logo
wvhj2023
© Daniel127001 | Dreamstime.com
© Daniel127001 | Dreamstime.com
18 november 2022

Consument installeert zonneboiler en warmtepomp ‘zelf’ en kan fluiten naar subsidie

Een consument die een zonneboiler en warmtepomp heeft aangeschaft en volgens RVO zelf heeft geïnstalleerd, kan fluiten naar zijn subsidie. Dat heeft de rechtbank geoordeeld, maar wel om een andere reden...

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), een van de hoogste bestuursrechters, heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) – die in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de subsidieregeling uitvoert – in het gelijk gesteld.

Facturen
De consument vroeg in februari 2021 subsidie aan voor een zonneboiler en een warmtepomp en stopte daar een factuur van de aanschafkosten bij. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft de klant volgens gevraagd een factuur aan te leveren van de installateur met installatiedatum en foto’s waaruit blijkt dat de apparaten zijn geïnstalleerd. Hij stuurde vervolgens foto’s op en 2 facturen van 0,01 euro voor de installatie, controle en inbedrijfstelling van de zonneboiler en de warmtepomp. RVO heeft toen namens het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de subsidieaanvraag afgewezen, omdat de consument niet heeft aangetoond dat de apparaten zijn geïnstalleerd door een bouwinstallatiebedrijf, zoals in 2021 is vereist.

De consument heeft in een later stadium een verklaring opgestuurd waarin de verkoper van de apparaten bevestigt dat hij de installatie heeft uitgevoerd. Dit om de suggestie van RVO te weerleggen dat de consument de apparaten zelf zou hebben geïnstalleerd. Appellant stelt dat hij zelf niet meer heeft gedaan dan de plek vrijmaken en een gat in het plafond heeft gemaakt voor de leidingen. RVO blijft echter bij zijn standpunt, omdat de leverancier van de apparaten in het register van de Kamer van Koophandel niet staat geregistreerd als bouwinstallatiebedrijf maar als recyclingbedrijf.

3.500 euro
De consument heeft bij de rechtbank het argument opgevoerd dat hem niet kan worden aangerekend dat die installateur niet op de juiste wijze is ingeschreven in het handelsregister. Van hem als burger/particulier kan volgens hem niet verwacht worden dat hij in het handelsregister nagaat hoe een bedrijf is ingeschreven en hoefde hij er op basis van de informatie op de website van de installateur niet aan te twijfelen of de installateur een gecertificeerd installatiebedrijf is. Appellant stelt verder dat het vereiste van installatie door een gecertificeerd installatiebedrijf vóór 2021 niet gold en dat de installateur vanaf begin 2021 bezig was om de registratie in het handelsregister aan te passen.

Verder stelt appellant dat het door hem misgelopen subsidiebedrag van ongeveer 3.500 euro voor hem een groot bedrag is en dat hij er het volste vertrouwen in had dat hij voor subsidie in aanmerking zou komen. Het CBb stelt dat het in deze zaak echter in de eerste plaats gaat om de vraag of voldaan is aan de eisen in de regeling van, in dit geval, een zonneboiler en een warmtepomp. In artikel 4.5.1 van de Regeling wordt onder een bouwinstallatiebedrijf verstaan een bedrijf dat in een handelsregister is ingeschreven in de sectie bouwinstallatiebedrijf of een vergelijkbare sectie.

Onverbiddelijk
Dit vereiste om de producten door een bouwinstallatiebedrijf te laten installeren is ingevoerd per 1 januari 2021. Omdat appellant de subsidie heeft aangevraagd in 2021, is dit vereiste van toepassing op zijn aanvraag. De installateur was op dat moment niet in een handelsregister ingeschreven in de sectie bouwinstallatiebedrijf of een vergelijkbare sectie. Het CBb is dan ook onverbiddelijk: de installateur is niet een bouwinstallatiebedrijf zoals omschreven in de subsidieregeling. De installatie van de apparaten voldoet daarom niet aan de vereisten.

De consument had volgens de bestuursrechter zelf moeten en kunnen nagaan of de installateur als bouwinstallatiebedrijf was ingeschreven in een handelsregister door dit te vragen aan de leverancier/installateur van de apparaten dan wel de website van RVO te raadplegen, of het handelsregister, dat algemeen toegankelijk is.

Het antwoord op de vraag of appellant de apparaten zelf heeft geïnstalleerd of niet, doet er volgens het CBb in dit geval niet meer toe. Er is immers niet voldaan aan het vereiste dat de apparaten geïnstalleerd hadden moeten zijn door een bedrijf dat op dat moment in een handelsregister was ingeschreven in de sectie bouwinstallatiebedrijf of een vergelijkbare sectie. Het CBb verklaart het beroep van de consument daarom ongegrond.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten