logo
wvhj2023
© Esbobeldijk | Dreamstime.com
© Esbobeldijk | Dreamstime.com
30 maart 2020

TNO presenteert rekenmodel voor terugverdientijd zonnepanelen bij consumenten, scholen en mkb

TNO heeft een rekenmodel ontwikkeld waarmee het effect van de afbouw van de salderingsregeling op de terugverdientijd van investeringen in zonnepanelen voor consumenten, scholen en het mkb in kaart is gebracht.

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft TNO gevraagd het effect van de afbouw van de salderingsregeling te onderzoeken. De organisatie heeft zijn bevindingen gepubliceerd in het rapport ‘Effect afbouw salderingsregeling op de terugverdientijd van investeringen in zonnepanelen’. 

Van particulieren tot eigenaren utiliteitsgebouwen
TNO heeft berekeningen uitgevoerd voor verschillende cases van particulieren en van eigenaren van utiliteitsgebouwen om het effect van de afbouw op de terugverdientijd van investeringen in zonnepanelen in kaart te brengen. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van enkele beleidsuitgangspunten van het ministerie van Economische Zaken en van invoergegevens op basis van informatie uit de sector en van ‘expert judgement’.

Het effect van de afbouw van de salderingsregeling hangt af van het jaar waarin de investering in zonnepanelen wordt gedaan. In het onderzoek is gekeken naar investeringen in de periode van 2015 tot en met 2030. Daarbij heeft TNO de gevolgen voor verschillende deelmarkten onderzocht: particulieren die investeren in zonnepanelen op hun eigen woning en enkele voorbeelden van utiliteitsgebouwen waarop zonnepanelen worden geplaatst, zoals kantoren, scholen, zorginstellingen, sportaccommodaties, dorps- en buurthuizen en gebouwen in de landbouw. De effecten op investeringen in de huursector – waarin de verhuurder investeert – vallen buiten de scope van het onderzoek van TNO.

Consumenten: terugverdientijd 7 tot 9 jaar
‘Investeringen in zonnepanelen die huishoudens in 2019 hebben gedaan, verdienen zich in 7 jaar terug’, concluderen de onderzoekers van TNO. ‘Dat geldt voor het “referentiesysteem” van 10 zonnepanelen onder relatief gunstige condities. Voortzetting van de huidige salderingsregeling zou leiden tot terugverdientijden van minder dan 6 jaar voor investeringen in 2023 en zelfs minder dan 5 jaar voor investeringen in 2028. Met het voorgestelde afbouwpad van -9%-punt per jaar vanaf 2023 loopt de terugverdientijd terug naar net onder de 7 jaar voor investeringen in de jaren tot 2022. Voor investeringen in latere jaren is het effect van het afbouwen van salderen te zien: de terugverdientijd loopt op tot bijna 9 jaar in 2030.’


Terugverdientijd voor een referentiesysteem bij verschillende afbouwpaden van salderen: het referentiesysteem van een gemiddeld huishouden bestaat uit 10 zonnepanelen. Daarbij gaat TNO uit van een gunstige ligging en de best beschikbare panelen op de markt. TNO gaat hierbij uit van een direct eigen verbruik van 30 procent van de opgewekte elektriciteit.

Utiliteitsgebouwen: terugverdientijd afhankelijk van eigen verbruik
Investeringen in zonnepanelen op utiliteitsgebouwen met een elektriciteitsverbruik tot 50.000 kilowattuur per jaar, hadden in 2019 bij afbouw van de salderingsregeling volgens TNO een terugverdientijd van 7 à 8 jaar. ‘Bij utiliteitsgebouwen met een elektriciteitsverbruik boven de 50.000 kilowattuur per jaar zijn de elektriciteitstarieven in de derde schijf te laag waardoor zonnepanelen minder rendabel zijn. De afbouw van de salderingsregeling heeft weinig effect op de cases met een hoog aandeel direct eigen gebruik van de elektriciteit uit zonnepanelen (70 tot 90 procent), zoals kantoren en zorginstellingen. In die cases blijft de terugverdientijd ook bij afbouw dalen door kostendaling van zonnepanelen en stijging van het leveringstarief van elektriciteit. Cases met een lager aandeel direct eigen gebruik – vergelijkbaar met dat van woningen (25 tot 30 procent) – zoals scholen, sportaccommodaties en buurthuizen, zien bij een afbouw van de salderingsregeling de terugverdientijd in zonnepanelen stijgen naar 8 à 9 jaar in de periode tot en met 2023 en 9 à 10 jaar in de periode tot en met 2030.’

Terugverdientijd monitoren
Voor de cases met een kleiner of groter pv-ysteem dan het referentiesysteem en een meer of minder gunstige oriëntatie kan de terugverdientijd volgens TNO al met al 1 jaar langer of korter zijn. Wanneer de kleinverbruiker een energieleverancier kiest die een hogere terugleververgoeding betaalt dan het wettelijk minimum voor het deel dat niet kan worden gesaldeerd, dan zal de terugverdientijd minder hard oplopen. De terugverdientijd is tevens afhankelijk van een aantal onzekere factoren zoals de kostendaling van zonnepanelen en de ontwikkeling van het leveringstarief van elektriciteit.

‘Deze onzekere factoren kunnen tot langere of kortere terugverdientijden leiden’, luidt de conclusie van TNO. ‘Voor investeringen in de periode tot en met 2023 leiden deze onzekerheden tot een spreiding van 1 à 2 jaar in de terugverdientijd. Voor investeringen in latere jaren tot 2030 kunnen deze effecten groter zijn. Vanwege deze onzekere factoren verdient het aanbeveling de ontwikkeling van de terugverdientijd van investeringen in zonnepanelen te monitoren.’

Het rekenmodel van TNO waarin de verschillende eigenaren van zonnepanelen hun terugverdientijd kunnen berekenen, is hier te downloaden.

Lees ook:

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten