logo
© Fluvius
© Fluvius
2 december 2025

Europa loopt achter met grensoverschrijdende elektriciteitscapaciteit, 30 miljard euro nodig

Bijna 80 procent van de Europese landen haalt het interconnectiedoel van 2030 niet. Om het elektriciteitsnet tegen 2040 optimaal te maken, is 55 gigawatt aan nieuwe grensoverschrijdende verbindingen nodig.

Volgens een nieuw rapport van klimaatdenktank Ember zullen 11 lidstaten, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië, Polen en Griekenland, in 2030 een importcapaciteit hebben van minder dan 15 procent van hun binnenlandse elektriciteitsproductie. Dit betekent dat deze landen hun Europese interconnectiedoel niet halen.

Capaciteit moet verdubbelen
Europa beschikt momenteel over 116 gigawatt aan grensoverschrijdende transmissiecapaciteit. Tegen 2030 zal dit toenemen tot 167 gigawatt, maar voor een optimaal functionerend energiesysteem is volgens de onderzoekers tegen 2040 in totaal 318 gigawatt nodig. Dit betekent dat de interconnectiecapaciteit tussen 2030 en 2040 bijna moet verdubbelen, met een toevoeging van 151 gigawatt aan nieuwe verbindingen.

Van deze benodigde uitbreiding staat momenteel slechts 96 gigawatt gepland. Daarvan is 34 gigawatt naar verwachting tegen 2030 operationeel, maar de bouw is nog niet zeker genoeg om in officiële ontwikkelingsplannen te worden opgenomen. De resterende 62 gigawatt bevindt zich in verschillende beginfases: 1 gigawatt in vergunningsfase, 15 gigawatt in planningsfase en 46 gigawatt nog in overweging. Dit betekent dat er nog 55 gigawatt aan projecten volledig ontbreekt.

Financieringsgat van 30 miljard
De uitbreiding van de interconnectiecapaciteit tussen 2030 en 2040 kost naar schatting minimaal 150 miljard euro. Op basis van historische medefinancieringspercentages van gemiddeld 31,5 procent zou de Connecting Europe Facility for Energy (CEF-E) ongeveer 47 miljard euro aan subsidies moeten verstrekken. Het huidige voorstel voor de CEF-E voor 2028-2034 voorziet echter slechts in 17 miljard euro voor dit type projecten. Dit resulteert volgens Ember in een financieringsgat van 30 miljard euro.

Ember schetst drie scenario’s om dit gat te dichten. In het eerste scenario dekken leningen van de Europese Investeringsbank en andere EU-banken de helft van de totale investering van 150 miljard euro. Het tweede scenario rekent op private financiering via merchant lines, waarbij projecten hun kosten terugverdienen door congestiehuren. In het meest extreme scenario zou 30 miljard euro van het CEF-E-budget exclusief voor grensoverschrijdende elektriciteitsnetten worden gereserveerd.

Zuidelijke landen lopen achter
De situatie is het meest problematisch in Zuid-Europa. Spanje en Portugal bereiken in 2030 respectievelijk slechts 4,3 procent en 10 procent interconnectie. Dit beperkt hun mogelijkheden om de overvloedige aanwezigheid van onder meer de zon volledig te benutten. Italië staat er met 4 procent nog slechter voor, ondanks dat het land zijn importcapaciteit met slechts 1,2 gigawatt uitbreidt.

Ook landen met een grote vraag die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen blijven achter. Polen, Italië en Duitsland blijven allemaal onder de 10 procent interconnectie in 2030. Dit beperkt volgens Ember hun toegang tot goedkopere en schonere import van elders. Griekenland ziet zijn interconnectie wel groeien, van 6 procent naar 9 procent, maar dit komt vooral door binnenlandse groei van 10 gigawatt aan wind- en zonne-energie in plaats van nieuwe verbindingen.

Nordics en Oost-Europa
Ook in Noord- en Oost-Europa zijn substantiële uitbreidingen nodig. De Noordse landen en Oost-Europese lidstaten vertonen een aanzienlijk gat in de benodigde interconnectiecapaciteit voor 2040. Dit ondanks het feit dat 16 landen, waaronder België en Zweden, op schema liggen om het 15- procentdoel voor 2030 te halen. Veel van deze goed verbonden landen fungeren echter vooral als doorvoercorridor voor elektriciteit tussen buurlanden, zoals Hongarije tussen Centraal- en Zuidoost-Europa en Denemarken tussen de Nordics en continentaal Europa.

Besluitvorming voor 2040 nu
De gemiddelde doorlooptijd voor een interconnectieproject in Europa bedraagt meer dan 10 jaar. Dit betekent dat beleidsmakers nu al moeten plannen voor 2040 in plaats van 2030. Het Europese Grid Action Plan en de voorgestelde Grids Package moeten volgens Ember worden ingezet om zowel lopende projecten te versnellen als nieuwe initiatieven te stimuleren.

Volgens Ember levert elke euro die tegen 2040 wordt geïnvesteerd in grensoverschrijdende transmissiecapaciteit meer dan 2 euro aan besparingen op elektriciteitsproductiekosten op. De interconnectoren zijn daarnaast cruciaal voor de integratie van hernieuwbare energie en vergroten de leveringszekerheid, zoals bleek tijdens de Iberische stroomuitval in april 2025 toen interconnectoren werden gebruikt om het net weer op te starten.

Deel dit artikel:
In samenwerking met
storage_magazine_logo

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten