logo
wvhj2023
(foto: Texel4Trading)
(foto: Texel4Trading)
30 november 2017

Ingezonden brief | Drijvende zonneparken: ontdek je plekje

Drijvende zonneparken zouden in ons waterrijke land wel eens het ei van Columbus kunnen zijn als het om een versnelling van de energietransitie gaat. Deze innovatie kent echter grenzen.

Deze ingezonden brief is afkomstig van Roland Mans (vanState Advocaten) en Michel Chatelin (Eversheds Sutherland). Ze zijn werkzaam als advocaat te Amsterdam en assisteren bij de realisatie van (drijvende) zonneparken.

Allereerst technische, omdat niet alle oppervlaktewater geschikt is: de Noordzee is geen stilstaande plas in een verlaten grindgat. Daarnaast zijn er ook juridische obstakels. Kleine, maar ook grote die een drijvend zonnepark al in de conceptfase kunnen torpederen. Alles hangt af van de plek die wordt gekozen.

Een zandwinningsplas
In de gemeente Tynaarlo had het college van Burgemeester en Wethouders op 2 maart 2017 een verheugende mededeling voor de raad. Strekking: er komt een drijvend zonnepark in de zandwinningsplas van Roelofs Zandwinning B.V. dat 32 megawattuur aan stroom gaat opleveren – goed voor 10.000 huishoudens - en het mooie is dat daar geen omgevingsvergunning voor nodig is noch een planologische procedure. Dat klinkt bijna te mooi om waar te zijn.

Navraag leert dat men van plan is een met zonnepanelen bedekt vaartuig te maken dat stroom opwekt ten behoeve van de zandwinning zelf. De redenatie is dat een vaartuig geen vergunningplichtig bouwwerk is en dat dit gebruik van het water strookt met de daaraan gegeven bestemming van ‘zandwinning’. In de brief staat echter ook dat Enexis het park gaat aansluiten op het elektriciteitsnet.

Hopelijk voor deze innovatieve ondernemer  ziet het college dit goed, want op 16 april 2014 vond de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een woonboot bouwvergunningplichtig, ook al dreef die volledig, was die slechts met stalen kabels aan de oever verbonden en konden de nutsaansluitingen steeds losgekoppeld worden. Als een woonboot onder deze omstandigheden een vergunningplichtig bouwwerk is, geldt dan niet hetzelfde voor een drijvend zonnepark?

Een gietwaterbassin
Tenten Solar zal in opdracht van Drijvend Zonnepark Lingewaard een drijvend zonnepark in een gietwaterbassin in het tuinbouwgebied Bergerden gaan realiseren.

Volgens de laatste berichten is het zonnepark er nog niet, maar staan intussen wel alle lichten op groen. Een van de hindernissen die de afgelopen jaren moesten worden overwonnen was het bestemmingsplan. Op het bassin rust namelijk de bestemming ‘collectieve watervoorziening’ en het opwekken van stroom met zonnepanelen strookt daar niet mee. Reden waarom in 2016 een omgevingsvergunning voor de afwijking van het bestemmingsplan werd verleend. In hetzelfde besluit werd overigens ook de bouw vergund. Kennelijk was men in Lingewaard de mening toegedaan dat dit drijvende zonnepark als een bouwwerk moet worden gezien.

Het IJsselmeer
Gesteld dat het technisch zou kunnen, wat komt er dan op partijen af die een drijvend zonnepark willen realiseren op, bijvoorbeeld, het IJsselmeer? Een tipje van de sluier wordt opgelicht in een uitspraak van de ABRvS van 8 februari 2012. Die ging weliswaar over de aanleg van vier windparken in het water langs de dijken van de Noordoostpolder, maar veel anders zal het de aanleg van een drijvend zonnepark niet vergaan.

