De minister van Klimaat en Groene Groei stelt begrip te hebben voor zonnepaneelbezitters die balen dat de salderingsregeling wordt beëindigd en dat teruggeleverde zonne-energie vanaf 2027 minder oplevert. Tegelijkertijd heeft ze voor hen wel een belangrijke mededeling: ‘Consumenten zullen ongeacht de hoogte van de terugleververgoeding ook na 2027 nog financieel voordeel ondervinden van het hebben van zonnepanelen.’
Honderden euro’s
‘Met het eigen verbruik van zelf opgewekte zonnestroom bespaart de consument immers het volledige leveringstarief, inclusief belastingen. Bij een gemiddeld huishouden met een eigen verbruik van 30 procent van de opgewekte zonnestroom kan de besparing die zonnepanelen met zich meebrengen al oplopen tot enkele honderden euro’s per jaar. De consument kan deze besparing verhogen door het eigen verbruik verder te verhogen. Dit vraagt bijvoorbeeld dat de consument meer elektriciteit gebruikt op het moment dat de zon schijnt.’
Consumenten die onlangs geïnvesteerd hebben in zonnepanelen zullen volgens Hermans in sommige gevallen rekening hebben gehouden met een kortere terugverdientijd. ‘Het kabinet voorziet echter dat het ook met een lage terugleververgoeding rendabel blijft om te investeren in zonnepanelen. Door het eigen verbruik kunnen mensen met zonnepanelen de afname van elektriciteit verminderen en zo tot enkele honderden euro’s voordeel per jaar behalen uit zonnepanelen.’
Kamervragen Greenchoice maakte afgelopen maand als eerste energiebedrijf de hoogte van de terugleververgoeding (red. het geld dat zonnepaneeleigenaren krijgen voor zonnestroom die ze terugleveren) en de terugleverkosten (red. het geld dat ze betalen voor het terugleveren van zonnestroom) bekend voor de periode vanaf 1 januari 2027 als de salderingsregeling beëindigd wordt. De hoogte van de terugleverkosten en terugleververgoeding – die beide met ongeveer 66 procent zullen dalen – leidde tot Kamervragen van Silvio Erkens (VVD) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) en van Wytske Postma (Nieuw Sociaal Contract, NSC). |
Greenchoice voldoet aan wet
De minister stelt dat Greenchoice met het gepresenteerde aanbod aan de wettelijke vereiste van een terugleververgoeding van minimaal 50 procent van het kale leveringstarief voldoet. Of de voorwaarden voldoen aan de overige vereisten, kan Hermans niet beoordelen. Het is volgens haar aan de ACM om dit te onderzoeken.
‘Uit de contractvoorwaarden van Greenchoice volgt dat het bedrijf het hoogste leveringstarief rekent voor het daltarief. Dit daltarief bedraagt 10,868 eurocent per kilowattuur exclusief energiebelasting en btw. Greenchoice rekent vanaf 2027 een terugleververgoeding van 5,434 eurocent per kilowattuur exclusief btw. Hiermee bedraagt de terugleververgoeding exact 50 procent van het kale leveringstarief, oftewel de voor levering overeengekomen prijs.’
Terugleverkosten
Energiebedrijven mogen eventuele verliezen die ze maken op deze terugleververgoeding niet enkel doorberekenen aan de zonnepaneelbezitter. De minister hierover: ‘Als energiebedrijven verlies maken op deze wettelijke minimumvergoeding, volgen deze dus uit de toepassing van de wettelijke prijsgarantie van minimaal 50 procent van het kale leveringstarief, en hangen deze niet samen met teruglevering als zodanig. Hiermee kunnen deze dus niet als terugleverkosten worden opgevoerd.’
Ze benadrukt dat het aan de waakhond is om te onderzoeken of Greenchoice kan onderbouwen dat de terugleverkosten die het hanteert direct gerelateerd zijn aan het terugleveren van stroom door zonnepaneelbezitters.
Binnen enkele maanden
De minister stelt in dit kader blij te zijn dat de ACM opnieuw onderzoek doet naar de manieren waarop leveranciers kosten voor zonnepanelen verwerken in hun tarieven. ‘Het kabinet vindt het van belang dat dit onderzoek snel duidelijkheid geeft of leveranciers te hoge terugleverkosten rekenen. De resultaten van dit onderzoek worden over enkele maanden verwacht. En vanaf 2027 krijgt de ACM extra handvatten om toe te zien op de voorwaarden voor teruglevering die leveranciers aanbieden aan zonnepaneelbezitters.’
