Huisvestingsmaatschappijen die investeren in zonnepanelen kunnen momenteel een deel van de besparingen die huurders op hun energierekening realiseren, terugvragen als vergoeding. De vergoeding hangt af van het aandeel zonnestroom dat de huurder effectief heeft verbruikt.
Digitale meters
De berekening van deze vergoeding is nu aangepast vanwege nieuwe digitale meters en tarieven, waarbij geen onderscheid meer gemaakt wordt tussen beschermde en niet-beschermde afnemers. Waar bij de terugdraaiende teller 100 procent van de geproduceerde stroom door de huurders zelf gebruikt kon worden, is dat bij digitale meters slechts 30 tot 35 procent. 70 tot 65 procent van de productie wordt daarmee teruggeleverd aan het stroomnet en kan worden vermarkt.
Het uitgangspunt van de huidige berekeningswijze is dat de verhuurder nog steeds een vergoeding aan de huurders doorrekent, maar dat de hoogte van de vergoeding wordt bepaald door het aandeel van de geproduceerde stroom die de huurder effectief heeft verbruikt; oftewel het zelfverbruik.
Vermarkten
Daarnaast kan de sociale verhuurder die eigenaar is van de zonnepaneelinstallatie de geïnjecteerde stroom vermarkten. De opbrengst van de niet verbruikte zonnestroom zou dus niét ten goede komen aan de bewoner. Het voordeel voor de huurder ligt namelijk in het gelijktijdig verbruiken van stroom tegen een laag tarief, wat hem aanmoedigt om zijn zelfverbruik te verhogen.
Om de overtollige zonnestroom te vermarkten, moet de eigenaar van de zonnepaneelinstallatie – de huisvestingsmaatschappij – zich echter als netgebruiker registreren op het injectiepunt van de woning. Zo kan hij de zonne-energie vermarkten via een terugleververgoeding, verkopen aan een energiegemeenschap, aan energiedelen doen of andere opties overwegen.
Teruglevercontract
Deze situatie zorgt er echter voor dat de huurder geen teruglevercontract kan afsluiten bij zijn energieleverancier, of een bestaand teruglevercontract moet stopzetten. Marktpartijen hebben de Vlaamse regering erop gewezen dat het niet eenvoudig is om huurders te motiveren hun lopend energiecontract aan te passen en de splitsing tussen afname en injectie door te voeren.
Het gevolg is inkomstenverlies voor de verhuurder, die dit geld anders zou kunnen gebruiken voor nieuwe investeringen in onder meer zonnepanelen. Daarom is nu voorgesteld om, in lijn met het tarief voor het zelfverbruik, ook een forfaitaire vergoeding in te voeren voor het aandeel geïnjecteerde stroom. Op voorstel van Vlaams minister Matthias Diependaele wordt daarbij gekozen voor een ééngemaakt tarief, namelijk het tarief dat nu voor beschermde afnemers geldt.
Advies
Voor het doorvoeren van de verschillende maatregelen wijzigt de Vlaamse regering het besluit ‘Vlaamse Codex Wonen van 2021’ over de vergoeding van hernieuwbare-energiebronnen. Daarbij wordt in de komende periode advies ingewonnen bij de Raad van State.
De Inspectie van Financiën heeft al een gunstig advies gegeven en daarom heeft de Vlaamse regering nu het benodigde begrotingsakkoord verleend en het besluit voor de eerste keer principieel goedgekeurd.
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.