EASE: ‘Europa moet target van 200 gigawatt opslagcapaciteit in 2030 vastleggen’

Dat constateert secretaris-generaal Patrick Clerens van de European Association for Storage of Energy (EASE). Dat er een tandje bijgezet moet worden, is volgens hem echter ook duidelijk. ‘Er zijn 2 grote stappen nodig: het opzetten van een markt voor het voorkomen van curtailment en een concrete target van 200 gigawatt opslagcapaciteit in 2030.

Storage Magazine sprak Clerens eind 2019. Sindsdien is de wereld van EASE wezenlijk veranderd. De CO2-reductiedoelen voor 2030 zijn met ‘Fit for 55’ naar 55 procent bijgesteld. Was er 2,5 jaar geleden nog sprake van een bindende streefwaarde voor hernieuwbare energie van 32 procent aan het einde van dit decennium, inmiddels ligt die vast op 40 procent. In het plan REPowerEU, een reactie op de Russische inval in Oekraïne, is zelfs de stap naar een aandeel van 45 procent voorzien.

Echte consequenties
Clerens: ‘De productie van groene elektriciteit is volatiel en onvoorspelbaar. De Europese netten zijn niet berekend op pieken in productie. Wil je het voorgenomen tempo van de energietransitie realiseren dan is grootschalige opslag nodig. Dat besef is niet meer voorbehouden aan de ingewijden, maar leeft inmiddels ook wel in de politiek. Of de echte consequenties worden doorzien, is echter wel de vraag. De stap naar 45 procent hernieuwbare energie is namelijk enorm. Die gaat immers over consumptie. Er zijn sectoren – bijvoorbeeld de industrie en de mobiliteit – die langzamer zullen overschakelen. Dat moet worden gecompenseerd door elektrische systemen.’

Groeiend probleem
In werkelijkheid zal het percentage groene stroom in de elektriciteitsmix naar circa 70 procent moeten tussen nu en 2030, zo rekent Clerens voor. Hij spreekt daarbij van een uitdaging van gigantische proporties. Die stijging valt namelijk niet op te vangen door uitbreiding van de elektriciteitsnetten. Dat kost, naast heel veel geld, decennia aan planning en bouw terwijl 2030 over 8,5 jaar aanbreekt. Curtailment (red. het aftoppen van de productie van windmolens en zonnepanelen) is bovendien nu al een groeiend probleem. Zo moet in Spanje, waar 21 procent van de energieconsumptie van wind komt, reeds 3 procent van de productie worden afgetopt. In Duitsland zijn die cijfers respectievelijk 25 en 5 procent.

Onontkoombaar
‘Ik weet dat de netinfrastructuur in beide landen slechts deels vergelijkbaar is’, erkent Clerens. ‘Maar je mag wel concluderen dat de noodzaak van curtailment exponentieel groeit naarmate het aandeel hernieuwbare energie stijgt, en we zijn nog heel ver weg van die 70 procent.’ 

Lees hieronder het volledige artikel in de september 2022-editie van Storage Magazine.