logo
wvhj2023
foto: Rijksoverheid
foto: Rijksoverheid
15 mei 2019

Algemene Rekenkamer: minister Wiebes schat uitgaven duurzame energie te hoog in, geld ligt onnodig op de plank

Minister Wiebes schat de uitgaven aan subsidie voor productie van duurzame energie via de regeling SDE+ stelselmatig te hoog in. Daardoor is er in de afgelopen 5 jaar 2,5 miljard op de plank blijven liggen.

Dat is volgens de Algemene Rekenkamer een derde van het voor de periode 2013-2018 begrote bedrag van 7,7 miljard euro. De organisatie heeft de geldstromen voor duurzame energie in kaart gebracht. Van 2013 tot en met 2018 bedroegen de totale uitgaven aan de subsidieregelingen (red. de regeling SDE+ en haar voorgangers MEP en SDE) 5,1 miljard euro, waar in totaal 7,7 miljard euro was begroot. De grootste uitgaven voor de subsidieregelingen liggen echter nog in het verschiet. In de periode 2019 - 2032 wil het kabinet een bedrag van 47,8 miljard euro beschikbaar stellen.

De Rekenkamer heeft het ministerie al in 2015 voorgehouden dat het op de plank blijven liggen van geld een trend is die gekeerd zou moeten worden. Op de begroting van het ministerie van Economische Zaken blijft het subsidiegeld dat niet is uitgegeven weliswaar beschikbaar voor toekomstige projecten, maar deze reserve is - anders dan verwacht - jaar in, jaar uit gegroeid. Bovendien zijn de geraamde subsidie-uitgaven voor de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) bepalend voor de hoogte van de opslag duurzame energie (ODE), die burgers en bedrijven betalen via de energienota. Dat maakt realistisch begroten volgens de Rekenkamer extra belangrijk. 

Verdeling ODE in praktijk niet duidelijk
De samenhang tussen de SDE+-regeling aan de ene kant en de dekking via de opslag op de energienota aan de andere kant is nu niet duidelijk voor burgers, bedrijven en parlement, oordeelt de Algemene Rekenkamer. Collegelid Francine Giskes: 'Zeker nu de uitgaven de komende jaren flink zullen toenemen, is het nodig dat parlement, huishoudens en bedrijven inzicht hebben in de geldstromen. De minister is in zijn verantwoording niet altijd consistent en volledig over die stromen, waardoor onduidelijkheid kan ontstaan.' 

De rijksoverheid dekt de uitgaven aan de regeling SDE+ met een heffing op het energieverbruik van huishoudens en bedrijven: de Opslag Duurzame Energie (ODE). Nu is bepaald dat huishoudens en bedrijven elk 50 procent bijdragen aan de opbrengst van de ODE. Maar of deze lastenverdeling ook zo uitpakt, wordt niet nagegaan. Mede gezien het kabinetsvoornemen om in het kader van het klimaatbeleid de lasten te verschuiven naar 66 procent voor bedrijven en 33 procent  voor de huishoudens, beveelt de Rekenkamer de minister aan om duidelijk te maken hoe de lastenverdeling in de praktijk uitpakt.

Overschot naar algemene middelen
De Algemene Rekenkamer plaatst ook een kritische kanttekening bij de uitspraak van minister Wiebes bij de invoering van de Wet ODE dat alle inkomsten ‘beschikbaar blijven voor de uitgaven aan duurzame-energieproductie’. Geld dat via de opslag duurzame energie is opgehaald, kan uiteindelijk via de schatkist naar andere doelen vloeien. De situatie heeft zich nog niet voorgedaan, maar als de opbrengst uit de ODE hoger is dan geraamd (red. zie grafiek), gaat het overschot naar de algemene middelen, aldus de Rekenkamer.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten