Bart van der Holst en Gijs Verhoeven, promovendi van de TU Eindhoven (TU/e), hebben in een nieuw rapport de voor- en nadelen van financiële maatregelen onderzocht om het elektriciteitsnetwerk gelijkmatiger te belasten.
5 financiële maatregelen
Als onderdeel van het innovatieproject GO-e onderzochten ze 5 mogelijke financiële maatregelen die de netbeheerders kunnen nemen om de bestaande capaciteit beter te benutten.
‘In het geval van netcongestie op het laagspanningsnet, waar huizen en kleine bedrijven op zijn aangesloten, was de norm altijd om gewoon nieuwe kabels aan te leggen en zo het netwerk te verzwaren,’ legt Van der Holst uit. ‘Deze opgave is nu echter zo groot dat deze niet overal tijdig met verzwaren kan worden opgelost. We moeten daarom ook op andere manieren naar de problemen kijken, en iets gaan doen met de planning van ons energieverbruik.’
Nieuw nettarief
‘De toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) en Netbeheer Nederland verkennen momenteel een nieuw nettarief voor het gebruik van elektriciteit van kleinverbruikers’, voegt Verhoeven toe. ‘Ter voorbereiding hierop hebben wij onder andere een aantal mogelijke tariefsoorten onder de loep genomen.’
Daarnaast evalueerden de onderzoekers de voor- en nadelen van het invoeren van 2 verschillende contractsoorten, die op het middenspanningsnetwerk al worden toegepast. Voor alle 5 de onderzochte maatregelen geldt volgens de promovendi dat deze al dicht bij de markt staan en relatief simpel kunnen worden ingevoerd.
No silver bullet
‘De eindconclusie van het onderzoek is dat sommige van deze maatregelen en met name combinaties ervan zeker gaan helpen tot 2030, maar dat deze niet de eindoplossing zijn,’ benadrukt Koen Kok, begeleider van de 2 promovendi. ‘Het is dus voor de netbeheerders noodzakelijk om flexibel te blijven, mee te blijven bewegen met de veranderende werkelijkheid tijdens de energietransitie, en continu te blijven nadenken over de volgende stap.’
In hun onderzoek keken de promovendi naar nettarieven die eindgebruikers betalen voor hun aansluiting op het elektriciteitsnet. De ACM bepaalt de maximale kosten die netbeheerders aan huishoudens mogen vragen voor het transport van de energie en de aanleg en het onderhoud van bijvoorbeeld kabels en transformatorhuisjes. De onderzoekers bekeken met behulp van simulaties hoe 3 opties om deze tarieven te flexibiliseren de belasting van het elektriciteitsnetwerk beïnvloeden. Het gaat er hierbij om hoeveel elektriciteit er op enig moment vanuit huizen van of naar het netwerk stromen.
3 tariefsoorten
De eerste optie betreft een zogeheten bandbreedtetarief. In dit scenario krijgt een consument een vast tarief voor het gebruik van het netwerk binnen een bepaalde bandbreedte. Dit geldt ook voor het terugleveren van energie aan het stroomnet, bijvoorbeeld via zonnepanelen. Op de momenten dat een klant meer stroom van het netwerk afhaalt, of er meer aan teruglevert dan de vooraf vastgestelde bandbreedte, betaalt die een aanvullend bedrag voor gebruik van deze netcapaciteit. Maar als het energietransport tussen het huis en het stroomnet vlakker wordt gehouden, is de consument voordeliger uit. Dat betekent bijvoorbeeld dat het loont om een elektrische auto te laden op het moment dat de zon schijnt, of om de droger pas aan te zetten als de vaatwasmachine klaar is.
Een tweede onderzochte optie was een nettarief dat is gebaseerd op het tijdstip van het gebruik. Bij deze tariefsoort kost een netwerkaansluiting meer als energie wordt gebruikt of geleverd op piekmomenten, en is deze goedkoper als juist tijdens daluren meer energie getransporteerd wordt van en naar het netwerk.
2 opties bij contracten
De laatste tariefgebaseerde mogelijkheid die de promovendi simuleerden, betrof een zogeheten gewogen piektarief. In dit scenario wordt het tarief bepaald door de hoogte en timing van het grootste energieverbruik. Pieken in dalmomenten wegen dan minder zwaar mee dan als de verbruikspiek valt in een piekmoment voor het netwerk. Dus als het grootste verbruik wordt verplaatst naar een dalmoment, is men voordeliger uit.
Voor de contracten keken de onderzoekers naar twee opties. De eerste soort contracten beperken de capaciteit van de aansluitingen op enig moment. Van der Holst legt uit: ‘Je krijgt een aansluiting voor een bepaalde maximale capaciteit, waarvan een deel op afroep niet beschikbaar is. Een dag van tevoren laat de netbeheerder weten hoeveel van je capaciteit je de volgende dag kunt gebruiken.’ Een tweede optie is een zogeheten redispatch contract. Dit is gebaseerd op hetzelfde idee, maar hier is het de gebruiker zelf die vooraf aangeeft wat hij nodig denkt te gaan hebben. De netbeheerder geeft dan aan op welke momenten er meer of minder gebruikt moet worden.
Combinatie werkt het best
Uit de experimenten en simulaties blijkt dat een combinatie van deze contractvormen met een gewogen piektarief op de kortere termijn kan leiden tot een gelijkmatigere spreiding van elektriciteitsgebruik over de dag en daarmee tot minder netcongestie.
De onderzoekers besluiten: ‘Maar als steeds meer mensen dynamische energiecontracten krijgen en slimme apparaten die zelf kunnen bepalen wanneer zij energie gebruiken of opslaan, is de kans groot dat al deze gebruikers op hetzelfde goedkope moment energie gaan gebruiken. En dan ontstaat er wederom congestie. Ook kunnen de apparaten van kleingebruikers in toenemende mate ingezet worden om geld te verdienen aan het oplossen van de onbalans tussen vraag en aanbod. We laten in de studie zien dat dit weer nieuwe pieken op het net kan veroorzaken. Vandaar dat we ervoor pleiten vooruit te blijven denken over de mogelijkheid om dit soort financiële prikkels aan te passen naarmate de energietransitie vordert. Dit is een dynamisch systeem, dat kun je niet regelen met rigide instrumenten.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.