logo
wvhj2023
(foto: Trina Solar)
(foto: Trina Solar)
11 maart 2016

Analyse | Alleen een pv-gigant als Trina kan los staan van het importheffingendossier

De Europese antidumpwetgeving, die nu ruim twee jaar van kracht is, lijkt nog lang geen gesloten dossier. De Europese Commissie heeft zich tot maart 2017 de tijd gegeven om te onderzoeken of een opheffing zin heeft.

In het onderzoek moet duidelijk worden of de maatregelen tot ‘een voortzetting of herhaling van de schade van de Europese pv-industrie leidt’. Ondertussen worden er vanuit de pv-industrie volop gaten geschoten in het huidige Europese raamwerk.

Het is Trina Solar, in de periode 2007 tot en met 2014 goed voor een wereldwijde afzet van 11 gigawattpiek, dat de afgelopen maand de knuppel in het hoenderhok gooit. Het is daarmee de eerste partij die vrijwillig afstand doet van de ‘joint undertaking’, die eind 2013 is gesloten tussen de Europese Commissie en de Chinese Kamer van Koophandel. Volgens Trina zet de ‘joint undertaking’ de vrije handel in zonnepanelen op het spel. Het bedrijf zal Europa nu hoogstwaarschijnlijk gaan beleveren vanuit een gloednieuwe fabriek in Thailand (red. met een modulecapaciteit van 700 megawattpiek), waardoor het geen last heeft van Europese importregels. Dat Trina weinig afhankelijk is van de verkoop in Europa, helpt. Een ZN Shine of ET Solar, partijen die alle niet vrijwillig uit de joint undertaking zijn gestapt, kennen niet de luxe om binnen enkele maanden een nieuwe faciliteit uit de grond te stampen.

Lees het vervolg van de analyse van Solar Magazine redacteur Wessel Simons digital in de maart 2016-editie van Solar Magazine.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten