Provincie Flevoland organiseerde eerder dit jaar al zogenaamde atelierweken voor grondgebonden zonne-energie. Het doel van deze weken was om te verkennen wat de mogelijkheden zijn voor zonne-energie in de provincie.
Flevoland heeft de wens om in 2050 een energie- en CO2-neutrale provincie te zijn. Om dit te bereiken, is meer ruimte voor zonne-energie nodig dan beschikbaar is op de daken. Uit berekeningen blijkt dat er dus ongeveer 1.000 hectare aan zonnepanelen op de grond moet komen om voldoende hernieuwbare energie op te wekken. Die 1.000 hectare staat gelijk aan ongeveer 1 procent van de totale oppervlakte van Flevoland. De belangrijkste vraag waar nu nog over gediscussieerd wordt is: op welke manier kan men ruimte vinden voor zonnepanelen in het buitengebied?
Er zijn verschillende opties: aan de rand van steden en dorpen, bij windmolenparken, langs wegen en dijken en op agrarische gronden. Tijdens de Atelierweek Zon eerder dit jaar zijn allerlei varianten uitvoerig besproken met partijen van binnen en buiten de provincie en het onderzoeksbureau Wing heeft alle voor- en nadelen op een rijtje gezet. Zij presenteerden deze zowel voor de economische kant als voor wat een zonnepark betekent voor het landschap en het aangezicht van de provincie. De conclusie: voor agrariërs zijn zonneparken bedrijfsmatig heel aantrekkelijk. De opbrengst is gelijk aan (of zelfs hoger dan) het verbouwen van gewassen.
Koren op de molen van de LTO volgens de provincie. LTO heeft echter een enquête gehouden onder hun leden en daaruit blijkt dat twee derde van de LTO-leden geen voorstander is voor het gebruiken van landbouwgrond om zonne-energie te ‘oogsten’. Zij pleiten eerder voor het volleggen van alle daken die de agrariërs tot hun beschikking hebben.
De juni 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, het potentieel van de directe lijn, balkonzonnepanelen en het verhogen van het zelfverbruik.