LTO Noord: rouleer zonnepanelen jaarlijks met gewassen

De provincie Flevoland meldde afgelopen najaar tijdens een special symposium over zonne-energie dat de provincie voornemens is om 1.000 hectare landelijk gebied beschikbaar te stellen voor zonneparken.

In het programma van Omroep Flevoland stelt Michielsen hierover: ‘Ik denk dat het onverstandig is om nu op grote schaal zonneparken uit te rollen op landbouwgrond. Onnovaties gaan heel snel en nieuwe ontwikkelingen liggen op de loer. Het is voor de provincie beter om meer tijd nemen alvorens hiermee verder te gaan.’

Michielsen bevestigt tegenover Omroep Flevoland dat twee derde van de leden van mening is dat zonnepark niet op landbouwgrond gebouwd moeten worden en dat een derde van de leden er geen bezwaar tegen heeft als landbouwgrond indien dit echt noodzakelijk is plaatsbiedt aan zonneparken.

‘Het kan toch niet zo zijn dat straks alle koelkasten keurig van groene stroom voorzien, maar leeg zijn omdat we geen eten meer hebben om er in te leggen. Moet je de duurste gronden die we hebben wel benutten voor zonne-energie?’, aldus Michielsen. ‘Wat ons inziens wel goed zou kunnen is een roulerend zonnepark. Want het is natuurlijk aantrekkelijk om mindere grond of een gewas dat minder opbrengt te vervangen door zonnepanelen. Als je die gewassen kunt rouleren met zonneparken – en dus iedere jaar een andere bezetting kent – is er niks aan de hand. Dan hebben de zonnepanelen iedere jaar een andere plek, wat betekent dat de zonnepanelen geen negatieve uitwerking hebben op de biodiversiteit en de waterhuishouding Dat zou een prima oplossing zijn. We zijn dus niet pertinent tegen zonneparken op landbouwgrond en willen de deur op een kier houden. Tegelijkertijd willen we alleen zonneparken bij agrariërs daar waar het strikt noodzakelijk is. Daarom zeggen we: eerst inventariseren, dan pas handelen.’

Michielsen wijst in dit verband op de Noordoostpolder waar er tussen windmolens 300 hectare beschikbaar zou zijn voor zonnepanelen. ‘Dan zou je nog maar 700 hectare landbouwgrond nodig hebben voor zonneparken. En zo zijn er ongetwijfeld nog meer ruimtes beschikbaar.’