Toch is in het kalenderjaar 2021 een recordhoeveelheid kapitaal geïnvesteerd in zonne-energie. Te midden van alle opwinding zal één onwrikbaar principe blijven bestaan: het rendement van beleggers is slechts zo goed als de activa die eraan ten grondslag liggen. Het belang van de bouw van kwalitatief goede installaties is voor de zonne-energiesector daarmee van cruciaal belang willen zij het vertrouwen van investeerders niet verliezen. Vooral nu de eerste grote aantallen zonne-energieprojecten aan herfinanciering toe zijn…
Een van de marktsegmenten waar het herfinancieringsvraagstuk langzamerhand aan de oppervlakte komt, is dat van zonneparken. De eerste grote zonneparken zijn inmiddels van eigenaar gewisseld en vele tientallen grootschalige zonneparken zijn in aanbouw of recentelijk opgeleverd. De Nederlandse zonneparkenmarkt lijkt daarmee de komende jaren rijp voor een herfinancieringshausse.
Grootste zonnepark
Ook in 2021 lieten grote internationale investeringsmaatschappijen – zogenaamde independent power producers (ipp’ers) – in dat kader volop van zich horen. Zo heeft Encavis zijn Nederlandse portfolio fors uitgebreid. Het bedrijf had al 20 procent van Zonnepark Budel in handen, maar heeft dat aandeel inmiddels uitgebreid tot 99,9 procent. Bovendien kocht de ipp’er samen met een Duits pensioenfonds de grootste zonneweide van Nederland: zonnepark Vlagtwedde van 110 megawattpiek. Dat de honger nog niet is gestild, werd in de herfst duidelijk toen Encavis aankondigde 5 zonneparken van Statkraft te kopen met in totaal een vermogen van 74 megawattpiek. In de komende jaren wil het bedrijf het internationale pv-portfolio vergroten van 1,9 naar 3,4 gigawattpiek.
Een ander voorbeeld van een frequente investeerder in de Nederlandse zonne-energiemarkt is Blue Elephant Energy. Het bedrijf is een zogenaamde buy-and-holdinvesteerder: het wil zonneparken kopen en zolang mogelijk operationeel houden. In Nederland heeft het bedrijf zijn portfolio in 2021 met nog eens 100 megawattpiek uitgebreid tot ruim 500 megawattpiek. Dat is grofweg de helft van het totale portfolio van 1,1 gigawattpiek.
Buitenlandse investeerders
Een felle discussie over de opmars in Nederland van buitenlandse investeerders als Encavis en Blue Elephant Energy heeft in de Tweede Kamer al tot vragen aan de minister van Economische Zaken en Klimaat geleid. De politieke verontwaardiging is nauwelijks te begrijpen met de wetenschap dat Nederland in Europees verband nog altijd op achterstand staat bij het behalen van de klimaatdoelen. De minister stelt het vooral positief te vinden dat buitenlandse investeerders bijdragen aan de Nederlandse energietransitie.
Waarschuwing
Dat er nog niet genoeg investeringen worden gedaan en het afwijzen van buitenlandse investeerders absoluut niet aan de orde is, blijkt wel uit de waarschuwing van het IEA. In een onderzoeksrapport dat het internationaal energieagentschap vlak voor de VN-klimaattop van Glasgow presenteerde, stelde het dat de investeringen in duurzame energie tot 2030 verdrievoudigd moeten worden. Het succesvol nastreven van netto 0 uitstoot zou tegen 2050 een markt creëren voor windturbines, zonnepanelen, lithium-ionbatterijen, elektrolysers en brandstofcellen, met een omvang van meer dan 1 biljoen Amerikaanse dollar per jaar. Die omvang is vergelijkbaar met de huidige oliemarkt.
