logo
wvhj2023
© Sean Pavone | Dreamstime.com
© Sean Pavone | Dreamstime.com
24 juni 2024

150 miljoen euro nodig voor batterijen, windmolens en zonnepanelen op Aruba, Curaçao en Sint Maarten

De Nederlandse rijksoverheid moet de komende jaren 150 miljoen euro uittrekken voor de uitrol van windmolens, zonnepanelen en batterijen op Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dat blijkt uit onderzoek van TNO.

In het voorjaar van 2023 besloot het Nederlandse kabinet om diverse investeringsprogramma’s – waaronder de subsidieregeling SDE++ voor projecten met zonnepanelen – beschikbaar te maken voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten. Als onderdeel van dat besluit heeft de TNO nu in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor verduurzaming van de lokale energievoorziening en een openstelling van de SDE++.

Wind- en zonne-energie
Het TNO-onderzoek schetst de totale investeringsbehoefte van de 3 landen en de impact daarvan op de energietransitie. Het onderzoek bevestigt daarnaast dat, zoals demissionair minister Jetten eerder al stelde, de randvoorwaarden van de subsidieregeling SDE++ niet goed aansluiten op de behoeften van de landen. Als alternatief raadt TNO daarom aan om af te wijken van de SDE++-kaders.

‘De belangrijkste projecten voor CO2-reductie zijn wind- en zonne-energieprojecten’, aldus Jetten over de conclusies van TNO. ‘Investeringen in het elektriciteitsnet zijn een belangrijke randvoorwaarde voor de energietransitie.’

Fossiele productie
De wind- en zonne-energieprojecten in het rapport van TNO zijn rendabel ten opzichte van de huidige fossiele productie. Ook is er volgens de onderzoekers voldoende bereidheid van commerciële partijen en huishoudens om wind- en zonne-energieprojecten te financieren.

‘Er moeten wel kosten worden gemaakt voor het inpassen van de wind- en zonne-energieprojecten, die gedragen worden door de overheidsbedrijven’, aldus Jetten. ‘Dat zijn kosten voor de netaansluiting, batterijopslag en netuitbreiding. Investeringen in netverzwaring, flexibiliteit in elektriciteitsproductie en opslag zijn ook nodig voor verdere verduurzaming van het energiesysteem.’

Aruba: 15 megawattpiek extra zonnepanelen
Op Aruba komt momenteel ongeveer 20 procent van de geproduceerde elektriciteit uit hernieuwbare bronnen: op basis van 1 windpark van 30 megawatt dat goed is voor zo’n 15 procent van de elektriciteitsproductie en bijna 32 megawattpiek aan zonnepanelen, goed voor zo’n 5 procent van de elektriciteitsproductie. Het grootste deel van de zonne-energie komt van decentrale opwekking met zonnepanelen op daken: 22 megawattpiek. Het overige deel komt van 2 zonneparken bij het vliegveld en de voormalige raffinaderij met een vermogen van 3,5 en 6,1 megawattpiek. Door de toenemende opwek en teruglevering van zon op daken ontstaat er druk op het laagspanningsnet en treden er spanningsproblemen op in sommige buurten.

Aruba streeft naar 50 procent hernieuwbare energie in 2030 door onder meer het windpark uit te breiden naar 90 megawatt, 15 megawattpiek zonnepanelen te installeren en 30 tot 40 megawattuur aan batterijen.

Curaçao: 10 megawatt batterijen
Op Curaçao komt ongeveer 30 procent van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen. Er zijn 3 windparken van in totaal 46,5 megawatt, goed voor 25 procent van de elektriciteitsproductie. Daarnaast is er ongeveer 23 megawattpiek aan zonnepanelen op daken geïnstalleerd. Ook op Curaçao is er een toename van elektrisch vervoer te zien. Er wordt gewerkt aan een pilotproject met 6 elektrische bussen voor het openbaar vervoer. Het gaat om een offgrid systeem voor het laden van de bussen met 1,1 megawattpiek zonnepanelen en batterijen.

Aqualectra wil het aandeel hernieuwbaar in de elektriciteitsmix in stappen verhogen naar 70 procent. Om dit te bereiken, wordt er op korte termijn een nieuw windpark van 22 megawatt gebouwd, investeert het in een zonnepark van 10 megawattpiek en 32,5 megawatt vermogen aan batterijen. Hiermee komt het aandeel hernieuwbaar eind 2024 op rond de 50 procent, waarvan 40 procent door windenergie en een kleine 10 procent uit zonne-energie. In 2027 is Aqualectra van plan om de turbines bij de twee oudste windparken te vervangen door nieuwe, grotere modellen. Hiermee stijgt de totale capaciteit windenergie naar 94,5 megawatt. Om de grote hoeveelheden windenergie in te passen, wordt er ook nog 10 megawatt vermogen aan batterijen geïnstalleerd.

Sint Maarten: nog geen concrete plannen
Op Sint Maarten wordt momenteel een zeer beperkte hoeveelheid hernieuwbare stroom opgewekt. Kleine zonnepaneelinstallaties voor eigen verbruik kunnen geïnstalleerd worden zonder goedkeuring van netbeheer en energiebedrijf GEBE. Hierdoor is het onduidelijk hoeveel zonnepanelen er op daken geïnstalleerd zijn.

Op dit moment zijn er weinig concrete plannen voor de energietransitie op Sint Maarten. Er wordt gewerkt aan studies waaruit meer concrete projecten kunnen komen. Zonne-energie lijkt de beste optie voor meer hernieuwbare elektriciteit, en zonnepanelen op daken is volgens TNO een interessante optie gezien de beperkte ruimte op het eiland voor duurzame energie. Windenergie lijkt minder geschikt te zijn, voornamelijk vanwege de lage windsnelheden, de beperkte ruimte en kans op orkanen. De onderzoekers stellen dat 100 procent hernieuwbare elektriciteit op Sint Maarten zeer uitdagend is, meer dan op Aruba en Curaçao. ‘Er zijn echter wel opties denkbaar naast de uitbreiding van zon-pv, zoals afvalverbranding, geothermie vanuit Saba en St. Eustatius met een onderzeese kabel, samenwerking met het Franse Saint-Martin en het gebruik van waterstof of biobrandstoffen.’

Investeringssubsidie
Een van de belangrijkste conclusies van de TNO-onderzoekers is dat een investeringssubsidie of leningen met lage rentes voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten beter aansluiten dan een exploitatiesubsidie zoals de SDE++. ‘Om de transitie kosteneffectief te stimuleren, zijn investeringssubsidies gericht op randvoorwaarden van de energietransitie – zoals netverzwaring, netaansluitingen en batterijopslag – meer passend’, duidt Jetten. ‘Om deze investeringen mogelijk te maken, is naar verwachting ten hoogste een subsidie van 150 miljoen euro benodigd.’

Komende tijd zal de inzet van de financiële middelen volgens Jetten in goed overleg met Aruba, Curaçao en Sint Maarten verder uitgewerkt worden. Daarbij zal onder meer gekeken worden naar de uiteindelijke hoogte van de ondersteuning per land, de wijze van subsidiëring, het tempo en de voorwaarden die hieraan verbonden worden, zoals cofinanciering vanuit de landen zelf.

Deel dit artikel:
In samenwerking met
storage_magazine_logo

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten