Dat concludeert DNV in een nieuw onderzoeksrapport over de verdienmodellen, marktomvang en systeemimpact voor thuisbatterijen en buurtbatterijen. Het rapport is opgesteld in opdracht van TKI Urban Energy en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en signaleert volop groeikansen voor thuisbatterijen, maar benoemt ook diverse uitdagingen.
Motivatie consumenten
De onderzoekers constateren allereerst dat de belangstelling in thuisbatterijen de laatste tijd fors is toegenomen, voornamelijk door een daling van de batterijprijzen, de aanstaande afschaffing van de salderingsregeling, de invoering van de ‘terugleverboete’ voor zonnepaneeleigenaren en intensieve marketing door batterijaanbieders.
In het onderzoeksrapport wordt benadrukt dat de motivatie om een thuisbatterij aan te schaffen niet uitsluitend financieel is; aspecten zoals zelfvoorzienendheid en duurzaamheid spelen voor consumenten ook een belangrijke rol. Het huidige klantensegment bestaat dan ook vooral uit huishoudens met zonnepanelen, maar met het huidige verdienmodel zou een thuisbatterij volgens de onderzoekers bijna net zo interessant kunnen zijn voor huishoudens zonder zonnepanelen.
Grootste thuisbatterij
Voor het onderzoeksrapport heeft DNV batterijaanbieders geïnterviewd. Daaruit blijkt dat veel consumenten kiezen voor de grootste thuisbatterij van 20 kilowattuur omdat ‘grotere batterijen bijzonder aantrekkelijk zijn’ voor het handelen op de onbalansmarkt.
‘Per kilowattuur zijn ze goedkoper terwijl de inkomsten per kilowattuur onafhankelijk zijn van de grootte van de batterij.’
Terugverdientijd 5,5 jaar
In het rapport spreken de onderzoekers verder van een terugverdientijd voor thuisbatterijen van 5,5 jaar. ‘Een 20 kilowattuur thuisbatterij kost gemiddeld 9.980 euro exclusief btw. Met maandelijkse inkomsten van 162 euro en de gemiddelde softwarekosten van 10 euro per maand bedraagt de terugverdientijd ongeveer 5,5 jaar’, aldus de onderzoekers. Wel benadrukken ze dat deze terugverdientijd alleen gehaald wordt als gebruikgemaakt wordt van de btw-teruggave op de thuisbatterij waarvoor een dynamisch energiecontract een van de vereisten is. Zonder deze belastingteruggave loopt de terugverdientijd op tot 8,5 jaar.
In het onderzoek concludeert DNV dat het slechts 1 verdienmodel is dat momenteel verantwoordelijk is voor die terugverdientijd: handel op de passieve onbalansmarkt. Dit verdienmodel staat echter onder druk door de toename van regeltoestand 2 bij netbeheerder TenneT. Regeltoestand 2 treedt op wanneer er binnen een kwartier zowel een overschot als een tekort aan elektriciteit op het net is. De onderzoekers wijzen in dit kader op een gebrek aan transparantie en bewustwording bij consumenten. Veel gebruikers zijn zich volgens de onderzoekers niet volledig bewust van de werking van hun batterij en de financiële risico’s die daarmee gepaard gaan. Er is volgens DNV behoefte aan duidelijke informatie over opbrengsten, contractvoorwaarden en gebruiksdoelen.
De 3 verdienmodellen van de thuisbatterij De onderzoekers van DNV zien in de huidige markt 3 potentiële verdienmodellen voor thuisbatterijen. Verdienmodel 1: handel op de passieve onbalansmarkt Verdienmodel 2: verhogen eigenverbruik zonnestroom Verdienmodel 3: energiearbitrage |
Congestierisico’s
In het onderzoeksrapport is er ook aandacht voor de invloed van energieopslagsystemen op het stroomnet. Op nationaal niveau lijkt de impact van thuisbatterijen op netcongestie voorlopig beperkt, zolang de groei verspreid blijft en batterijen voornamelijk worden ingezet voor eigen verbruik. Volgens de netbeheerders kan bij een penetratiegraad van 2,5 procent congestie ontstaan wanneer batterijen actief zijn op de onbalansmarkt. Voor de wholesalemarkt ligt deze grens bij 5 procent.
‘Op basis van de verwachte benodigde capaciteit in 2030 voor de onbalansmarkt zou, als thuisbatterijen deze volledig vullen, de penetratiegraad uitkomen op 1,9 procent en dus onder de kritische grens blijven’, aldus de onderzoekers. Zij wijzen erop dat het echter onrealistisch is dat thuisbatterijen deze behoefte volledig zullen dekken, waardoor de werkelijke penetratiegraad waarschijnlijk lager zal liggen. Wel kunnen lokaal problemen ontstaan, vooral in wijken met hoge piekbelasting door zonnepanelen, warmtepompen en elektrische voertuigen. De verwachting is namelijk dat de penetratie van thuisbatterijen juist hoger zal zijn in deze wijken, wat tot plaatselijke congestie kan leiden.
Toekomstperspectief thuisbatterijen
Hoewel netbeheerders kanttekeningen plaatsen bij de inzet van thuisbatterijen, kunnen deze, mits ondersteund door passende regels en prikkels, volgens hen juist bijdragen aan het verminderen van congestie. Vrijwillige afspraken met aanbieders, het belonen van ‘netvriendelijk gedrag’ en de facilitering van lokale flexibiliteitsmarkten kunnen volgens het onderzoeksrapport een positieve rol spelen bij het ontlasten van het net.
Het aankomende Time-of-Use-nettarief zal extra stimulansen bieden voor efficiënt netgebruik. Als veiligheidsmaatregelen kunnen technische oplossingen worden ingevoerd, zoals geavanceerde slimme meters en strengere normen voor omvormers.
De toekomstige groei van de thuisbatterijmarkt zal onder aan de streep volgens DNV afhangen van diverse factoren. Zo wordt als de batterijprijzen blijven dalen verdere opschaling waarschijnlijker. Mogelijk ontstaan er bovendien nog additionele verdienmodellen, zoals een lokale flexibiliteitsmarkt en eenvoudigere participatie van geaggregeerde thuisbatterijen in congestiemanagement op hogere netvlakken van het stroomnet.
Geen verdienmodel buurtbatterijen
Een laatste belangrijke conclusie van DNV is dat voor buurtbatterijen momenteel nog geen sluitend verdienmodel beschikbaar is. Ze ondervinden organisatorische en juridische belemmeringen en missen schaalvoordelen en aansluiting op bestaande netinfrastructuur. Dit belemmert de opschaling, ondanks hun potentie voor lokaal netbeheer en het verminderen van congestie in wijken met veel zonnepanelen, warmtepompen en elektrische voertuigen.
De onderzoekers besluiten: ‘Ook de complexiteit van het organiseren van de kosten en baten en het plaatsen van een batterij in de bebouwde omgeving zorgt voor additionele belemmeringen. Het feit dat er (nog) geen duidelijk verdienmodel is en dat er meer partijen en belanghebbenden betrokken zijn bij een investeringsbeslissing voor buurtbatterijen, maakt het moeilijker om de businesscase te ontwikkelen dan voor thuisbatterijen. Omdat de buurtbatterij concurreert met zowel de thuisbatterijen als grootschalige opslag is de verwachting dat, gezien de complexiteit van dit model, de markt voor buurtbatterijen niet significant zal gaan toenemen.’
In de mei 2025-editie van Solar Magazine is er aandacht voor de potentie van de Nederlandse daken die nog géén zonnepanelen hebben, de Europese overstap op kwartierprijzen en perovskietzonnecellen.