De productie had echter nog hoger kunnen uitvallen als zonnepanelen niet afgeschakeld hoefden te worden en de overtollige zonne-energie tijdelijk was opgeslagen om later alsnog gebruikt te worden.
Onbenutte potentie
De sterke groei van wind- en zonne-energie in Nederland leidt namelijk tot een verdubbeling van afgeschakelde duurzame energie. In het tweede kwartaal van 2025 werd 8,3 petajoule aan potentiële groene stroom niet benut door afschakeling, ook wel curtailment genoemd. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van de 4,6 petajoule in dezelfde periode vorig jaar. Met deze onbenutte stroom hadden ongeveer 800.000 huishoudens een jaar lang van elektriciteit kunnen worden voorzien, mits de energie opgeslagen of getransporteerd had kunnen worden.
Op momenten van stroomoverschot zou een elektrolyser kunnen draaien om overtollige elektriciteit om te zetten in waterstof. De virtuele elektrolyser van Entrance had in de eerste helft van het jaar 834 uur kunnen draaien, 125 uur meer dan eind juni vorig jaar. Deze groene waterstof kan dienen als grondstof voor de industrie of als seizoensopslag van elektriciteit.
Nieuwe records
Op 21 juni werd een recordhoeveelheid zonnestroom in Nederland geproduceerd. Alle stroom boven de vraag werd afgeschakeld bij gebrek aan afzet- of opslagmogelijkheden. Het zonnige voorjaar leidde tot veel gelijktijdig elektriciteitsaanbod, wat resulteerde in een recordaantal uren met negatieve prijzen.
Op zaterdag 21 juni werd er daarbij een recordhoeveelheid zonnestroom geproduceerd.
35,5 procent
Ondanks de toegenomen afschakeling is het percentage duurzaam opgewekte elektriciteit in het tweede kwartaal hoger dan in dezelfde periode van 2024. Dit komt voornamelijk door het zeer zonnige voorjaar en de winderige meimaand. Zonder de afschakeling had er 8 procent meer stroom opgewekt kunnen worden, en zou het percentage duurzame opwek 2,4 procent hoger zijn geweest.
Elektriciteit |
Tweede kwartaal 2025 |
Zonnepanelen |
35,5 procent |
Conventioneel |
33,2 procent |
Wind op land |
13,5 procent |
Wind op zee |
12,6 procent |
Biomassa |
5,1 procent |
Waterkracht |
0,1 procent |
Elektrificatie
Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit 3 onderdelen; voor 55 procent uit warmte voor gebouwen en industrie, voor 25 procent uit transport in de vorm van weg- en vliegverkeer en tot slot voor 20 procent uit het stroomverbruik. Door elektrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel elektriciteit groeien.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekent dat dit in 2030 uitkomt op ongeveer 24 procent van het finale gebruik. Daarvan is dan 75 procent hernieuwbaar. In die berekening zit nog niet de aangekondigde extra 10 gigawatt aan windmolens op zee.
De juni 2025-editie van Solar Magazine schenkt aandacht aan het installeren van zonnepanelen in oost-westopstellingen, verdienmodellen in het post-salderingstijdperk, agri-pv en offgrid pv-installaties.