De Nederlandse Bank stelt op haar beurt dat de benodigde investeringen voor de Nederlandse energietransitie voornamelijk door private partijen moeten worden gedaan, maar de overheden met hun klimaatbeleid wel verantwoordelijk zijn voor de randvoorwaarden van de investeringen. Omdat Nederland achterloopt op de gestelde klimaatdoelen, is het volgens de bank een urgente taak voor het nieuwe kabinet om private investeringen van de grond te krijgen door een combinatie van betere beprijzing, ondersteuning en regulering. Dat de uitstoot van CO2 onvoldoende wordt beprijsd, is daarbij volgens De Nederlandsche Bank de belangrijkste belemmering voor private klimaatinvesteringen. Dit maakt de businesscase van klimaatinvesteringen minder aantrekkelijk, waardoor private partijen onvoldoende prikkels hebben om te verduurzamen.
Derdepartijfinanciering
In België is ondertussen de derdepartijfinanciering aan een ware opmars bezig. Bij deze stroomafnameovereenkomst neemt een derde partij de financiering, de installatie en het onderhoud van het zonne-energieproject voor haar rekening.
ENGIE Electrabel – de Belgische energietak van de Franse multinational ENGIE – heeft enkele jaren geleden samen met Orka een speciaal bedrijf opgericht voor derdepartijfinanciering: ENGIE Sun4Business. Aan het einde van het contract – dat is 10 jaar in Wallonië en Brussel en tussen de 15 en 20 jaar in Vlaanderen – wordt de opdrachtgever alsnog eigenaar van de installatie. Inmiddels is op die manier al meer dan 60 megawattpiek aan zonnepanelen uitgerold. Ook Eneco, in België de grootste onder de duurzame-energieleveranciers, richt zich met de divisie Eneco Solar Belgium op derdepartijfinanciering. Het energiebedrijf heeft inmiddels meer dan 100 megawatt (red. uitgedrukt in omvormervermogen) aan gerealiseerde pv-installaties op zijn naam staan.
ESCo-financiering
Een nieuwe financieringsvorm in Nederland is zogenaamde Energy Service Company (ESCo)-financiering. De Brainport Industries Campus in Eindhoven beleefde in 2021 de primeur. De Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) en ENGIE bereikten met de Rabobank overeenstemming over de herfinanciering van de duurzame-energievoorziening op de campus. De Brainport Industries Campus beschikt over 5.500 zonnepanelen en een warmtepompinstallatie waardoor geen gasaansluiting nodig is. De ESCo tekende voor de realisatie, financiering én exploitatie van de duurzame installaties. Door het instappen van de Rabobank verwachten de partijen meer industrieel vastgoed gasvrij te kunnen maken.
Huiswerk gedaan
De Nederlandse banken zijn inmiddels met specialistische afdelingen goed geëquipeerd om zonne-energieprojecten zoals op de Brainport Industries Campus te financieren. Bovendien hebben projectontwikkelaars hun zaakjes beter op orde dan enkele jaren geleden, en hun huiswerk gedaan op het moment dat zij aankloppen bij de banken. Dat komt mede door de aanscherping van de voorwaarden om SDE+(+)-subsidie aan te vragen die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Een bank wil immers 100 procent zeker weten dat haar geld terugkomt. Vooral in het geval van een projectfinanciering, omdat het in dat geval om een nieuwe entiteit gaat met veelal meerdere aandeelhouders, waarbij de rente en aflossing alleen wordt betaald uit de exploitatie van de zonnepanelen en niet uit andere bedrijfsactiviteiten. Bovendien hebben veel van de projectontwikkelaars uit de top 25 in de voorbije jaren een trackrecord opgebouwd.
Ook de banken hebben daarbij hun huiswerk gedaan, want de standaardaktes die al enkele jaren in gebruik zijn, worden met regelmaat bijgewerkt en uitgebreid. Naast de modelakte opstalrecht zonnestroomsystemen op bedrijfsdaken zijn er aktes voor een gebouw op erfpachtgrond – de variant-akte regelt dan dat de benodigde ondererfpacht gevestigd kan worden – en een akte zonnepanelen op bedrijfsdaken in constructies voor operational lease.
Lees hier het volledige artikel in de Solar Magazine Marktgids Zonne-energie 2022.
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.