Consumenten vinden daarbij de wet aan hun kant, want die beschermt hen vanaf 2027 tegen lage terugleververgoedingen. Hermans: ‘Het is aan marktpartijen om een concurrerend en aantrekkelijk aanbod vorm te geven dat voldoet aan de eisen die de wet stelt aan de vergoeding. De ACM kan hier als onafhankelijke toezichthouder op toezien en zo nodig handhaven.’
Geen absolute waarde
‘De Energiewet bevat geen norm voor een bepaalde absolute waarde die zonnepaneelbezitters moeten ontvangen voor de teruggeleverde zonnestroom’, vervolgt Hermans. ‘Leveranciers zijn gebonden aan de wettelijke eisen bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding en van de terugleverkosten. De vergoeding moet naast het redelijkheidsvereiste tot 2030 ook ten minste 50 procent van het kale leveringstarief bedragen en mag niet op een negatief bedrag worden vastgesteld.’
Op de vraag welke maatregelen de minister treft om ervoor te zorgen dat energieleveranciers na 2027 de norm van 50 procent halen bij de terugleververgoeding, antwoordt Hermans dat de ACM toezicht houdt op de naleving van de wettelijke vereisten en hierop kan handhaven. ‘De Wet beëindiging salderingsregeling geeft een precisering van de regels over de redelijkheid van de voorwaarden en kosten voor teruglevering en de vergoeding voor teruggeleverde elektriciteit. Verder bevat de wet meerdere eisen waaraan de door leveranciers aan zonnepaneelbezitters in rekening gebrachte kosten moeten voldoen. De ACM kan op basis van deze regels toezien op de kosten die samenhangen met terugleveren en zo nodig ingrijpen.’
Uitwerking regels
Het kabinet vindt het volgens Hermans belangrijk dat zonnepaneelbezitters weten waar ze aan toe zijn op het moment dat ze een contract afsluiten. ‘Daarom is in de wet opgenomen dat de kosten en voorwaarden van leveranciers transparant moeten zijn, dus ook de terugleverkosten. Het kabinet zal nog voor 2027 komen met een uitwerking van regels om ervoor te zorgen dat leveranciers de kosten en voorwaarden op een uniforme wijzen presenteren en factureren.’
Niet maatgeven
Tot slot stelt de minister dat het leveringstarief dat een huishouden betaalt voor de afname van stroom, doorgaans niet maatgevend is voor de actuele waarde van de zonnestroom die aan het net wordt teruggeleverd.
‘Dit heeft vooral te maken met de momenten op de dag en in het jaar waarop elektriciteit wordt afgenomen en elektriciteit wordt teruggeleverd. Afname vindt voor een groot deel ook plaats in de winter of in de ochtend- en avonduren wanneer zonnepanelen weinig tot geen elektriciteit produceren. Teruglevering vindt voornamelijk plaats op zonnige momenten overdag in de lente, zomer en herfst. De prijs van elektriciteit op de groothandelsmarkt kan aanzienlijk verschillen tussen die periodes, waarbij de prijs voor elektriciteit tijdens zonnige periodes met veel zonnestroomproductie doorgaans lager ligt dan tijdens de momenten met minder productie waarop meer elektriciteit van het net wordt afgenomen.’
Geen reden
Postma (NSC) had Hermans tot slot gevraagd hoe zij wil voorkomen dat woningeigenaren en huurders zonnepanelen zullen verwijderen of uitzetten.
‘Voor woningeigenaren is er geen reden om hun zonnepanelen te verwijderen of uit te zetten. Met het eigen verbruik van zelf opgewekte zonnestroom kunnen woningeigenaren nog altijd enkele honderden euro’s op jaarbasis besparen. Daarbij is er een ruim aanbod aan contracten voor zonnepaneelbezitters waarbij er een positief bedrag overblijft voor de teruggeleverde elektriciteit. In alle gevallen is het advies aan ieder huishouden om goed te kijken naar de contractvoorwaarden die de leveranciers bieden en het contract te kiezen dat het beste past bij zijn situatie.’
De maart 2025-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de vakbeurs Solar Solutions Amsterdam, zonnecarports, het productteam circulaire zonnepanelen en de zakelijke zonnedakenmarkt.