Synergrid vertegenwoordigt de 9 Belgische netbeheerders van gas en elektriciteit. Het werk van de koepelorganisatie staat onder andere in het teken van het faciliteren van de energietransitie en het ontwikkelen van uniforme regelgeving om de betrouwbaarheid van netwerken voor distributie en transmissie te verzekeren. Marc Malbrancke, Head of Grid related matters, noemt voorschrift C10/11 in dit verband een fameus document. Dit bevat specifieke technische aansluitingsvoorschriften voor gedecentraliseerde productie-eenheden die parallel werken met het distributienet, zoals omvormers voor zonnepanelen, batterijen, bidirectionele laders voor elektrische voertuigen en windturbines.
Ingrijpen
‘We hebben het feitelijk over de Belgische vertaling van de Europese verordening Requirements for Generators’, aldus Malbrancke. ‘Het voorschrift C10/11 bevat gemeenschappelijke regels voor heel België, is goedgekeurd door de gewestelijke regulatoren, opgenomen in de technische reglementen en wettelijk bindend. De nieuwste versie stamt uit 2019. Productie-eenheden moeten in het kader van het aantonen van conformiteit een C10/26-typehomologatie verkrijgen. De lijst die zo is ontstaan, telt inmiddels meer dan 3.600 producten. Die bevat echter fouten, zo moesten we jammer genoeg constateren. Dat betekent dat we moeten ingrijpen met een correctieve actie.’
Gevoelig dossier
Het voorschrift C10/11 stelt uitdrukkelijk dat firmware- of softwarebeperking niet in aanmerking mag worden genomen om het maximaal schijnbaar vermogen van een elektriciteitsproductie-eenheid te bepalen. 17 fabrikanten hebben dat echter wel gedaan bij de homologatie-aanvraag voor hun omvormers, en daarmee een onjuist maximaal schijnbaar vermogen opgegeven. Dit betreft in totaal 25 homologatie-dossiers voor pv-omvormers, batterijomvormers en hybride omvormers. Hoe kwam dit vergrijp naar boven en wat is de ernst? Liesbeth Van Steenberghe, Senior technical expert electricity bij Synergrid, wijst allereerst op het risico van het instellen – of aanpassing nadien – van een omvormer naar een landcode met meer vermogen waardoor bepaalde grenswaarden uit C10/11 niet meer gerespecteerd worden, en bovendien de vereiste Belgische beveiligingsparameters in het geding kunnen komen.
Misleidende informatie
Van Steenberghe: ‘Maar het is ook een gevoelig dossier om andere redenen. Er kwamen hier al langer verontruste vragen binnen vanuit installateurs, eindklanten en netbeheerders. Die betroffen bijvoorbeeld omvormers waarvoor de informatie in de lijst C10/26 niet klopt met de gegevens op de kenplaat of met de informatie in de beschikbare datasheets. We kregen ook klachten van fabrikanten die hun homologatie correct hadden aangevraagd en zagen dat concurrenten dat niet deden. Dat was voor ons reden om de hele lijst C10/26 door te spitten op misleidende informatie. Of die nu bewust of onbewust is geleverd – het is een inbreuk op de wettelijk geldende regels in België.’
Netstudie verplicht
Door een foutieve bepaling van het maximaal schijnbaar vermogen van een omvormer voor zonnepanelen en/of batterijen kunnen kantelgrenzen in het voorschrift C10/11 in het geding komen. Zo is in België ten aanzien van de categorie ‘kleine productie-installaties’ enkel een melding na installatie nodig. De opvolgende categorie betreft omvormers met een maximaal schijnbaar vermogen dat groter is dan 10 kilovoltampère (kVA). Hierbij is voorafgaand aan installatie een netstudie verplicht. Door firmware- of softwarebeperking mee te nemen in het aangeven van het maximaal schijnbaar vermogen kan een omvormer nog net geschikt lijken voor kleine productie-installaties, terwijl ze dat volgens de wet echter niét zijn.
Oneerlijk concurrentievoordeel
‘De consequenties zijn al met al legio’, stelt Van Steenberghe. ‘Voor de gebruikers van zonne-energiesystemen en thuisbatterijen zijn de gevolgen gering, omdat vooral het nominaal actief vermogen voor hen van belang is. Dat neemt natuurlijk niet weg dat een aansluiting wordt geweigerd wanneer de keurder of netbeheerder onrechtmatigheden detecteert. Bij netbeheerders is sprake van onduidelijkheid en discussies bij meldingsdossiers; de gebruiker is zich vaak van geen kwaad bewust, maar hij is wel de dupe. Door het aanleveren van foutieve informatie over het maximaal schijnbaar vermogen ontstaat oneerlijk concurrentievoordeel ten opzichte van fabrikanten die het wel goed doen. Installaties die een netstudie vereisen, kunnen onterecht via een eenvoudige melding aangesloten worden. Installaties groter dan 30 kVA moeten worden voorzien van een extern ontkoppelrelais, maar dat gebeurt dan niet.’
Harde deadline
Synergrid schreef de 17 fabrikanten in overtreding afgelopen februari aan met een toelichting op hun fouten en een duidelijke handreiking om die te herstellen. Van Steenberghe noemt dit de resultante van een stevig onderzoek en meer dan een jaar hard op deuren kloppen die niet zelden gesloten bleven. De correctieve actie heeft inmiddels tot een aantal reacties geleid.
‘Voor wie nog niet heeft gereageerd, geldt de harde deadline van 15 mei aanstaande’, benadrukt Malbrancke. ‘Indien we dan niets hebben gehoord, volgt intrekking van de homologatie – de omvormer wordt van de lijst C10/26 geschrapt. In september komt er een einde aan de gedoogperiode wat betreft de installatie van producten die op basis van oude foutieve waardes zijn aangeschaft. Onder de streep: iedereen wordt hier beter van: de netgebruikers, fabrikanten en netbeheerders. Tegelijkertijd merken we dat er nog heel wat onrust heerst, en onduidelijkheid. Wij staan dan ook open voor alle vragen. Die zullen ook grotendeels aan de orde komen tijdens een webinar dat we 17 april aanstaande organiseren en zonder inschrijving vooraf toegankelijk is voor iedereen.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.