logo
© Energie Samen
© Energie Samen
11 januari 2025

Het Dilemma | Gaan postcoderoosprojecten weer vliegen met de nieuwe subsidietarieven?

De tarieven van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) voor 2025 zijn bekend. Die liggen hoger dan in 2024. Gaan postcoderoosprojecten met zonnepanelen weer vliegen volgens Siward Zomer?

Hoe kijken jullie als belangenorganisatie van de Nederlandse energiecoöperaties naar de ontwikkeling van de SCE?
‘De tarieven worden jaarlijks bepaald op basis van een rekenmodel van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Energie Samen wordt daarbij geconsulteerd. Daarbij richten we ons elk jaar op de kosten van projecten. Dat ging verschillende jaren goed; de kosten in de markt bleven dalen. Het afgelopen jaren stegen de kosten van pv-installaties en kleine windturbines echter en klopten de tarieven niet meer.’

De gevolgen zijn?
‘Het SCE-budget wordt al jaren op rij niet ten volle benut omdat de businesscases van projecten niet rendabel zijn. In 2024, waarin de tarieven werden verlaagd ten opzichte van het jaar daarvoor, was het niet anders. Er was 100 miljoen euro aan subsidie beschikbaar, er werd zo’n 10 miljoen euro aangevraagd, met name dankzij een sprint aan het einde van het jaar.’

Er worden wel coöperatieve zonne-energieprojecten gerealiseerd…
‘Dat was met name te danken aan de daling van de prijzen van zonnepanelen. Daar kwam echter een einde aan; die kon de onrealistische aannames in het model van het PBL niet meer compenseren. Onder de streep: de SCE-tarieven zijn al jarenlang onvoldoende. We hadden geluk dat de kosten daalden. Nu dat niet meer zo is, krijgen we heel veel projecten niet rendabel. Dit was reden voor ons om vorig jaar dieper het rekenmodel van het PBL in te duiken.’

De conclusie was?
‘Er is an sich niets mis met het model van PBL, maar dat geldt wel voor de waarden die werden ingevoerd, ook los van kosten, bijvoorbeeld ten aanzien van het rendement op eigen vermogen. Bij SDE++-projecten wordt uitgegaan van redelijke winst van 12 procent. Bij de SCE was dat 5 procent. Waarom dat verschil? De veronderstelling was dat energiecoöperaties minder winst hoefden te maken. Het gevolg voor de businesscases van coöperatieve projecten: ze worden te risicovol – en energiecoöperaties kunnen zo geen reserves opbouwen om tegenslagen op te vangen.’

Met de publicatie van de Zomerbrief van minister Hermans zijn de nieuwe SCE-tarieven bekend. Is er naar jullie geluisterd?
‘Die tarieven liggen hoger dan het jaar daarvoor. Zo waren de basisbedragen voor zon in 2024 12,4 eurocent per kilowattuur voor kleinverbruikersaansluitingen en 10,9 eurocent voor grootverbruikersaansluitingen. Die worden respectievelijk verhoogd naar 12,7 en 13 eurocent. En het basisbedrag voor gebouwgebonden zon-pv van 500 kilowattpiek tot 6 megawattpiek is bijvoorbeeld gestegen van 7 naar 8 eurocent per kilowattuur.’

Dat is goed nieuws? Hoe wordt er in de sector op gereageerd?
‘Met gemengde gevoelens. Het is een verbetering. Er is goed en constructief samengewerkt met PBL en er is geluisterd. We snappen elkaar en begrijpen de keuzes die er worden gemaakt. Maar de eerste geluiden zijn dat het resultaat onvoldoende is om echt los te gaan met postcoderoosprojecten. Het beschikbare budget zal vermoedelijk dit jaar dus wederom niet worden opgemaakt. Daarvoor wordt wederom te scherp gerekend, wellicht wat realistischer dan voorheen maar minimaal. De reden ligt waarschijnlijk in angst voor oversubsidiëring. Maar ik vraag me af wat het echte risico daarvan is, waar je dan bang voor bent als overheid. Is het erg als energiecoöperaties wat meer geld binnenhalen met een project? Ik denk het niet. Dat verdwijnt immers niet in eigen zakken, maar zorgt voor stevige lokale organisaties die weer investeren in nieuwe, lokale hernieuwbare-energieprojecten.’

Hoe zie jij de toekomst van de SCE en postcodeprojecten in het licht van dit alles?
‘Na de Tweede Wereldoorlog werd de landbouw fors financieel ondersteund om voedselzekerheid te garanderen. Dat leidde tot efficiëntie en lage productiekosten, maar er ontstond ook een boterberg door overproductie. Daardoor zakten de prijzen van boter fors tot onder de kostprijs, en dat leidde weer tot nieuwe subsidies om het verschil tussen de kostprijs en de marktprijs te dekken. Er is een vergelijking met de stand van zaken in de zonne-energiemarkt te maken. Er is sprake van overproductie. Daardoor moeten we blijven subsidiëren en het gat tussen de kostprijs en de marktprijs wordt steeds groter naarmate we meer zonne-energie produceren zonder dat er afname is. Dat moet veranderen.’

Is dit een pleit voor het afschaffen van subsidie voor commerciële en coöperatieve zonne-energieprojecten?
‘Geenszins. Zonnepaneelprojecten worden niet gerealiseerd zonder subsidie, zeker niet de komende 10 jaar wanneer de balans tussen vraag en aanbod zich moet herstellen. Maar het is nu elk jaar wel hetzelfde liedje wat betreft de SCE. We lopen rond in cirkels en daarbij is het duwen en trekken. Het blijft voor het PBL ontzettend moeilijk om op basis van enorm veel marktgegevens en de huidige volatiliteit in de markt goed tarieven vast te stellen. Er moet dus iets veranderen aan het huidige systeem, bijvoorbeeld in de vorm van contracts for difference voor coöperatieve energieproductie. Ik zie dat echter als een tussenfase. We moeten gelijktijdig gaan werken aan een exitstrategie voor subsidies voor duurzame energie, op weg naar een subsidieloze toekomst waarin de vraagprijs de kostprijs van de productiemiddelen reflecteert.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten