logo
wvhj2023
© Robert Van 't  Hoenderdaal | Dreamstime.com
© Robert Van 't Hoenderdaal | Dreamstime.com
15 augustus 2019

Raad van State: geen milieueffectrapportage nodig voor zonnepark Rouveen

De Raad van State heeft een belangrijke uitspraak gedaan voor de vergunningsverlening van zonneparken: er is geen milieueffectrapportage nodig bij het verlenen van een omgevingsvergunning.

De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State deed de uitspraak in het hoger beroep van Groenrecycling Rouveen tegen de komst van een zonnepark. Dit bedrijf spande het hoger beroep aan naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Die rechtbank stelde in september 2018 in een rechtszaak tussen Groenrecycling Rouveen en het college van burgemeester en wethouders van Staphorst dat de gemeente juist gehandeld had bij het verstrekken van een omgevingsvergunning.

Beperkingen voor bedrijfsvoering
Het zonnepark kent een omvang van ongeveer 22.500 zonnepanelen en enkele trafostations. Het gaat om een zonnepark met een omvang van 4,3 hectare. Het bouwen en gebruiken van het zonnepark is in strijd met het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Buitengebied Staphorst’, maar de gemeente heeft desondanks een tijdelijke vergunning van 10 jaar verleend.

Groenrecycling Rouveen heeft zich toegelegd op het recyclen van groenafval en beschikt daarvoor over een opslagterrein dat vlak bij de beoogde locatie van het zonnepark ligt. Groenrecycling Rouveen vreest dat de vestiging van het zonnepark en andere toekomstige ontwikkelingen op het perceel in de nabijheid van zijn inrichting tot beperkingen voor zijn bedrijfsvoering kunnen leiden. Dit omdat het bedrijf groenafval opslaat, wat stof veroorzaakt die mogelijk neerslaat op de zonnepanelen. De opbrengst van de zonnepanelen zou daardoor kunnen verminderen. Groenrecycling Rouveen denkt dat het gemeentebestuur dan tegen het bedrijf zal optreden.

Milieueffectrapportage
Groenrecycling Rouveen heeft in het hoger beroep van de Raad van State 3 kaarten getrokken. Het bedrijf heeft zijn advocaat laten betogen dat het zonnepark een vorm van een landinrichtingsproject, stedelijk ontwikkelingsproject dan wel een industriële installatie is waar elektriciteit, stoom en warm water worden geproduceerd.   

De Raad van State stelt naar aanleiding van deze argumenten dat het antwoord op de vraag of het zonnepark onder een van de 3 genoemde categorieën valt, alleen van belang is voor de beantwoording van de vraag of het college met toepassing van artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) omgevingsvergunning kan verlenen. Indien het zonnepark aangemerkt kan worden als een landinrichtingsproject, stedelijk ontwikkelingsproject of een industriële installatie waar elektriciteit, stoom en warm water worden geproduceerd dan kan de omgevingsvergunning namelijk uitsluitend worden verleend als er een uitgebreide voorbereidingsprocedure is doorlopen, inclusief milieueffectrapportage.

Geen landinrichting
De Raad van State stelt allereerst dat niet elke ontwikkeling in het buitengebied een landinrichtingsproject betreft. De tijdelijke functiewijziging van de 4,3 hectare als zonnepark heeft volgens de rechtbank onvoldoende substantieel karakter om aangemerkt te kunnen worden als een landinrichtingsproject als bedoeld in het Besluit milieueffectrapportage.

Geen stedelijke ontwikkeling
Het zonnepark kan volgens de Raad van State ook niet als stedelijk ontwikkelingsproject aangemerkt worden. Dat de projectontwikkelaar van plan is een autostalling, parkeergarage, parkeerterrein, kantoor en werkplaats te bouwen waarboven de vergunde zonnepanelen zullen worden herplaatst, betekent niet dat de rechtbank Overijssel ten onrechte heeft overwogen dat het realiseren van het zonnepark geen stedelijk ontwikkelingsproject is. In de gerechtelijke procedure is volgens de Raad van State uitsluitend het realiseren van een zonnepark aan de orde en indien in de toekomst ontwikkelingen worden aangevraagd voor het perceel kan Groenrecycling Rouveen daar in die procedure bezwaar tegen maken.

Wel merkt de Raad van State op dat de aan de orde gestelde milieugevolgen in de omgevingsvergunningprocedure dienen te worden afgewogen door het college van burgemeester en wethouders.

Geen industriële installatie
De laatste vraag – of het zonnepark aangemerkt kan worden als een industriële installatie bestemd voor de productie van elektriciteit, stoom en warm water – is door de Raad van State eveneens negatief beantwoord. De Afdeling Bestuursrechtspraak is van oordeel dat het zonnepark niet kan worden aangemerkt als zo’n industriële installatie. Volgens de rechtbank zou het daar onder meer alleen om gaan als het bij deze activiteit gaat om centrales waarbij een brandstof, bijvoorbeeld fossiele brandstoffen, wordt ingezet om elektriciteit op te wekken. Installaties voor hernieuwbare energie zouden alleen als industriële installatie gekenmerkt kunnen worden als ze groter zijn dan 300 megawatt. Daarbij wordt verwezen naar de richtlijn voor milieueffectrapportages waarin installaties voor de productie van hydro-elektrische energie en windenergie als milieueffectrapportage-beoordelingsplichtig worden gezien als ze 300 megawatt of groter zijn.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeert al met al dat het hoger beroep van Groenrecycling Rouveen ongegrond is en bevestigt daarmee de eerdere uitspraak van de rechtbank van Overijssel.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten