Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gevraagd advies uit te brengen over de openstelling van de SDE++ in 2020. Vanaf 1 januari 2020 krijgen zoals bekend naast hernieuwbare energie ook andere technieken subsidie. Daartoe heeft PBL nu een conceptadvies gepubliceerd over basisbedragen, correctiebedragen, basisenergieprijzen en financieel-economische parameters die hiermee samenhangen. Hoofdauteurs zijn Sander Lensink (PBL) en Adriaan van der Welle (ECN part of TNO). Tussen 25 mei en 11 juni organiseert het PBL de marktconsultatierondes over de verschillende categorieën van de SDE++-regeling. Minister Wiebes besluit uiterlijk eind 2019 over de volgend kalenderjaar open te stellen categorieën en de bijbehorende basisbedragen.
Subsidie per vermeden ton CO2
Zoals de redactie van Solar Magazine recentelijk al meldde, is een van de belangrijkste verschillen met de huidige Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) en de nieuwe regeling SDE++ de rangschikking. Waar er nu nog op basisbedrag gerangschikt wordt, vindt dit binnen de SDE++-regeling straks plaats op subsidiebehoefte per vermeden ton CO2.
Onder de kostprijs van de opgewekte hoeveelheid CO2 wordt verstaan: de gemiddelde som van investerings- en exploitatiekosten die kunnen worden toegerekend aan de gereduceerde hoeveelheid CO2, plus een redelijke winstmarge, gedeeld door de te verwachten hoeveelheid gereduceerde hoeveelheid CO2.
Uitgangspunten
Minister Wiebes heeft daarbij het PBL vooraf al gemeld dat het voor zon-pv wenselijk is dat het basisbedrag wordt gecorrigeerd voor eigen verbruik (nettoproductie). De minister heeft hiertoe om advies gevraagd over het meenemen van een gemiddeld eigen verbruik in zon-pv-projecten ten behoeve van de rangschikking.
Verder heeft hij het PBL ook gevraagd om advies voor het adequaat faciliteren van tweezijdige (bifaciale) zonnepanelen indien deze voldoende marktrijp zijn. Ook is het PBL gevraagd een categorie daglichtkas door te rekenen voor de toepassing van zonnewarmtesystemen integraal in een kas. Hierbij worden alleen de meerkosten voor energieproductie ten opzichte van een traditionele kas opgenomen.
Basisbedragen zonnestroom in euro per kilowattuur
Wat opvalt aan de basisbedragen die het PBL-adviseert voor 2020 is op de eerste plaats een – in lijn der verwachting – verdere afbouw van de basisbedragen. Daarbij zal het basisbedrag in de najaarsronde van 2020 voor zon-pv alweer lager liggen dan in de voorjaarsronde. Waar het PBL afgelopen januari nog stelde geen soelaas te zien in een aparte categorie voor drijvende zonnepanelen is hier nu wel een apart basisbedrag voor geadviseerd. Saillant detail: het basisbedrag voor drijvende zonneparken groter dan 1 megawattpiek ligt hoger dan het basisbedrag voor zon-pv in de SDE+-najaarsronde 2019.
Zon-pv |
Advies SDE+ 2019 |
Conceptadvies SDE++ 2020 |
Conceptadvies SDE++ 2020 |
Zon-pv ≥ 15 kilowattpiek en |
0,099 |
0,092 |
0,087 |
Zon-pv ≥ 1 megawattpiek dak |
0,092 |
0,086 |
0,081 |
Zon-pv ≥ 1 megawattpiek |
0,088 |
0,080 |
0,075 |
Zon-pv ≥ 1 megawattpiek |
n.v.t. |
0,101 |
0,094 |
Zon-pv ≥ 1 megawattpiek |
n.v.t. |
0,101 |
0,094 |
Basisbedragen zonnewarmte in euro per kilowattuur
Zonthermie |
Advies SDE+ 2019 |
Conceptadvies SDE++ 2020 |
Conceptadvies SDE++ 2020 |
Zonthermie ≥ 140 kilowattth en < 1 megawattth |
0,098 |
0,098 |
0,087 |
Zonthermie ≥ 1 megawattth |
0,085 |
0,083 |
0,081 |
foto: © Ratanasira Anan | Dreamstime.com