
Hoe kan België het beste de weg naar klimaatneutraliteit in 2050 bewandelen? Is dat überhaupt haalbaar, en kan het tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten? Deze vragen vormden de basis van een onderzoek dat EnergyVille uitvoerde in opdracht Febeliec, de Belgische belangenorganisatie voor industriële en grote afnemers van elektriciteit en aardgas. Dat leidde tot het opzetten van het platform PATHS 2050 – The Power of Perspective.
Oogopslag
‘Dit platform is gebaseerd op het door ons ontwikkelde TIMES-Be model’, aldus Lodewijks. ‘Dat berekent netto nul-emissiescenario’s aan de hand van technische en economische parameters, en het zoekt naar de meest kosteneffectieve oplossing om te voldoen aan de vraag naar energiediensten vanaf vandaag tot 2050. Zo kun je in een oogopslag de uitkomsten zien, en dat over verschillende sectoren heen – industrie, elektriciteit, gebouwen, transport en waterstof. Het model is vandaag het meest gedetailleerde techno-economische model van het Belgische energiesysteem.’
Evenwichtige reeks
Meer dan 200 onderzoekers van EnergyVille werkten samen om data-gedreven roadmaps uit te tekenen die toegankelijk gepresenteerd worden op het PATHS 2050-platform. Dat resulteerde in 3 verschillende scenario’s die ieder een route naar koolstofneutraliteit tegen 2050 beschrijven. Het Centrale scenario gaat uit van – gegeven de technologische ontwikkelingen van vandaag – inzetten op een evenwichtige reeks opties op het gebied van energie-efficiëntie, brandstofvervanging, elektrificatie, het gebruik van synthetische moleculen zoals waterstof en technologie voor koolstofverwijdering. Scenario 2 is dat van vergaande elektrificatie; meer offshorewindenergie toevoegen – 16 gigawatt – en investeren in nieuwe nucleaire technologie.
Vraag naar elektriciteit
Lodewijks: ‘In het Clean Molecules Scenario ligt de focus op duurzame moleculen; de kosten voor import van groene waterstof en andere synthetische moleculen zijn laag. België heeft beperkt toegang tot grensoverschrijdende CO2-opslag – 5 miljoen ton per jaar. In alle scenario’s verdubbelt de vraag naar elektriciteit naar 2050 toe. De totale energievraag neemt af met een derde, bijvoorbeeld door isolatie van woningen en de grootschalige introductie van duurzame technologie; zo zijn warmtepompen en elektrische auto’s respectievelijk efficiënter dan gasketels en fossiele motoren.’
Grote gevolgen
Wat is de rol van de opwek van hernieuwbare elektriciteit van zonne-energie in de scenario’s die EnergyVille schetst? Enkele highlights. In alle 3 groeit de opwekcapaciteit van zon-pv met een factor 4 tot meer dan 20 gigawatt in 2030. De onshore- en offshorewindcapaciteit verdubbelt naar 2030. In het centrale scenario zijn hernieuwbare-elektriciteitsbronnen in 2050 goed voor meer dan 90 procent van de totale capaciteit. Het technische potentieel in België wordt dan bijna volledig benut: 8 gigawatt offshorewind, 20 gigawatt onshorewind en 100 gigawatt zon-pv. Het land kent dan bijna 19 gigawatt aan batterijvermogen. In het elektrificatiescenario investeert het TIMES-Be model als kostenefficiënte oplossing in een verbinding met 16 gigawatt aan offshorewindpotentieel buiten de Belgische Noordzee en 6 gigawatt aan kleine Belgische kernreactoren in 2050. De gevolgen voor de investeringen in zonne-energie- en onshorewind zijn groot. Er is 39,5 gigawatt aan zonnestroom tegen 2050, 57 gigawatt minder dan in het centrale scenario. De onshore- windcapaciteit bereikt 11,6 gigawatt, 8,1 gigawatt minder dan in het centrale scenario.
Verlammend
Wat zijn de belangrijkste take aways van de scenariostudie van EnergyVille? ‘Er zijn diverse wegen die naar Rome leiden, in dit geval een klimaatneutraal België’, aldus Lodewijks. Maar de window of opportunity is klein. Er moeten nu keuzes worden gemaakt. Dat er daarbij sprake is van heel veel onzekerheid is duidelijk, maar dat mag niet verlammend werken. Er moet nu actie worden ondernomen, die bal ligt voor een belangrijk deel in de hoek van de politiek, 2030 ligt slechts 7,5 jaar in de toekomst. Als no regret-oplossing toont het model dat pv dan met een factor 4 moet zijn gegroeid, wind met een factor 2.’
Intappen
Als een belangrijke noodzakelijke actie noemt Lodewijks het aanpakken van de huidige trage vergunningverlening, met name voor wind op land en zee. Procedures moeten worden versneld. Daarnaast zal België gezien het beperkte potentieel op de eigen Noordzee moeten intappen op windparken van andere landen, zoals Engeland en Denemarken. Ook zal volop moeten worden geïnvesteerd in de elektriciteitsinfrastructuur, zowel de hoog- als laagspanningsnetten. EnergyVille berekende het potentieel voor zonnepanelen op dakoppervlak en dat alleen al bedraagt rond de 100 gigawatt.
Oorlogseconomie
‘Dat is voldoende om de weg naar klimaatneutraliteit te realiseren’, aldus Lodewijks. ‘Maar dat potentieel in de praktijk benutten is iets anders. Theoretische optimalisatie is iets anders dan de realiteit. Er zullen dus meer zonneparken moeten worden gebouwd, en die beweging is al in gang gezet. Zorgelijker vind ik het beleid op het gebied van waterstof, met name vanuit Europa – 10 megaton groene waterstofproductie in de EU in 2030, wat vertaald wordt in zo’n 100 gigawatt aan elektrolysers. Dat is wellicht logisch gezien vanuit de huidige oorlogseconomie; onafhankelijkheid creëren van Russisch gas. Maar het schiet zijn doel voorbij. Er zijn voorlopig gewoonweg niet voldoende groene elektronen om die groene moleculen te maken. We moeten dus allereerst volop investeren in zoveel mogelijk zon en wind, het verzwaren van de netten, elektrificatie en flexibiliteit. Groene waterstof gaat onderdeel zijn van een klimaatneutraal België en Europa, maar het komt later.’
De Solar & Storage Magazine Marktgids 2026 is verschenen. De jaarlijks terugkerende marktgids biedt een totaaloverzicht van de energieopslag- en zonne-energiemarkt en is een bijlage van de december 2025-editie van Solar & Storage Magazine. De marktgids kent dit jaar 14 rubrieken en bovendien zijn in samenwerking met een groot aantal bedrijven en organisaties de belangrijkste ontwikkelingen qua projecten, markt en technieken in kaart gebracht.