logo
wvhj2023
© Adam Nowak | Dreamstime.com
© Adam Nowak | Dreamstime.com
13 september 2024

Nieuw onderzoek brengt risico hergebruik batterijen en zonnepanelen in kaart

Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) heeft de risico’s in kaart gebracht van het hergebruik van batterijen, windmolens en zonnepanelen in second-lifetoepassingen. De risico’s blijken nagenoeg gelijk.

Het lectoraat Energie- en Transportveiligheid van het NIPV heeft onderzocht wat er gebeurt aan het einde van de eerste levensfase van batterijen, zonnepanelen en windturbines. Het onderzoek richtte zich op de mogelijke tweedelevenstoepassingen en de mogelijke risico’s van deze toepassingen.

4 soorten
De onderzoekers concluderen dat batterijen, zonnepanelen en windturbines niet vaak worden hergebruikt zonder aanpassingen. Herfabricage, herbestemming en recycling vindt vaker plaats én zijn ook kansrijker zonder extra bijkomende veiligheidsrisico’s, mits kwaliteitscontrole aan het eind van de eerste levensfase consequent wordt uitgevoerd.

Het rapport ‘Risico’s in tweede-levens toepassingen van energietransitie-technologieën’ maakt onderscheid tussen 4 soorten tweedelevenstoepassingen: hergebruik, herfabricage, herbestemming en recycling.

Hergebruik versus herbestemming
Volgens het NIPV is zelden sprake van hergebruik. Alle 3 de technologieën worden aan het einde van hun eerste levensduur nagenoeg zonder aanpassingen ingezet voor eenzelfde toepassing. Batterijen, zonnepanelen en windmolens van 10 tot 15 jaar oud kunnen zich aan het einde van hun oorspronkelijke levensduur qua efficiëntie namelijk niet meten aan de hedendaagse equivalenten. Daarom rest slechts een ‘downgrade’, zoals wanneer auto- of scooterbatterijen worden gebruikt als thuisbatterij of onderdelen van windturbines als bouwmateriaal.

Herfabricage van de onderzochte technologieën gebeurt tot op zekere hoogte. Door strengere Europese wetgeving ziet het NIPV dit bijvoorbeeld bij autobatterijen meer gebeuren. Batterijen, zonnepanelen en windturbines worden volop herbestemd. Met name bij batterijen gebeurt dit binnen Nederland. Windturbines en zonnepanelen worden ook geëxporteerd, en kennen vaker een tweede leven in het buitenland. Wanneer hergebruik, herfabricage of herbestemming niet aan de orde is, worden materialen gerecycled.

Geen nieuwe veiligheidsrisico’s
Binnen de 3 bestudeerde technologieën worden bij tweedelevenstoepassingen geen veiligheidsrisico’s geïdentificeerd die niet ook aan de orde zijn tijdens de eerstelevenstoepassing. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van deze technologieën verandert vaak wel bij een tweede toepassing. Het naleven van deze verantwoordelijkheid vergt volgens de onderzoekers daarom aandacht.

Zo worden bestaande maatregelen op het gebied van keuring niet consequent toegepast en bestaan er zorgen over tweedelevenstoepassingen die worden beheerd door bedrijven of burgers met onvoldoende kennis.

Preventieve maatregelen
Bij secondlifetoepassingen van batterijen pleiten de onderzoekers voor preventieve maatregelen om de kans op incidenten te reduceren. ‘Producentenverantwoordelijkheid zorgt ervoor dat de professionele markt stringente kwaliteitscontroles hanteert. Particulieren die batterijen hergebruiken voor nieuwe doeleinden, kennen geen vergelijkbare verplichtingen tot preventieve maatregelen. Een gebrek aan duidelijke richtlijnen en verantwoordelijkheden, gecombineerd met de grote variatie in herkomst van batterijen en gebrekkige deskundigheid van “hobbyisten” maakt deze laatste groep van batterijen het meest risicovol. Deze batterijen, zoals die uit afgedankte elektrische auto’s, scooters en fietsen, verdienen de meeste aandacht.’

Bij zonnepanelen blijft brandgevaar het belangrijkste risico in de ogen van het NIPV. ‘Zonnepanelen in hun tweedelevenstoepassing hebben een grotere kans een incident te veroorzaken dan zonnepanelen in hun eerstelevenstoepassing. Zo kunnen ze ouderdomsverschijnselen vertonen zoals gebarsten zonnecellen of verbindingsfalen. Bovendien kunnen bij herbestemming of recycling van zonnepanelen mogelijk gevaarlijke stoffen vrijkomen. Het testen van zonnepanelen na hun eerstelevenstoepassing geldt als een belangrijke preventieve maatregel: het geeft namelijk meer vertrouwen in de kwaliteit en de conditie van de zonnepanelen aan het begin van de tweedelevenstoepassing. Een kwaliteitskeurmerk voor partijen die zonnepanelen aan het einde van de eerstelevenstoepassing verwerken, zou een testregime verplicht kunnen stellen. Dit zou op zijn beurt het risico op de herintroductie van foutieve en dus gevaarlijke zonnepanelen verminderen.’

Deel dit artikel:
In samenwerking met
storage_magazine_logo

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten