De wereldwijde markt voor drijvende zonnepanelen zal naar verwachting in 2031 de grens van 6 gigawattpiek jaarlijks installatievolume passeren, omdat projectontwikkelaars worstelen om aan de groeiende vraag naar zonne-energie te voldoen en op zoek gaan naar alternatieve ontwikkelingstechnologieën en -locaties.

15 landen
‘De wereldwijde pv-industrie, inclusief ontwikkelaars, blijven vechten tegen de beperkte beschikbaarheid van land en de stijgende grondkosten voor grondgebonden zonne-energieprojecten, wat de vraag naar drijvende installaties stimuleert’, stelt Ting Yu, consultant bij Wood Mackenzie, deze week op de SNEC PV Power Expo in Shanghai.

Naar verwachting zullen 15 landen tegen 2031 meer dan 500 megawattpiek aan drijvende pv-installaties hebben, waarbij Indonesië, India en China bijna 70 procent van de totale vraag naar drijvende zonnepanelen in 2022 voor hun rekening nemen. ‘Ondanks dat de ontwikkelingskosten van floating pv 20 tot 50 procent hoger liggen dan vergelijkbare projecten op de grond, helpt de toegenomen concurrentie in het ontwikkelaars- en epc-landschap om de kosten te drukken’, aldus Yu.

3 gigawattpiek
De Aziatisch-Pacifische markt telde in 2022 ongeveer 3 gigawattpiek aan drijvende zonne-energieprojecten, oftewel meer dan 90 procent van de vraag naar drijvende zonne-energie.

‘China zal leider blijven op het gebied van drijvende zonnestroominstallaties’, stelt Yu. ‘Het land heeft gebruik kunnen maken van ondergelopen kolenmijnen die buiten bedrijf zijn gesteld om drijvende zonne-energie te ontwikkelen.’

Nederland
Met bijna 150 megawattpiek geïnstalleerd vermogen in 2022 is Europa de tweede grootste regio voor floating pv-vraag, met Nederland aan de leiding, gevolgd door Frankrijk. Nederland was daarbij volgens de marktonderzoekers goed voor een derde van de vraag. ‘Hoewel het nog steeds een kleine markt is in Europa, is de trend positief en worden in de nabije toekomst grotere drijvende pv-centrales verwacht’, stelt Yu. ‘Na 2025 wordt een langzame groei verwacht omdat de belangrijkste locaties dan al ontwikkeld zijn. Bovendien betekenen netbeperkingen en hogere genivelleerde energiekosten voor grotere installaties dat de technologie niet kan concurreren met pv op daken.’