logo
wvhj2023
© Solarfields
© Solarfields
20 juni 2022

College van Rijksadviseurs pleit voor aanpassing plannen zonnepark Westermeerdijk

Het College van Rijksadviseurs vindt dat de gemeente en andere betrokken overheden moeten overwegen het ontwerp van zonnepark Westermeerdijk in Noordoostpolder te herzien om te sturen op meervoudige doelen.

Dat stelt het College van Rijksadviseurs in het advies ‘Sturen op meervoudige doelen’ over de plannen van de gemeente Noordoostpolder voor een groot zonnepark van circa 190 hectare. Dat zonnepark van Solarfields moet gerealiseerd worden tussen windmolens langs de 3 IJsselmeerdijken.

18 kilometer lang
Het plan behelst een langgerekte strook zonnepanelen op agrarische gronden van circa 150 meter breed en 18 kilometer lang. Het zonnepark kan gebruikmaken van de reeds aanwezige netaansluiting voor de windmolens. Voor een deel van het plangebied is inmiddels een vergunning verleend voor een periode van 25 jaar.

De gemeente Noordoostpolder en de provincie Flevoland hebben het Rijk gevraagd mee te werken aan de realisatie van deze 3 zonneparken, waarvan een derde van de grond in bezit is van het Rijk. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heeft de gronden momenteel verpacht voor agrarisch gebruik. Het RVB beslist niet zelf of het meewerkt aan deze ontwikkeling. Daar is een eenduidige beslissing van de betrokken ministeries voor nodig. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft daarom het College van Rijksadviseurs gevraagd om vanuit zijn onafhankelijke positie ontwerpkennis en expertise over de fysieke leefomgeving in te brengen in het onderzoek.

Tijdelijke functie
Het College van Rijksadviseurs is geen voorstander van zon op landbouwgronden. Dat deze locatie in de Noordoostpolder vanuit netwerkefficiëntie en clustering een geschikte locatie is voor duurzame opwek op korte termijn is het leidende argument om vanuit een ‘nee, tenzij benadering’ een tijdelijke functiewijziging te overwegen.

Reversibiliteit – omkeerbaarheid – is dan volgens het college een voorwaarde. Daarbij stellen de Rijksadviseurs gezocht te hebben naar een oplossing die meer recht doet aan de beoogde meervoudige kwaliteit en meerwaarde dan het huidige voorstel. ‘Een oplossing waarin niet alleen de verschillende ministeries zich kunnen vinden, maar die ook voor gemeente, provincie (en de boeren) aantrekkelijk is, omdat het hen een perspectief biedt voor de korte en de lange termijn’, aldus het college.

2 oplossingsrichtingen
Voor het project in de gemeente Noordoostpolder heeft het College van Rijksadviseurs 2 oplossingsrichtingen opgesteld: een minimumvariant binnen de huidige plangrens én een herontwerp met extra mogelijkheden voor innovatie en kennisontwikkeling.

Bij beide varianten staat het optimaliseren op meervoudige waarden in de tijd centraal met behoud van waardevol landbouwareaal voor de lange termijn.

Kringlooplandbouw
Door het plan aan te passen, wordt het via de eerste oplossingsrichting mogelijk gemaakt om over 25 jaar weer akkerbouw te bedrijven op deze plek. Wanneer de revenuen van het zonnepark deels geïnvesteerd worden in verduurzaming van de overige agrarische gronden levert het plan niet alleen een bijdrage aan de energietransitie, maar ook aan de transitie naar kringlooplandbouw en verbetering van de bodem-, water- en natuurkwaliteit.

Als de verbetervoorstellen bovendien niet alleen worden doorgevoerd op de gronden van het RVB maar worden toegepast op het volledige plangebied, dan leidt dat volgens het college tot een betere bodem- en natuurkwaliteit voor het hele plangebied.

