Jij was betrokken bij de realisatie van de energiehub op Bedrijvenpark Pannenweg in Nederweert.
‘Die ging als een van de eerste in Nederland op 1 juni online. 20 bedrijven verhandelen daar nu onderling hun energie. De volgende stap is dat zij het technische systeem ook mogen gebruiken om zo veel mogelijk zonne-energie in te voeden op de momenten dat ze die op het bedrijventerrein kunnen gebruiken. Zo maken we de inpassing van meer zonnepanelen mogelijk zonder het stroomnet te veel te belasten, en maken we ruimte voor groei van activiteiten.’
Wat was jouw rol?
‘Het begon met het beantwoorden van basale vragen. Wat mag en wat kan, hoe verhoudt zich dit tot bestaande wet- en regelgeving? Uiteindelijk raakte ik via Enzo Diependaal betrokken bij het gehele traject, inclusief de organisatie en het opzetten van het energiehandelsplatform en het energiemanagementsysteem (EMS). Die samenwerking is zo intensief geworden dat we besloten een gezamenlijk bedrijf te starten.’
Worden energy hubs mainstream in Nederland?
‘Er zijn vele initiatieven, de mogelijkheden worden alom onderzocht. Er zijn mensen die denken dat straks zo’n beetje alle 3.500 Nederlandse bedrijventerreinen energy hubs zijn. Dat is denk ik een forse overschatting. Hoeveel er zullen komen, een paar honderd of wellicht wel 1.000, ik weet het ook niet exact. Ze bieden een mooie kans voor bedrijven die worden geconfronteerd met de beperkingen van het net, maar er zitten vele haken en ogen aan.’
Wat zijn barrières?
‘Ondernemers willen in principe baas in eigen bedrijf zijn. De voorkeur gaat altijd uit naar zelf controle hebben over je energie en aansturing van je gebruik. Organiseer je dat collectief, dan lever je in op die zelfbeschikking. Bovendien kleven er financiële risico’s aan. Wegen die wel tegen de baten op? Die vraag zal altijd gesteld worden voordat er een handtekening wordt gezet. Een directeur van een bedrijf dat niet in eigen handen is, zal zich wat dat betreft al helemaal moeten verantwoorden aan het hoofdkantoor.’
Energy hubs zijn wel een oplossing voor een nijpend probleem.
‘Dat wordt al bewezen, met onder andere Schiphol Trade Park als goed voorbeeld. Maar als je alleen een hamer hebt, begint alles al heel snel op een spijker te lijken. Energy hubs kunnen een mooi middel zijn om in geval van transportschaarste lucht te geven. Deze opzetten moet echter geen doel op zich worden – ze zijn een oplossing, niet dé oplossing.’
Wat is de kunst van energiemanagement op energy hubs?
‘Het begint met iedereen meekrijgen. Je kunt als buitenstaander een mooi verhaal vertellen, het idee van een energy hub met verve verkopen. Maar om het van de grond te krijgen, is een gedeeld gevoel van urgentie en commitment nodig. De belangen zijn groot. Dat vraagt om een lokale kartrekker, iemand die iedereen kent en vertrouwt, het gehele proces begeleidt en er ook nog is wanneer alles draait. Je kunt aan het einde van de realisatie niet zeggen “Het is af!” en vervolgens je boeltje pakken en vertrekken. Ook wanneer het systeem helemaal live is, blijft het iets wat aandacht nodig heeft. Dat moet echt van de betrokken bedrijven zelf komen.’
Daarnaast moeten er heel goede afspraken worden gemaakt.
‘Wat is het exacte probleem, hoe gaan we dat aanpakken in het samenspel van energiegebruik en -opwek? Welke assets zoals batterijen en generatoren zijn nodig? Dat moet als eerste worden bepaald en vastgelegd in een plan. Daarnaast zijn spelregels over de operationele praktijk cruciaal. Een simpel voorbeeld: Stel je spreekt af dat jij stroom tussen 8 en 9 uur gebruikt en je buurman tussen 9 en 10 uur, en vervolgens houdt je buurman zich daar niet aan – dan volgt een heel moeilijke discussie. Er zijn nog geen standaarden voor het vastleggen van onderlinge collectieve spelregels voor bedrijven binnen energy hubs.’
Technisch zit niets in de weg?
‘In Nederweert stuurt het energiemanagementsysteem nu op zonnepanelen en batterijen bij het mitigeren van congestie. In de toekomst zal daar de flexibele inzet van energieverbruik aan worden toegevoegd, inclusief een vergoedingensysteem uiteraard. Het is technisch allemaal mogelijk. Simulatiemodellen maken om een slim en flexibel energiesysteem op een bedrijventerrein te ontwerpen, is vrij eenvoudig. De uitvoering kan echter behoorlijk complex zijn. Verzinnen wat een energiemanagementsysteem conceptueel moet kunnen, is zo gebeurd, maar tussen dat ontwerp en het moment dat het ook daadwerkelijk draait zit nog een hoop werk.’
En wat betreft de software die de sturing van het energiemanagementsysteem verzorgt?
‘Wij hebben de expliciete keuze gemaakt om met 2 verschillende leveranciers te werken, die van de hardware en de software. Zo kan iedereen worden aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheden en is er geen sprake van afhankelijkheid van één partij die bedrijven in een hoek kan drijven. Je kunt die EMS-partner dan ook vervangen door een nieuwe, mocht dat om wat voor een reden dan ook wenselijk zijn.’
Welke lessen heb jij geleerd?
‘Hou het simpel, begin eenvoudig, het is allemaal al moeilijk genoeg. De grootste uitdagingen schuilen in de zakelijke kant van het verhaal. Energy hubs zijn niet altijd een win-winverhaal. Ze zijn van invloed op alles wat ermee te maken heeft. Zo kun je lokaal transportproblematiek oplossen, maar daarmee ongewenste portfolio-effecten voor energieleveranciers veroorzaken. Niet ieder bedrijf neemt immers elektriciteit af bij dezelfde partij. Denk ook aan de kans op het ontstaan van oscillatie-effecten in het systeem – bijvoorbeeld wanneer verschillende assets via het energiemanagementsysteem op een ongewenste manier op elkaar reageren. Dit is natuurlijk niet onoplosbaar, maar brengt wel complexiteit met zich mee. De toekomst moet uitwijzen welke nevengevolgen precies zullen ontstaan en hoe we daarmee om moeten gaan. Daarnaast stoei ik met de verhouding met netbeheerders. Het faciliteren en toekennen van capaciteit is feitelijk hun taak. Het is mooi dat ze meewerken aan de totstandkoming van energy hubs, maar daarmee lijkt wel een deel van hun taak verlegd te worden naar private partijen. Dat is op zich niet erg, maar hoever moeten we hierin gaan? Daar moeten we bewuste keuzes in maken.’
De juni 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, het potentieel van de directe lijn, balkonzonnepanelen en het verhogen van het zelfverbruik.