Wageningen University & Research heeft eind vorig jaar aan de Kielekampsteeg een eigen zonnepark in gebruik genomen. De opgewekte zonne-energie wordt direct op de universiteitscampus gebruikt.
Bodemkwaliteit
De opgewekte elektriciteit van dit zonnepark dekt ongeveer 88 procent van het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van gebouw GAIA, wat vergelijkbaar is met het verbruik van 128 huishoudens.
Het zonnepark wekt echter niet alleen stroom op, maar wordt ook ingezet voor onderzoeksdoeleinden. De onderzoeksgroep bodembiologie (ESG) gebruikt de zonneweide namelijk om onderzoek te doen naar hoe zonneparken de bodemkwaliteit beïnvloeden. Met name de rol van zonlicht op plantengroei, bodemkwaliteit en opname van organische stof in de bodem.
De zonnepanelen van Zonnepark Droevendaal in cijfers Aantal zonnepanelen: 960 stuks Vermogen zonnepanelen: 550 wattpiek per stuk, in totaal 528 kilowattpiek Fabrikant zonnepanelen: Yingli Solar (zonnepaneeltype YLM-J3.0 PRO) Fabrikant omvormers: Sungrow (omvormertype SG50CX) Fabrikant montagesysteem: TreeSystem uit Italië Betrokken installateurs: Zonnegilde (DC), Everaars Solar Solutions (AC en onderaannemer van Zonnegilde), Kenter (compactstation en 10-kilovolt-uitbreiding), BMG Grond- en Sloopservice (graaf- en boorwerkzaamheden) |
112.000 euro
‘Dit project is bijzonder omdat het op twee vlakken resultaat oplevert’, vertelt Jan de Jonge, projectleider bij het Facilitair Bedrijf van de universiteit. ‘Enerzijds besparen we met deze duurzame energieopwekking jaarlijks zo’n 112.000 euro op energie-inkoop en hebben we in korte tijd al 25 megawattuur energie duurzaam opgewerkt. Anderzijds ondersteunen we direct het onderzoek van ESG naar de bodemkwaliteit onder zonneparken. Een van de uitdagingen was om het zonneveld aan te leggen zonder de bodem te veel te verstoren en volgens onderzoeker Luuk Scholten is dit goed gelukt. Dat is natuurlijk fijn om te horen.’
Boringen voor kabels
‘De grond wordt beheerd door Unifarm dus met collega’s bij Unifarm is nauw samenwerkt bij de aanleg van het park’, vervolgt De Jonge. ‘Ook werd een transformatorstation geïnstalleerd en werden boringen gedaan onder de Kielekampsteeg om de kabels van het zonnepark aan te sluiten, met als doel zo min mogelijk koper en aluminium in de grond te brengen. Het plaatsen van dit transformatorstation draagt bij aan verdere verduurzaming van dit deel van de campus. Extern stemden we af met onder andere de omgevingsdienst en hebben we de weidevogelvereniging betrokken. Zo’n project regel je niet van de ene op de andere dag; het hele proces heeft 2 jaar geduurd.’
Dummie
‘Het is leuk om te zien hoe dit project na 2 jaar echt gerealiseerd is’, vult Joep Laan, bedrijfsleider bij Unifarm, aan. ‘Een paar jaar terug kwamen de onderzoekers op Unifarm langs met het idee om een dummie zonnepark te bouwen. Door samenwerking tussen het Facilitair Bedrijf, Unifarm en de onderzoekers staat er nu na 2 jaar een park met echte zonnepanelen. Dit is onderzoekstechnisch veel beter dan iets namaken met bijvoorbeeld spaanplaten omdat je hier het microklimaat nooit exact kan nabootsen. Hopelijk kan hier langdurig gebruik van worden gemaakt door onderzoekers en studenten.’
Gezond houden
Luuk Scholten, onderzoeker bij bodembiologie, besluit: ‘Met de toename van zonneparken op voormalige landbouwgronden, zoals hier, ontstaan er nieuwe vraagstukken. Zonnepanelen zorgen voor schaduw en veranderen de neerslagverdeling, wat kan leiden tot minder plantengroei en daarmee een afname van de toevoer van organische stof naar de bodem. Dit kan op termijn de bodemkwaliteit negatief beïnvloeden. We onderzoeken nu hoe we de bodem onder zonneparken gezond kunnen houden. De resultaten van dit onderzoek worden gebruikt om hiervoor richtlijnen te ontwikkelen. Het is uiteraard heel fijn dat we dit op ons eigen zonnepark kunnen onderzoeken.’