Ondanks dat de enorme potentie van zon op land ook door de natuur- en milieufederaties erkend wordt – zij juichen de energietransitie immers toe – graven ze zich steeds meer in en zetten ze hun hakken in het zand. Met enige regelmaat krijgen zij daarbij steun van lokale vertegenwoordigers van de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO).
In de praktijk zijn er ondertussen zowel provincies als zonne-energiebedrijven die het voortouw nemen en voor minister Wiebes uitlopen. Flevoland geldt misschien wel als lichtend voorbeeld. De provincie heeft toestemming gegeven voor de realisatie van 500 hectare grondgebonden zonneparken. Hierna volgt een evaluatie voor mogelijkerwijs nog eens 500 hectare. Met de gemeenten wordt een verdelingssystematiek afgesproken voor 500 hectare. De evaluatie heeft tot doel om te bezien of en in hoeverre het provinciaal beleid aanpassing nodig heeft.