Rechter geeft gemeente gelijk, belastingaanslag voor zonnepanelen terecht

De zonnepaneelinstallatie is geplaatst op het dak van het gebouw, maar de zonnepaneelinstallatie is in handen van een ander bedrijf dan de gebouweigenaar. Daarom is voor het gebruik van het dak voor de installatie van zonnepanelen een huurovereenkomst afgesloten en is een recht van opstal gevestigd.

Onroerendezaakbelasting 
De ambtenaar van de gemeente Tilburg heeft via een beschikking in maart 2022 aan de eigenaar van het zonnedak laten weten dat de WOZ-waarde op 1 januari 2021 is vastgesteld 847.000 euro. Voor het kalenderjaar 2021 werd de WOZ-waarde vastgesteld op 789.000 euro.

Tegelijkertijd met het vaststellen van de WOZ-waarde heeft de eigenaar 2 aanslagen voor de gemeentelijke onroerendezaakbelasting (ozb) ontvangen voor het kalenderjaar 2021 en 2022. De eigenaar heeft tegen beide aanslagen bij de gemeente bezwaar aangetekend. De heffingsambtenaar heeft deze bezwaren vervolgens in februari 2023 ongegrond verklaard en daarom is de eigenaar naar de rechter gestapt.

Niet aanwezig
Opvallend is dat de eigenaar en zijn advocaat tijdens de rechtszaak niet aanwezig waren, ondanks dat de rechtbank een aangetekende brief heeft verstuurd over de zittingsdatum.

Het meningsverschil tussen de zonnepaneeleigenaar en de gemeente draait om de zogenaamde werktuigenvrijstelling die ervoor zou zorgen dat de zonnepanelen vrijgesteld zouden zijn van ozb. De omvormers, bekabeling en meet- en regelapparatuur vallen volgens beide partijen onder de werktuigenvrijstelling, maar de zonnepanelen in de ogen van de eigenaar niet.

5 criteria
Waar de eigenaar vindt dat de gehele zonnepaneelinstallatie aan alle 5 de criteria van de werktuigenvrijstelling voldoet, vindt de gemeente dat aan 2 criteria niet wordt voldaan. Die 2 criteria zijn of de pv-installatie aan te merken is als een op zichzelf gebouwd eigendom én of de uiterlijke herkenbaarheid behouden wordt als de zonnepanelen weggehaald worden.

De eigenaar van de zonnepaneelinstallatie vindt dat de zonnepaneelinstallatie geen op zichzelf gebouwd eigendom is en die mening wordt door de rechter gedeeld. Als het gebouw wordt afgebroken, verdwijnt namelijk ook de zonnepaneelinstallatie en daarom kan de pv-installatie volgens de rechtbank Zeeland-West-Brabant niet aangemerkt worden als op zichzelf gebouwd eigendom.

Uiterlijke herkenbaarheid
De rechter stelt echter dat aan het vijfde criterium van de werktuigenvrijstelling niet wordt voldaan. Na verwijdering van de zonnepanelen zouden enkel stellages overblijven.

Zonder zonnepanelen is de pv-installatie volgens de rechter niet langer herkenbaar als werktuig. Om die reden is de WOZ-waarde voor de zonnepaneelinstallatie volgens de rechter door de gemeente correct vastgesteld. Het beroep van de eigenaar wordt daarom ongegrond verklaard. Dit betekent dat de WOZ-waarde en de ozb-aanslag gehandhaafd blijven.