In die zaak waren vijf bestuursorganen beslissingsbevoegd: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de Minister van Infrastructuur en Milieu, het college van gedeputeerde staten van Flevoland, het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordoostpolder en het college van dijkgraaf en heemraden van het waterschap Zuiderzeeland. Zij moesten gecoördineerd een fiks aantal besluiten nemen op grond van onder meer de volgende wetten en regels: de Algemene wet bestuursrecht, de Crisis- en herstelwet, de Wet ruimtelijke ordening, de Richtlijn voor hernieuwbare energie (2009/28/EG), de Wet milieubeheer, het Besluit Milieueffectrapportage 1994, de SMB-Richtlijn (2001/42), de Flora-en Faunawet, de Vogelrichtlijn (2009/147), de Habitatrichtlijn (92/43 EEG), het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, de Natuurbeschermingswet 1998, de Keur van en het Besluit SDE.

Dat zijn samen heel veel regels en dan slaan we er nog heel veel over. Het is natuurlijk een bestuursrechtelijke snoepwinkel, maar zelfs een doorgewinterde jurist omgevingsrecht zou van een dergelijk dossier hoofdpijn kunnen krijgen.

Subsidievoorwaarden SDE+
Intussen varen ook drijvende zonneparken wel bij subsidies. Die zijn net als bij veel andere hernieuwbare energieprojecten een onmisbaar onderdeel van een rendabele business case. Om in aanmerking te komen voor een SDE+-subsidie voor een drijvend zonnepark dient de subsidieaanvraag vergezeld te gaan van de vergunningen die vereist zijn om het project te realiseren. Zonder de verleende vergunningen, geen subsidie.

In die omstandigheden is het dus een stuk aantrekkelijker om een drijvend zonnepark te realiseren op een zandwinningsplas of een gietwaterbassin dan op het IJsselmeer of ander oppervlaktewater dat van belang is voor de natuur, de scheepvaart, de recreatie et cetera.

Andere aspecten zoals financierbaarheid
Eigendomsverhoudingen zijn bij de zandwinningsplas in Tynaarlo weer een veel kleiner probleem: die is van initiatiefnemer Roelofs zelf. Het IJsselmeer – we houden het even bij dit extreme en daarom aantrekkelijke voorbeeld - is echter van de Staat der Nederlanden. Die heeft dus een grote vinger in de pap, niet alleen als (gedeeltelijk) bevoegd bestuursorgaan, maar ook als eigenaar. Zijn die rollen steeds goed te verenigen? Voorstelbaar is dat het voor de minister van Financiën en zijn schatkist aantrekkelijk is om flinke delen van het meer te bedekken met zonnepanelen, maar hoe zit dat met de ministers die de natuur en scheepvaart in hun portefeuille hebben? Niet steeds lopen eigenaarsbelangen gelijk op met andere belangen.

Verder is van belang welke technische oplossing wordt gekozen voor het drijvende zonnepark. Financiers zullen in de regel een voorkeur hebben voor bewezen technologie. En zoals gebruikelijk bij nieuwe toepassingen zijn het aantal voorbeelden beperkt. We zullen het dan al snel over de grens moeten zoeken om noodzakelijke kennis en ervaring binnen te halen. Het wiel zelf uitvinden kan natuurlijk maar leidt ook tot vertraging. Een extra financiële steun in de rug in de vorm van een additionele subsidie - bijvoorbeeld binnen de SDE+ regeling - of een kapitaalkrachtige sponsor zal de noodzakelijke smeerolie opleveren.

Bij projectfinanciering gaat het om het managen van de risico’s. In dit verband zou voor rijkswateren een vergelijkbare aanpak als bij wind op zee soelaas kunnen bieden. De overheid zorgt voor de omgevingsvergunning, de aansluiting en de subsidie en haalt de beste biedingen uit de markt.

Ontdek je plekje
Het idee van drijvende zonneparken biedt enorm veel perspectief. Ons land heeft oppervlaktewater zat. Anders dan windmolens leveren zij ook minder horizonvervuiling op. Maar het ene water is het andere niet. Niet alleen technisch maar ook juridisch is de locatiekeuze daarom van groot belang. Het is dus vooral ook een kwestie van ‘ontdek je plekje’ en niet van doldriest het ruime sop kiezen en kijken waar het schip strandt.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten