Nederland produceerde in september 20 procent meer duurzame energie
Nederland heeft de productie van hernieuwbare energie in september met 20 procent zien groeien ten opzichte van 2021. Dat komt vooral door windmolens en zonnepanelen. Dit blijkt uit de maandcijfers van Energieopwek.
Dankzij de groei van wind- en zonnestroom zijn deze 2 energiebronnen hard op weg naar een marktaandeel op jaarbasis van 33 procent in de elektriciteitsvoorziening. Dat is bijna halverwege het doel van het Klimaatakkoord. Daarin is vastgelegd dat 70 procent van de stroom in 2030 uit deze bronnen moet komen.
3 maanden
In de afgelopen 3 maanden is een niveau van 33 procent gehaald. Zonne-energie leverde 21 procent van alle verbruikte stroom. Wind-op-land en wind-op-zee waren elk afzonderlijk goed voor circa 6 procent.
Het aandeel duurzame stroom kwam deze maand uit op 39 procent tegen 32 procent vorig jaar. Vorige maand lag het met 48 procent nog een flink stuk hoger. Met aardgas werd in september het meeste stroom opgewekt – 34 procent – gevolgd door kolen; bijna 19 procent. Kerncentrale Borssele droeg 3 procent bij. De rest kwam van afvalcentrales en hoogovengas.
Onderstaande tabel toont het aandeel in de stroomproductie voor de maand september.
Elektriciteit |
September 2022 |
Conventioneel |
60,7 procent |
Zon-pv |
14,8 procent |
Biomassa |
10,7 procent |
Wind-op-zee |
7,1 procent |
Wind-op-land |
6,6 procent |
Waterkracht |
0,1 procent |
De opbouw van de totale hernieuwbare-energieproductie bestond voor ongeveer de helft uit biomassa en voor de andere helft uit zonne-energie, windenergie en overige bronnen. Met een toename van 20 procent staat september op de derde plaats wat groei betreft. Februari gaat aan kop met 33 procent groei. Juni staat tweede met een 27 procent hogere productie in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar.
Elektrificatie
Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit 3 onderdelen; voor 55 procent uit warmte voor gebouwen en industrie, voor 25 procent uit transport in de vorm van weg- en vliegverkeer en tot slot voor 20 procent uit het stroomverbruik. Door elektrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel elektriciteit groeien.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekent dat dit in 2030 ongeveer uitkomt op 24 procent van het finale gebruik. Daarvan is dan 75 procent hernieuwbaar. In die berekening zit nog niet de aangekondigde extra 10 gigawatt aan windmolens op zee.
Deel dit bericht