouw van 0,4 megaton CO2-equivalent en in het elektriciteitsverbruik van 1,1 tot 2,2 megaton CO2-equivalent. Het is een scenario waarin de coronacrisis kortdurend in het energie-intensieve bedrijfsleven en maatschappelijk leven ingrijpt. Bij elkaar gaat het dan om een ordegrootte van 6 tot 7 megaton CO2-equivalent.

In het eerste scenario blijven de economische gevolgen beperkt en keert Nederland eind 2020 terug op het oorspronkelijke groeipad. Dit scenario zou alleen in 2020 kunnen leiden tot een reductiepercentage dat net (niet) overeenkomt met het Urgenda-vonnis.

Scenario 2: Langduriger crisis | 15-17,5 megaton CO2-besparing
Het einde van de crisis is in dit tweede scenario aan het eind van dit jaar nog niet volledig bereikt. De crisis loopt – in mindere mate – naar volgend jaar door. Het tweede scenario is daarmee een ‘ernstigere versie’ van het eerste. Het verschil is vooral dat de crisis langer doorloopt en met name in de industrie dieper is.

In het tweede scenario zijn de economische effecten van de coronacrisis groter en langduriger. Dit scenario zou alleen in 2020 kunnen leiden tot een reductiepercentage dat (ruim) voldoet aan het Urgenda-vonnis. De daling van de uitstoot zou, inclusief andere incidentele factoren, in dit scenario oplopen tot 15 tot 17,5 megaton CO2-equivalent.

Elektriciteitsvraag: prijzen lager
De elektriciteitsproductie zorgde in 2018 voor 45,2 megaton CO2-emissies. De ramingen voor de elektriciteitssector zijn volgens het PBL inherent met de grootste onzekerheid omgeven.

‘Ook in het buitenland zal er een neerwaarts effect op de vraag naar elektriciteit zijn vanwege het coronavirus. Dat heeft op zijn beurt ook weer gevolgen voor de handel in elektriciteit in Europa, het aandeel van hernieuwbare energie in de productie zal door de lagere vraag verder toenemen, de productie van zon en wind neemt niet af, en prijzen zullen daardoor lager uitvallen. De gasprijzen zijn – mede vanwege corona – zo laag geworden dat Nederlandse kolencentrales uit de markt zijn geprijsd. Hoe deze ontwikkelingen de handel precies zullen beïnvloeden valt moeilijk te zeggen, maar het zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de inzet van Nederlandse centrales. Daarnaast zien we ook dat de CO2-prijs sterk is gedaald, wat ook weer effect heeft op de samenstelling van de elektriciteitsproductie. Deze invloeden van veranderende prijzen kunnen groot zijn.’

Lees ook: Urgenda-vonnis: kabinet neemt extra klimaatmaatregelen, meer geld voor zonnepanelen op huurwoningen 

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten