logo
wvhj2023
© ElaadNL
© ElaadNL
21 maart 2022

Evaluatie SDE+: overweeg boete voor niet gerealiseerde projecten met zonnepanelen

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat moet overwegen om een boeteclausule in te voeren voor via de SDE++ gesubsidieerde projecten met zonnepanelen die uiteindelijk niet gerealiseerd worden.

Dat stelt onderzoeksbureau Trinomics in het evaluatierapport over de subsidieregeling SDE+.

Doeltreffendheid
Directe aanleiding van het onderzoek is de wettelijk vastgelegde verplichting om de SDE+ elke 5 jaar te evalueren. Na de eerste evaluatie in 2016 is nu de tweede evaluatie uitgevoerd met als doel de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Stimuleringsregeling Duurzame Energie (SDE+) te evalueren. Het startpunt hierbij is de algemene doelstelling van de SDE+: de productie van hernieuwbare energie op een zo kostenefficiënt mogelijke manier te stimuleren. De hoofdvraag bij de beoordeling van de doeltreffendheid is dan ook in hoeverre de hernieuwbare-energieproductie is toegenomen dankzij de SDE+ en dus effectief gestimuleerd is.

Einde SDE+
De evaluatie richt zich op de volledige periode waarin de SDE+ actief is geweest, te weten van 2011 tot en met 2020 toen de laatste subsidieronde plaatsvond en de subsidieregeling verbreed werd naar Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++).

De onderzoekers van Trinomics concluderen dat de SDE+ een significante bijdrage heeft geleverd aan het opschalen van hernieuwbare-energieproductie in Nederland, maar het is onvoldoende gebleken om het hernieuwbare energiedoel van 14 procent voor 2020 te bereiken. ‘Het aandeel hernieuwbare energie steeg van 4 procent in 2010 naar 11 procent in 2020. De hernieuwbare-energieproductie ondersteund door de SDE+ zal de komende jaren nog verder doorstijgen naar 50 terawattuur in 2025. Mede door de SDE+ is Nederland nu een van de koplopers in Europa wat betreft de snelheid waarmee de hernieuwbare-elektriciteitsproductie groeit’, aldus de onderzoekers.

Non-realisatie neemt toe
De onderzoekers concluderen dat non-realisatie van beschikte projecten tot de opkomst van dakgebonden zonnepaneelinstallaties sterk teruggedrongen was, maar weer toeneemt door uitval bij dakgebonden zon-pv. ‘Non-realisatie van beschikte projecten heeft ertoe geleid dat in 2020 tot maximaal 13 terawattuur minder hernieuwbare energie is opgewekt dan onder de SDE+ gesubsidieerd had kunnen worden. Dit vertaalt zich echter niet direct naar verminderde doeltreffendheid, omdat er in de budgetbepaling rekening is gehouden met een bepaalde mate van non-realisatie’.

De realisatiegraad is in de eerste jaren van de regeling sterk toegenomen tot meer dan 90 procent in 2015, maar vertoont een licht dalende trend vanaf 2015 naar een realisatiegraad van ongeveer 80 procent in 2017. Bij dakgebonden zon-pv ligt de realisatiegraad volgens de onderzoekers echter maar rond de 60 procent.

Boeteclausule
Hoewel de impact hiervan op doeltreffendheid in ieder geval deels opgevangen wordt door de susbidiebudgetten naar boven bij te stellen, lijkt het volgens de onderzoekers toch ongewenst om zulke grote volumes non-realisatie te hebben. ‘Hierdoor kan namelijk wel het beeld ontstaan dat deze projecten andere projecten uit de regeling drukken, maar niet gerealiseerd worden en ontstaat grotere onzekerheid over de kans op beschikking. Hiernaast zorgt dit ook voor extra uitvoeringskosten bij RVO die niet bijdragen aan de uiteindelijke opschaling van hernieuwbare energie. Daarom lijkt het gepast om de mogelijkheden om deze non-realisatie terug te dringen grondiger te verkennen om met name de non-realisatie als gevolg van strategisch gedrag in te dammen, in zoverre mogelijk zonder (te) significante neveneffecten op andere indieners. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een boeteclausule bij non-realisatie bij bepaalde technieken.’

Naast een boeteclausule worden ook strengere inschrijfvereisten en een statiegeldregeling als opties genoemd om de realisatiegraad te verhogen. Bij ‘statiegeld’ zouden aan de indiening van aanvragen kosten gekoppeld kunnen worden in de vorm van inschrijfgeld, dat vervolgens bij realisatie van het project weer teruggestort wordt.

Tegelijkertijd benadrukt Trinomics dat non-realisatie minimaliseren geen doel is van de subsidieregeling en het de vraag is of extra maatregelen ter voorkoming van non-realisatie daadwerkelijk tot een betere doeltreffendheid van de regeling leiden. ‘Het verhogen van de inschrijfdrempel of financiële gevolgen koppelen aan non-realisatie zou de uitval van projecten in de realisatiefase kunnen verminderen. Deze maatregelen kunnen er echter ook toe leiden dat minder projectaanvragen worden ingediend en beschikt door de additionele administratieve kosten en/of financiële risico’s die aan een project worden toegevoegd bij non-realisatie.’

Overwinsten
Trinomics kraakt nog een kritische noot over de subsidiëring van zonne-energie via de SDE+. Mede als gevolg van sterke kostendalingen lijken volgens de onderzoekers met name bij zon-pv de basisbedragen geruime tijd hoger dan nodig geweest te zijn. ‘De basisbedragen voor zon-pv lijken veelal relatief hoog ingeschat waardoor er ruimte is ontstaan om overwinsten te maken. Met name tot en met 2017 lagen de basisbedragen voor zon-pv substantieel hoger dan die in buurlanden en dan geobserveerde kostprijzen.’

Opsplitsing van projectcategorieën is daarbij belangrijk geweest om overwinsten te beperken en potentieel te ontsluiten. ‘Door projectcategorieën met grote spreiding in productiekosten op te splitsen in meerdere categorieën kunnen overwinsten tegengegaan worden en kan extra potentieel ontsloten worden’, aldus de onderzoekers. ‘Deze aanpak is bij vrijwel alle hoofdtechnieken toegepast waarmee overwinsten (deels) voorkomen zijn.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten