De samenwerking is onderdeel van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER). Het gaat specifiek om de snelwegen A76 tussen de Duitse en Belgische grens, de A79 van Maastricht tot Heerlen en de A2 vanaf de Belgische grens in Eijsden tot en met knooppunt Kerensheide.
Regionale Energiestrategie
Met het OER-programma stelt de rijksoverheid eigen gronden ter beschikking aan ontwikkelaars voor de realisatie van duurzame-energieprojecten. Daarnaast kunnen ook aangrenzende gronden van de gemeenten en provincie meegenomen worden.
Voor de Regionale Energiestrategie (RES) Zuid-Limburg heeft de energieregio – mede namens de regio’s Maastricht-Heuvelland, Parkstad, Westelijke Mijnstreek en provincie Limburg – een verzoek ingediend bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat om duurzame energie op te wekken op rijksgrond in Zuid-Limburg.
39 hectare
Uit vooronderzoek is gebleken dat de beschikbare rijksgronden voldoende potentie hebben. De gemeenten waarbinnen rijksgrond ligt waarop duurzame energie opgewekt kan worden zijn Beek, Beekdaelen, Eijsden-Margraten, Heerlen, Maastricht, Meerssen, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal, Sittard-Geleen. Deze 9 gemeenten, de provincie Limburg en het Rijk gaan zich in- zetten om de opwek van energie op die gronden mogelijk te maken.
Nu de intentieverklaring is getekend, start een nieuwe fase. Daarin wordt de locatiekeuze, landschappelijke inpassing en opwekpotentie verder uitgewerkt. In totaal is er ongeveer 39 hectare aan gronden als kansrijk aangemerkt. Dit zijn veelal gronden in knooppunten of langs de rijksweg. Vanwege locatiespecifieke kenmerken, denk bijvoorbeeld aan bestaande bomen of archeologische waarde, kunnen mogelijk nog een aantal percelen afvallen.
Stroomnet
Bovendien is het stroomnet in Limburg overbelast. Het OER-projectteam blijft om die reden in gesprek met de netbeheerder om te kijken naar mogelijke oplossingen. Verder wordt ook gekeken naar kansen om energie die wordt opgewekt op dezelfde plek weer te gebruiken, zoals bijvoorbeeld voor naastgelegen bedrijventerreinen.
De samenwerkende partijen hebben tot slot aandacht voor de belangen vanuit de omgeving. Om die belangen goed te borgen, wordt een participatietraject gestart.