Roland van der Klauw wil de zonneman in Den Haag worden

Waar komt die politieke ambitie van jou vandaan?
‘Dat gaat even terug. Ik ging in 1982 – tijdens de koude oorlog – aan de slag als officier bij de landmacht. Dat was een geweldig mooie ervaring. Het voelde goed om ons land te dienen. Aan het einde van mijn werkzame leven, nu dus, wil ik nog 1 keer impact maken, werken aan een betere samenleving.’

Dat doe je nu toch ook?
‘Zeker. Met Wocozon, dat ik oprichtte en waar ik nog steeds directeur ben, hebben we nu zo’n 45.000 sociale huurwoningen voorzien van zonnepanelen. Daarmee helpen we mensen die het vaak niet breed hebben om mee te doen aan onze energietransitie, en daar ook de financiële vruchten van te plukken. Maar als Tweede Kamerlid kun je meer bereiken, voor meer mensen.’

Iemand uit de pv-sector in de Tweede Kamer, heeft dat meerwaarde?
‘Het is heel belangrijk. We staan voor een enorme opgave; Nederland moet klimaatneutraal zijn in 2050. Dat vergt een compleet nieuw energiesysteem, primair gebaseerd op energie uit oneindige, natuurlijke bronnen zoals zon, wind en geothermie. De gebouwde omgeving moet al in 2040 volledig geëlektrificeerd zijn met zelfvoorzienende wijken die primair op zonnepanelen draaien. Dat vraagt, naast politici, ook om materiedeskundigen in het parlement – mensen met kennis, jarenlange ervaring en een trackrecord in onze branche die weten wat wel en wat niet werkt in de praktijk. Dan krijg je doelmatige wetgeving.’

Wat zie jij als prioriteit?
‘Het ontwikkelen van een evenwichtige, goed doordachte langetermijnvisie op de energietransitie naar 2050 toe. Dat lijkt ver weg, maar gezien de grote opgave waarvoor we staan, zijn we eigenlijk al te laat. Met 22 jaar ervaring in de bouwsector, waarvan 12 jaar in de pv-branche op mijn conto, weet ik wat er moet gebeuren en hoe de hazen lopen. De energietransitie is disruptief voor de gevestigde orde. Daar moet je oog voor hebben, niet alles wat verstandig is gaat vanzelf. Dat vergt keuzes maken en grenzen stellen aan wat we nog “old school” mogen doen.’

En concreet?
‘Als we een volledig geëlektrificeerde gebouwde omgeving willen hebben in 2040 zal de productie van hernieuwbare energie met een factor 4 omhoog moeten. Dat betekent ook stevige groei van zonne-energie in bebouwd gebied, maar wel zodat de elektriciteitsnetten het nog aankunnen. Zon op – eigen – dak zal aantrekkelijker moeten worden. We zullen zoveel mogelijk energie lokaal gaan houden. En nieuwe woningen of wijken moeten zo ontworpen worden dat ze zelfvoorzienend zijn in hun energie. Lokale energiegemeenschappen met lokaal ondernemerschap en lokaal eigendom, dat is waar ik voor sta. En nieuwe woningen of wijken moeten zo ontworpen worden dat ze zelfvoorzienend zijn in hun energie.’

Een stem op jou is een stem op de VVD, dat is niet de hoek die de meeste ambitie toont als het om de energietransitie gaat.
‘Wil je een langetermijnvisie en -beleid, dan heb je ook partijen nodig die een stabiele factor zijn voor Nederland. Het is dan niet handig om met fusiepartijen te werken – fusie=ruzie – of met één-persoon/één-thema partijen. Die zijn er over 4, 8 of 16 jaar niet meer. Bij die partij kan ik dus een verschil maken. Vooralsnog heb ik, onder de 1.126 kandidaten, nog geen andere mensen uit de pv-branche kunnen ontdekken. En dat is jammer. Van welke politieke signatuur dan ook, ze zijn wat mij betreft van grote meerwaarde. De energietransitie is niet de zaak van één partij. Ze moet breed gedragen worden, dus tevens in onze volksvertegenwoordiging.’

Je staat op plek 63, denk je dat je genoeg voorkeurstemmen krijgt om direct in de Tweede Kamer te komen?
‘Ach. In onze branche werken heel wat meer mensen dan de 18.000 voorkeurstemmen die ongeveer nodig zijn voor een plek in de kamer. Bij de vorige landelijke verkiezingen in 2021 bracht ruim 28 procent van de kiezers een voorkeurstem uit. Volgens mij zijn er toen 3 kandidaten op deze wijze de Tweede Kamer ingekomen. We spreken elkaar dus wel weer na 22 november. En het belangrijkste in een democratie is dat mensen gaan stemmen. Op wie dan ook.’