Dijken inzetten
Naast de eerste minimale variant zijn volgens de Rijksadviseurs ook verdergaande aanpassingen mogelijk. ‘Dit vraagt om een herontwerp, met de mogelijkheid van gefaseerde uitvoering. Het benutten van de strook tussen de dijksloot en de onderhoudsweg voor het zonnepark biedt ruimte om het verlies aan energieopbrengst te compenseren door de aanpassingen voor behoud van bodemkwaliteit. Op termijn kan ook de dijk zelf bij het plan betrokken worden.’  

De provincie Flevoland heeft in de landschapsvisie de dijkzones benoemd als onderdeel van het waterbouwkundig bouwwerk dat het fundament van de polders en de landschappelijke identiteit vormt. Tegelijkertijd denken de Rijksadviseurs dat een ander, zeer zorgvuldig ontwerp waarbij ook de dijk en/of dijkstrook worden ingezet voor zonne-energie wel degelijk denkbaar is. ‘Een dergelijk ontwerp kan nog steeds recht doen aan het polderlandschap en de iconische dijk van de Noordoostpolder. Een eenmalig groot gebaar, dat uitgaat van de combinatie van wind en zon door de turbines in te sluiten in een deken van zonnepanelen. Met de nadruk op “een eenmalig groot gebaar”: voorkomen moet worden dat er overal in Flevoland kleine opstellingen op en om de dijken ontstaan. We adviseren om bij deze herziening van het ontwerp ook direct alternatieven te verkennen voor hekwerken, vanwege hun grote visuele impact. Ook de toekomst van de intensieve veehouderij die nu in deze zone staat, verdient heroverweging. Dit type landbouw past tenslotte niet in dit landschap en doet afbreuk aan de identiteit.’

Symbool
‘De vraag hoe we omgaan met zonneparken op rijksgronden is groter dan alleen dit plan in de Noordoostpolder’, besluit het College van Rijksadviseurs. ‘Deze casus kan symbool staan voor hoe het Rijk omgaat met locatiekeuze-afwegingen en meervoudige doelen op het eigen areaal. Hier kan nu een standaard worden aangegeven, die verder gaat dan sectorale oplossingen en recht doet aan de principes uit de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het is daarmee nadrukkelijk een project om van te leren.’

Gebruik semi-transparante zonnepanelen

Het College van Rijksadviseurs besteedt in zijn advies aandacht aan het gebruik van semi-transparante zonnepanelen. Het college heeft Wageningen Environmental Research en TNO is gevraagd een aantal onderzoeksvragen te beantwoorden.

TNO heeft daartoe een aantal simulaties uitgevoerd om te onderzoeken of voor het behoud van de bodemkwaliteit aanpassingen mogelijk zijn aan de voorgestelde oost-west opstelling. De simulaties van TNO laten zien dat er niet alleen een zuidopstelling, maar ook een andere oost-west oplossing mogelijk is. Daarbij kan er veel meer licht op de bodem komen, waardoor de achteruitgang van de bodemkwaliteit substantieel vermindert terwijl de economische haalbaarheid en de gewenste visuele uitstraling behouden blijft.

Lichtsimulatie
Er zijn 2 zuidgeoriënteerde varianten doorgerekend uit een eerder onderzoek van de universiteit Wageningen. De eerste variant wordt gezien als veilig voor de bodem, de tweede als meer risicovol. Daarnaast is een industriële oost-westvariant doorgerekend, waarbij de opstelling in de Noordoostpolder met een grondbedekking van meer dan 90 procent als voorbeeld heeft gediend.

Daar zijn 2 nieuwe oost-westvarianten aan toegevoegd, beiden met een grondbedekking van 77 procent. Bij de industriële oost-westopstelling krijgt de bodem veel minder zonlicht dan in de 2 zuidelijke opstellingen. De eerste variant van TNO, met standaard panelen leidt tot meer lichtinstraling op de bodem, vergelijkbaar met het risicovolle zuid-ontwerp. Bij de tweede TNO-variant met semi-transparante bifaciale zonnepanelen is de minimale lichtinval veel hoger dan in alle andere varianten, met positieve gevolgen voor de bodemkwaliteit en biodiversiteit tot gevolg. In deze variant wordt het licht meer gelijkmatige op de bodem verdeeld.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten