Minister Wiebes over Powerfield: oordelen niet aan mij, grondprijs verdwijnt uit SDE+-beoordeling

Powerfield werd half mei door het NRC Handelsblad beticht van grondspeculatie rond zonneparken, waarna Kamervragen volgden van Tom van der Lee (GroenLinks) en Sandra Beckerman (SP).

‘Het is niet aan mij te oordelen over grondspeculatie. Het is ook niet aan mij om te beoordelen of dit bedrijf transparant te werk gaat, of deze agressief of dubieus zijn en zo ja, of deze strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk moeten worden vervolgd’, aldus Wiebes.  ‘Ten aanzien van de transparantie begrijp ik van de AFM dat dit afhankelijk is van welke informatie aan beleggers is meegedeeld en wat de gemiddelde belegger op basis van die informatie daaruit kon afleiden. Hierbij is ook van belang welke informatie essentieel was om een geïnformeerd besluit te nemen over de aankoop van deze specifieke effecten. Het is aan de AFM om te beoordelen of in dit geval nader onderzoek naar de handelswijze van dit bedrijf met betrekking tot de verstrekte informatie aan beleggers, nodig is. De vraag of er sprake is van strafbare feiten, is evenmin door mij te beantwoorden. Bij een vermoeden van strafbare feiten kan aangifte worden gedaan bij de politie.’

Wiebes doet wel een belangrijke uitspraak over de grondvergoedingen die betaald worden voor zonneparken. Het maximale subsidietarief in de SDE+-redeling, het zogeheten basisbedrag, wordt vastgesteld aan de hand van generieke uitgangspunten per technologie. De grondvergoeding is één van de vele componenten die leiden tot een basisbedrag. ‘Ten aanzien van de grondvergoeding voor zonne-energie op land is voor de voorjaarsronde 2018 de aanname gedaan van 2.500 euro per hectare. Vanaf de najaarsronde 2018 heb ik het uitgangspunt meegegeven om géén grondvergoedingen voor zonne-energie te betrekken bij de advisering van de maximale subsidietarieven. Om meer inzicht te krijgen in grondvergoedingen voor hernieuwbare energie, is besloten een Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) in te stellen.’