logo
wvhj2023
© Rudmer Zwerver | Dreamstime.com
© Rudmer Zwerver | Dreamstime.com
19 november 2021

Evaluatie Antea: gemeenten Flevoland willen meer dan 1.000 hectare zonneparken

De Structuurvisie Zon van de provincie Flevoland is tot op heden een succesvol instrument gebleken. Bij gemeenten is er geen behoefte aan een wijziging van het beleid. Dat stelt Antea in een evaluatierapport.

Adviesbureau Antea heeft de eerste tranche van 500 hectare zonneparken die onderdeel is van de Structuurvisie Zon op verzoek van de provincie geëvalueerd.

Nauwelijks maatschappelijke weerstand
De gemeenten benadrukken tegenover het adviesbureau het belang van de continuïteit van het beleid. ‘Bij de provincie heeft men soms behoefte aan aanvulling of verduidelijking op het terrein van de landschappelijke inpassing en de definitie’, aldus Antea in het evaluatierapport. ‘Verder is bij de uitvoering tot nu toe nauwelijks iets gebleken van maatschappelijke weerstand.’

Toch zijn er ook genoeg verbeterpunten, bijvoorbeeld op het gebied van inpassing. ‘Soms stroeve discussies op het gebied van bijvoorbeeld landschappelijke kwaliteit hebben geleid tot meer scherpte en bewustwording’, schrijft Antea. ‘Achteraf moet worden vastgesteld dat de desbetreffende bouwsteen niet voldoende houvast bood. Wanneer je de bouwstenen in de Structuurvisie als middelen beschouwt, dan moet worden gezegd dat sommige bouwstenen achteraf gezien duidelijker hadden gekund en iets meer uitgewerkt.’

Gemeenten willen meer
Ook al hebben meerdere gemeenten intussen lokaal beleid vastgesteld, of is dit in wording, de Structuurvisie Zon blijft volgens de onderzoekers een relevant middel voor de gemeenten om het lokale beleid hiernaar in te richten. ‘Daarnaast blijft de Structuurvisie in haar huidige vorm een belangrijk toetsingsinstrument voor de provincie om vanuit haar rol de verschillende opgaven die er liggen, te wegen. Bovendien is de Structuurvisie Zon noodzakelijk om überhaupt de beleidsruimte te scheppen voor zon op land. Zonder de Structuurvisie Zon kunnen er geen lokale projecten worden gerealiseerd. Meerdere gemeenten pleiten er wel voor om het plafond in hectares los te laten en elk initiatief op zijn eigen kwaliteiten te beoordelen en maatwerk te leveren. Temeer waar, als gezegd, de optelsom van de lokale ambities veel groter is dan het totaal van 1.000 hectare. Daarbij ziet men die lokale ambitie vaak als noodzakelijk om het totale energiedoel te realiseren.’

Urgentie groot
Voor de gemeenten is de urgentie voor een tweede tranche volgens Antea groot. ‘Zonder die tweede tranche kan men niet verder met de initiatieven die er soms al liggen en raken de lokale doelen (nog verder) uit beeld. Feitelijk geeft men, als gezegd, aan dat er (veel) meer nodig is dan 500 hectare.’

Belangrijke lessen
De onderzoekers van Antea trekken in de evaluatie ook enkele belangrijke lessen. Zo was er was volgens hen onvoldoende evenwicht in de afwegingen voor de landschappelijke inpassing van projecten. ‘De provinciale landschapsvisie is dringend gewenst om richting te krijgen. In bredere zin kun je zeggen dat er nog geen eenduidigheid bestaat over wat de goede integrale afweging moet zijn.’ Landelijk gebied moet volgens Antea verder niet vereenzelvigd worden met agrarische grond. ‘Dat vertroebelt de discussie.’

Verder zou er geen eenduidigheid bestaan over de visie op het te behalen energiedoel: ‘De lokale visies en de provinciale visie lopen uiteen en de afzonderlijke onderdelen van de energiemix worden teveel op zichzelf beschouwd. Het kan helpen de opgave zon op land te benaderen vanuit de totale energieopgave en op basis daarvan initiatieven af te wegen. De gemeenten hebben bewezen prima zelf de verdeling van de hectares te kunnen regelen. Maar uit het oogpunt van transparantie is het goed de provincie daarbij aan tafel te nodigen.’

8 aanbevelingen

Antea doet in de evaluatie van de Structuurvisie Zon 8 aanbevelingen aan de provincie Flevoland.

  1. Er is geen aanleiding om de Structuurvisie Zon fundamenteel aan te passen. Formele wijziging zou ook een vrij zware procedure met zich meebrengen. Dat is niet nodig. De bouwstenen vervullen hun rol. Wel is een verduidelijking wenselijk van het kader voor de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteit, zodat in de toekomst vertragende discussies worden vermeden.
  2. Het is belangrijk dat gemeenten en provincie het meer eens worden over de weging van de verschillende aspecten en over de reikwijdte van ieders rol. Stem af waar de rol van de provincie ophoudt en die van de gemeente begint.
  3. Het lijkt logisch de zonneladder, die op rijksniveau is geïntroduceerd en waarover het Rijk met provincie en gemeenten afspraken heeft gemaakt, alsnog te verankeren in de Structuurvisie Zon. Voor de praktijk is dit echter niet noodzakelijk, omdat de facto de zonneladder wordt gevolgd. Bovendien kan het tot verwarring leiden, omdat gemeenten soms eigen zonneladders hebben geïntroduceerd.
  4. Nodig gemeenten uit om met elkaar in gesprek te gaan inzake de (financiële) participatie bij concrete projecten, met als doel meer eenduidigheid tot stand te brengen in beleid. Dit moet ertoe leiden dat initiatiefnemers met een meer gelijk ‘speelveld’ worden geconfronteerd binnen de provincie Flevoland.
  5. Uit het oogpunt van duidelijkheid over de opgave is een begrenzing in hectares prima. Uiteindelijk draait het echter om het behalen van de totale energieopgave. Dat pleit ervoor om zon op land niet op zichzelf te beschouwen maar te plaatsen in de integraliteit van de totale opgave. Met andere woorden, dit kan betekenen dat wanneer de doelstelling op andere onderdelen te hoog gegrepen blijkt, zoals aan de orde is bij zon op dak, flexibel om wordt gegaan met de te realiseren oppervlakte zon op land.
  6. Aanscherping van de regels rond de inzet van agrarische gronden lijkt niet nodig. Gemeenten gaan daar al (zeer) terughoudend mee om en zetten vooral in op andere gronden in het landelijk gebied. Als er agrarische gronden worden ingezet dan zijn die gronden daar soms al minder geschikt voor of gaat het om een eindige bestemming, omdat op termijn ander gebruik wordt voorzien, bijvoorbeeld als bedrijventerrein.
  7. Blijf de netbeheerders(s) aan de voorkant zoveel mogelijk betrekken bij het opstellen van het beleid en trek gezamenlijk op bij de uitvoering ervan.
  8. Laat de verdeling van de eventuele tweede tranche opnieuw aan de gemeenten. Maar betrek zowel provincie als de netbeheerder bij dit gesprek. Dit komt de kwaliteit van de verdeling ten goede, omdat dan vanuit ieders perspectief alle relevante aspecten worden betrokken.

 

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten