logo
wvhj2023
© Enexis
© Enexis
12 mei 2023

‘Aantal klachten over uitvallende omvormers zonnepanelen neemt toe tot 2030, aftoppen collectief belang’

‘De realiteit is dat het aantal uitvallende zonnepaneelinstallaties de komende jaren zal blijven groeien’, stelt Thijs Derksen, manager Net- en Capaciteitsmanagement Laag- en Middenspanning bij Enexis.

De Nederlandse netbeheerders startten vorig jaar verbeterprogramma’s op om het groeiend aantal spanningsproblemen op het laagspanningsnet – met uitvallende omvormers van zonnepanelen als gevolg – aan te pakken. Die werpen inmiddels hun eerste vruchten af, maar tegelijkertijd is het nog altijd alle hens aan dek. ‘Zonnepanelen op huizen worden – en zeker sinds de gevolgen van de oorlog in Oekraïne – sneller geïnstalleerd dan het stroomnet kan worden uitgebreid,’ stelt Derksen.

Flinke vorderingen
Derksen werkte bij Enexis jarenlang aan de operationskant en was verantwoordelijk voor onderhoud, storingen en grote infrastructurele projecten. Sinds vorig jaar heeft hij als lid van het managementteam van de afdeling Assetmanagement het ‘laagspanningsstokje’ overgenomen van Maarten de Jong. Die stelde afgelopen juni in gesprek met de redactie van Solar Magazine dat de enige structurele oplossing voor uitvallende omvormers van zonnepanelen het verzwaren van het stroomnet is, inclusief het plaatsen van extra transformatorhuisjes in woonwijken.

Ondanks dat dit volgens Derksen nog steeds het geval is, zijn er in het afgelopen jaar flinke vorderingen gemaakt op het zonnepanelendossier.

Wijkmatige aanpak
‘De belangrijkste is dat wij vanuit een reactieve naar een proactieve aanpak zijn gegaan. In het verleden acteerden we alleen op basis van meldingen van klanten die belden met een klacht over uitvallende omvormers’, stelt Derksen. ‘In de oude situatie gingen we na een melding aan de slag om te zoeken naar de oorzaak van het probleem. Inmiddels werken we met een datagedreven aanpak. Daarbij worden onder andere slimme meterdata gebruikt voor zowel het snel kunnen beoordelen van klachten, als om de toestand van het net te bepalen en gerichte investeringen te doen. Daarbovenop zijn we van een individuele aanpak naar een wijkmatige aanpak gegaan.’

En dat is nodig ook. Want waar alle netbeheerders in 2021 samen circa 3.200 meldingen van spanningsproblemen van zonnepaneeleigenaren binnenkregen, is het aantal sindsdien  fors gegroeid. Zo zag Stedin het aantal meldingen afgelopen kalenderjaar stijgen van 1.279 naar 1.510 stuks; een toename van 18 procent. Bij Enexis is het aantal meldingen van spanningsproblemen nog sneller gegroeid: van 1.300 in 2021 naar 3.759 in 2022; bijna een verdrievoudiging. ‘De datagedreven wijkmatige aanpak is voor ons als netbeheerders dus ook geen overbodige luxe’, stelt Derksen. ‘De snelheid van het plaatsen van zonnepanelen heeft zo’n enorme vlucht genomen, dat het tempo niet bij te benen is. Het aantal spanningsproblemen is hierdoor in het afgelopen jaar substantieel toegenomen. Daarmee is het naar de toekomst toe niet langer houdbaar om alle klachten individueel aan te pakken. Met een wijkgerichte aanpak verzwaren we direct een groter gebied, de wijk is daarna ook meteen toekomstvast verzwaard.’

Fors toenemen
De in de genoemde verbeterprogramma’s opgedane kennis wordt door de regionale netbeheerders gedeeld in de werkgroep ‘Spanningshuishouding en capaciteit LS-netten’ van koepelorganisatie Netbeheer Nederland, waar Derksen de voorzitter van is.

Netbeheer Nederland schat op basis van slimme meterdata nog altijd in dat 1 op de 20 zonnepaneeleigenaren spanningsproblemen ondervindt. Waar het daarmee in 2021 om 75.000 zonnepaneeleigenaren ging, zouden dat inmiddels meer dan 100.000 Nederlandse huishoudens met zonnepanelen zijn, daar eind vorig jaar 2 miljoen huishoudens zonnepanelen hadden. Bij de klanten met overspanning is de gemiddelde tijdsduur van de overspanning 11 uur per jaar; 1 procent van het totaal aantal zonuren per jaar in Nederland. Bij individuele gevallen kan dit aantal uren logischerwijs hoger zijn. ‘De spanning wordt lokaal – gemiddeld gezien – steeds hoger waardoor omvormers eerder – en dus langer – uitschakelen. Hoeveel langer kunnen we – nog – niet zeggen.’

‘We verwachten dat het aantal knelpunten de komende jaren nog fors zal toenemen, omdat de plaatsing van nieuwe zonnepanelen voorlopig nog zal doorgaan en de grootschalige verzwaring van de laagspanningsnetten in de opstartfase is’, vervolgt Derksen. ‘Als de 3 grote regionale netbeheerders – wijzelf als Enexis, Liander en Stedin – de capaciteit van hun laagspanningsnetten de komende jaren niet drastisch uitbreiden, worden veel klanten getroffen door nieuwe knelpunten die gaan ontstaan. Tot en met 2030 worden dan potentieel – dus in het geval we ‘niks’ doen – meer dan 750.000 kleinverbruikers getroffen door overspanning, waardoor pv-omvormers uitschakelen.’

Gedragscode
Dat de Autoriteit Persoonsgegevens vorig voorjaar de Gedragscode Slim Netbeheer goedkeurde, heeft in dit kader volgens Derksen flink geholpen bij het inzichtelijk maken van de probleemlocaties op het laagspanningsnet. ‘We gebruiken nu de data van ruim 7 miljoen slimme meters. Deze loggen events als de spanning de grenswaarde van 108 of 110 procent overschrijdt. Niet elk “triggerevent” leidt overigens tot een klacht van een klant, want het aantal events is fors hoger dan het aantal klachten. Deze gedragscode geeft minder vrijheid dan we zouden willen, met name op het gebied van de gemeten stroom voor afname en opwek blijft het een moeizaam proces om toegang te krijgen tot de gewenste data. Een relevante usecase die momenteel in behandeling is, is het detecteren van zonnepanelen op basis van teruglevering. Hiermee zouden we ook zonnepanelen kunnen detecteren – en dus modelleren in onze netberekeningen – die de eigenaar van de zonnepaneelinstallatie niet of foutief zijn aangemeld bij de netbeheerder.’

Groeipijnen
Inzicht in zo veel mogelijk relevante data is volgens Derksen om nog een andere reden van belang. ‘Niet alleen het groeiend aantal zonnepanelen heeft grote invloed op het laagspanningsnet, want elektrische auto’s en warmtepompen hebben dat eveneens. Ook die leggen een steeds groter beslag op de capaciteit van het stroomnet, wat leidt tot “groeipijnen”. De overgang naar all-electric – een warmtepomp, elektrisch koken en elektrisch rijden – vraagt in een woonwijk ongeveer 3 tot 4 keer zoveel vermogen wanneer een woning volledig op elektriciteit draait. Dat zijn bovendien ontwikkelingen die veelal achter de meter plaatsvinden – dus buiten ons zicht – en waar we daarom graag meer inzicht in zouden krijgen om tijdig netverzwaringen uit te kunnen voeren.’

Lees het volledige artikel hieronder in de mei 2023-editie van Solar Magazine.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten