logo
wvhj2023
© Daniel127001 | Dreamstime.com
© Daniel127001 | Dreamstime.com
13 februari 2023

Rechtbank: weigering teruggave btw terecht, verhuur dak voor zonnepanelen geen economische prestatie

De rechtbank Noord-Holland vindt dat de Belastingdienst de btw voor het bouwen van een dak van een woning die van zonnepanelen wordt voorzien, terecht niet heeft teruggegeven.

De rechtszaak draaide om de vraag of de verhuur van een gedeelte van het dak van een woning door een maatschap aan een van haar maten – voor de installatie en exploitatie van de zonnepanelen – een economische activiteit voor de omzetbelasting betreft.

Rechtstreeks verband
De rechtbank heeft geoordeeld dat dit niet het geval is, omdat er geen sprake is van een rechtstreeks verband tussen de verhuur van het dak en de installatie en exploitatie van zonnepanelen.

Ook als dit rechtstreekse verband wel zou bestaan, heeft de eiseres in de rechtszaak alsnog geen recht op aftrek van voorbelasting – de btw – omdat een rechtstreeks verband tussen de bouw van het dak en de verhuur daarvan ontbreekt. Daarnaast stelt de rechtbank dat indien wel gesproken kon worden van een economische activiteit, er ook geen recht op aftrek van voorbelasting zou bestaan, omdat in dat geval sprake zou zijn van misbruik van recht.

Man en vrouw
De Belastingdienst legde de eiseres naheffingsaanslagen voor de omzetbelasting op voor het tweede en derde kwartaal van 2019 en het eerste en tweede kwartaal van 2020. De eiseres maakte bij de Belastingdienst deels met succes bezwaar tegen die aanslagen. De aanslag voor de omzetbelasting in 2020 werd namelijk verlaagd tot 11.914 euro, omdat de btw op de zonnepanelen wel teruggevorderd kon worden. De naheffingsaanslag voor de omzetbelasting van 2019 werd wel gehandhaafd en daarom is de eiseres naar de rechter gestapt.

De vrouw heeft samen met haar man een samenwerkingsverband gesloten in de vorm van een maatschap. Op dezelfde dag als het maatschap werd opgericht, hebben de 2 samen bouwgrond gekocht. De eisers heeft vervolgens een 25-jarige huurovereenkomst afgesloten met haar man, waarbij het dak van de woning verhuurd wordt voor het plaatsen en exploiteren van 32 zonnepanelen. De eiseres vindt dat de verhuur van een gedeelte van het dak aan een van haar maten voor de installatie en exploitatie van de zonnepanelen een economische activiteit betreft. Volgens haar bestaat er een reëel verband tussen de verhuur van het dak van de woning en de betaling van de huur. De Belastingdienst is het hier niet mee eens en verwijst onder meer naar de scheve verhoudingen tussen de huuropbrengst en de investering.

Terugverdientijd 1.350 jaar
De huurprijs – exclusief btw – bedraagt per jaar namelijk slechts 0,0007 procent van de bouwkosten van het dak, wat een terugverdientijd met zich meebrengt van 1.350 jaar. Geen weldenkende ondernemer zou volgens de Belastingdienst een investering doen met een dergelijk rendement. Het verschil tussen de kosten en de vergoeding is volgens de inspecteur dusdanig groot dat het verband tussen de verstrekte verhuurdienst en de te betalen tegenwaarde dan ook niet rechtstreeks van aard is. Bovendien bestaat er volgens de Belastingdienst geen rechtstreeks verband tussen de bouw van de woning en de verhuur van het dak.

En met die redenatie gaat de rechtbank mee. Naar het oordeel van de rechter heeft de eiseres onvoldoende aangetoond dat er sprake is van een rechtstreeks verband tussen de verhuur van het dak en de verschuldigde huur. Ook heeft de eiseres niet voldoende aangetoond dat de huurprijs van 135 euro inclusief btw gebruikelijk is voor de verhuur van het dak voor de exploitatie van zonnepanelen. Daarnaast is de rechtbank van mening dat zelfs wanneer er een rechtstreeks verband zou bestaan tussen het verhuren van het dak en de exploitatie van de zonnepanelen er geen recht op aftrek van de btw zou bestaan. Dit omdat een rechtstreeks verband tussen de bouw van het dak en de verhuur daarvan ontbreekt. Al met al vindt de rechtbank dat de eiseres met betrekking tot de verhuur van het dak geen economische prestatie verricht.

Misbruik
Tot slot wijst de rechter op het ‘misbruik van recht’. Het door de eiseres beoogde belastingvoordeel – de gedeeltelijke teruggave van btw voor de bouw van het dak van de woning – is volgens de rechtbank in strijd met de bedoeling van de nationale en Europese wetgever. ‘De bouw van het dak van een eigen woning dient een privédoel, het woongenot van de bewoners, en niet een voor de omzetbelasting relevante economische activiteit.’

De rechtbank verklaart het beroep al met al ongegrond. Dit betekent dat de Belastingdienst terecht de naheffingsaanslagen heeft opgelegd. De bezwaarmaker krijgt vanwege de overschrijding van de redelijke termijn wel een vergoeding voor de immateriële schade en van de proceskosten en het griffierecht. Die vergoeding is 500 euro, de proceskosten bedragen 837 euro en het griffierecht 360 euro.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten