
Nationale Wetenschapsagenda – Onderzoek op Routes door Consortia (NWA ORC) is een onderzoeksprogramma van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Dit wetenschapsbrede financieringsinstrument maakt interdisciplinair onderzoek en innovatie mogelijk met het oog op het realiseren van wetenschappelijke en maatschappelijke doorbraken. In de call van 2025 werd een idee van Sven Stremke, hoogleraar Landschapsarchitectuur aan de WUR en wetenschappelijk coördinator van het Solar Research Program, verder uitgewerkt. De call Agrivoltaics NL vraagt om innovatie op het gebied van agri-pv, een kansrijke toepassing voor zon op land, waar Nederland traditionele zonneparken grotendeels ongewenst heeft verklaard.
Waarom deelnemen aan NWA ORC?
‘Het is een zeer waardevol onderzoeksprogramma. Het draait om cocreatie in brede consortia en projecten die tot 8 jaar worden gefinancierd. Alle stakeholders – het bedrijfsleven, maatschappelijke partijen, overheden – mogen meedoen. Dat kan ook omdat er sprake is van volledige funding; er hoeft geen geld te worden bijgelegd door deelnemers. De projecten omvatten het gehele innovatiesysteem, zowel fundamenteel als toegepast onderzoek.’
Hoe kwam het voorstel op het gebied van agri-pv tot stand?
‘Agri-pv heeft een enorme potentie vanwege het combineren van functies en, op sommige plekken, zelfs synergieën door het meervoudige landgebruik. Ik deed namens WUR een klein jaar geleden een pitch bij de Netherlands Energy Research Alliance (NERA), die in opdracht van NWO verantwoordelijk is voor de route energietransitie van de Nationale Wetenschapsagenda. Tot mijn verbazing kwam het idee steeds verder, bleef als enige over en is erna bij NWO voorgedragen.’
Wat doe je dan?
‘We formeerden een schrijfteam dat het initiële idee handen en voeten gaf, verder uitwerkte tot een concrete tekst als basis voor de call. Daar waren 15 experts van TNO, andere universiteiten, diverse hbo’s, Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO), provincies en uit de creatieve industrie bij betrokken – een diverse en grote groep dus, geheel in geest met de intenties van de Nationale Wetenschapsagenda.’
Wat is de kern van het verhaal?
‘Agri-pv biedt grote kansen vanwege de combinatie van functies, het opwekken van groene stroom én agrarische activiteiten. Dat maakt dat iedereen, zowel experts als landschapsgebruikers, nu enthousiast is over deze systemen. Maar de ervaringen beperken zich in Nederland voor nu tot enkele pilots. Hoe behouden we dit maatschappelijke draagvlak wanneer we deze installaties massaal gaan uitrollen? Dat is een van de grote vragen die we onszelf moeten stellen. We hebben immers bij traditionele zonneparken gezien hoe dat rap kan afnemen. Het voorkomen van de fouten die in het verleden zijn gemaakt, is cruciaal voor de toekomst van agri-pv en dus voor onze energietransitie. Wat moeten we daarvoor doen, bijvoorbeeld op het vlak van techniek, innovatie en beleid?’
Het kan ook misgaan met agri-pv…
‘In het buitenland, in diverse Europese landen en Amerika bijvoorbeeld, zijn ze verder met agri-pv dan in Nederland. Er worden systemen in allerhande vormen en maten gerealiseerd. Dat gaat echter met vallen en opstaan, en uitgesproken mislukkingen. Zo is in de Italiaanse regio Sardinië agri-pv in de ban gedaan vanwege het niet nakomen van afspraken, onder andere wat betreft grootschalige systemen plaatsen in kleinschalige landschappen, lokale participatie en het vooropstellen van pv in agri-pv. Daar kunnen we lessen uit leren. Maar we moeten ook binnen Nederland onderzoek uitvoeren. Welke systemen passen in welk type landschap in Nederland, en welke wensen leven er bij inwoners en andere landschapsgebruikers ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit? Misschien dat daar ook wel doorontwikkeling van bestaande systemen voor nodig is of geheel nieuwe concepten moeten worden verzonnen. De samenhang met de omgeving is ontzettend belangrijk. Het is essentieel dat we in de zoekgebieden voor agri-pv de wensen van de mensen echt gaan meenemen en het one-fits-all idee in de energiesector eindelijk wordt losgelaten.’
Welke onderwerpen komen aan de orde in het toekomstige Agri-pv onderzoek?
‘Dat weten we nu natuurlijk nog niet, omdat de call pas in februari 2026 sluit. Maar je kunt denken aan verschillende zaken. In welke landschappen kan wat? Bij welke gewassen? Kan het gecombineerd worden met recreatie en het verhogen van biodiversiteit? Wat is nodig voor agri-pv zonder netaansluiting? Er zijn heel veel vragen te beantwoorden. Een consortium is er echter nog niet. De basis wordt gelegd op 22 april en 9 mei, tijdens 2 collaboratieve workshops in Utrecht die door NWO worden georganiseerd.’
Hoe gaat dat in zijn werk?
‘Het zijn open bijeenkomsten. Iedereen met interesse in agri-pv is welkom. Mensen en organisaties kunnen kennismaken met elkaar, met ideeën komen, discussiëren, een fundament voor samenwerking leggen aan diverse ronde tafels. Ik ben daar ook, maar slechts als een van de deelnemers. Het doel is dat er daarna 2 of 3 consortia worden gevormd. Zij werken vervolgens hun plannen uit en dienen die in. Er komt uiteindelijk 1 winnaar uit de bus. Die krijgt maximaal 6.750.000 euro subsidie voor het project.’
Samenwerking staat centraal in alle fases….
‘Bij het opstellen van de call, bij het vormen van de consortia, het formuleren van hun plannen en tijdens de implementatie – heel anders dan bijvoorbeeld bij reguliere publiek-private innovatieprojecten. Vanuit die gezamenlijkheid focussen we onder meer op sociale acceptatie, landschapsbeleving, businesscases, beleidsstrategie, dierenwelzijn en opbrengstmodellen voor gewassen. Dat is heel mooi. Een succes van agri-pv maken lukt immers alleen als we het samen doen. Ik hoop dan ook dat ik heel veel mensen ga ontmoeten op die 2 middagen op 22 april en 9 mei, in het bijzonder innovatieve doeners uit de agrarische sector.’
De Solar & Storage Magazine Marktgids 2026 is verschenen. De jaarlijks terugkerende marktgids biedt een totaaloverzicht van de energieopslag- en zonne-energiemarkt en is een bijlage van de december 2025-editie van Solar & Storage Magazine. De marktgids kent dit jaar 14 rubrieken en bovendien zijn in samenwerking met een groot aantal bedrijven en organisaties de belangrijkste ontwikkelingen qua projecten, markt en technieken in kaart gebracht.