Met een digitale capaciteitskaart maken de Nederlandse netbeheerders sinds kort gezamenlijk inzichtelijk waar in Nederland nog ruimte is om wind- of zonne-energie terug te leveren. Wie vanuit de bril van de zonne-energiesector naar de kaart kijkt, zal al snel somber gestemd zijn. Grofweg de helft van Nederland is oranje of rood, wat betekent dat er voor grootverbruikers geen nieuwe transportcapaciteit meer beschikbaar is totdat het stroomnet is uitgebreid. Weiffenbach windt er geen doekjes om: de landkaart zou de komende periode zo maar eens verder rood kunnen kleuren.
De capaciteitskaart is gevuld met data afkomstig van de regionale netbeheerders, waaronder Enexis, Liander en Stedin. Weiffenbach ziet het instrument als een van de eerste vruchten van het transformatieproces dat de netbeheerders ondergaan. Van relatief gesloten organisaties hebben de netwerkbedrijven in de voorbije paar jaar door de opkomst van zonne-energie – maar ook andere duurzame-energiebronnen en elektrisch vervoer – een nieuwe rol gepakt waarbij transparantie en innovatie de standaard zijn geworden. Onderzoeken naar congestie worden publiek gemaakt en er is een langere reeks aan innovatieprojecten opgetuigd, van dynamisch terugleveren tot de inzet van waterstof en het benutten van de reservecapaciteit.
Work in progress
Weiffenbach benadrukt dat de digitale capaciteitskaart – net zoals de hele energietransitie – work in progress is. Zo wordt bekeken hoe de beschikbare capaciteit op de stroomnetten van de landelijke hoogspanningsnetbeheerder TenneT nog in de kaart kan worden geïntegreerd. ‘Tot voor kort was een kaart als deze niet eens nodig. Er was een energiesysteem en als een klant een nieuwe of grotere netaansluiting wilde, werd dat door de netbeheerder geregeld. Nu zijn de netbeheerders echter de volledige infrastructuur aan het verbouwen. Het is iets totaal nieuws en niet zo eenvoudig als het plaatsen van een aanbouw of dakkapel. De elektrificatie neemt zo’n grote vlucht, dat het echt geen leuke golf is om op te surfen. Het heeft meer weg van een tsunami. Netbeheer Nederland en onze leden denken voortdurend na over hoe we er grip op kunnen krijgen. Samenwerking en transparantie zijn de sleutel tot succes.’
Radicale onzekerheid
Dat neemt niet weg – en dat beseft Weiffenbach maar al te goed – dat de zonne-energiesector in zijn maag zit met het gebrek aan transportcapaciteit. ‘En ook onze leden vinden het steeds opnieuw vervelend als ze een klant niet tijdig de gewenste netcapaciteit kunnen leveren. Tegelijkertijd is het goed om te beseffen dat de kleur rood niet blijvend is. Wel zal de sector moeten leren leven met het feit dat gebieden soms rood zijn. Netbeheerders zetten alles op alles om gebieden weer op groen te kunnen zetten. De capaciteitskaart is het eerste middel om radicale onzekerheid te bestrijden. We hebben met radicale onzekerheid te maken, omdat niemand precies weet hoe het energiesysteem van de toekomst eruitziet. Het ziet er totaal anders uit dan het huidige systeem, maar de weg er naartoe is, net als voor de zonne-energiesector, ook voor de netbeheerders een glazen bol. De netbeheerders proberen met onderzoeken en analyses zoals de Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 (II3050) meer inzicht te krijgen, maar het is en blijft een eerste verkenning. De route erheen wordt immers bepaald door politieke en maatschappelijke afwegingen.’
Radicale communicatie
‘De huidige onzekerheid die de energietransitie met zich meebrengt, proberen netbeheerders op een aantal manieren weg te nemen’, vervolgt Weiffenbach. ‘Ten eerste door het bieden van absolute transparantie over waar we staan, zodat ontwikkelaars beter kunnen anticiperen op waar iets wel en waar iets niet kan. Vandaar dat de congestiekaart ook dynamisch is en kortcyclisch geüpdatet wordt. Ten tweede kiezen netbeheerders voor radicale communicatie. De boodschap is dat energieproducenten en gebruikers vanaf de eerste dag dat ze een plan hebben in overleg moeten treden met hun netbeheerder. Dan zal al snel duidelijk worden dat soms iets meer en soms iets minder kan. Ten derde kiezen netbeheerders voor radicale samenwerking. Een voorbeeld daarvan zijn de proeven met dynamische teruglevering, maar ook het convenant met Holland Solar. Door samen met de zonne-energiesector niet in beperkingen maar oplossingen te denken, zien we nu al dat soms veel meer mogelijk is dan we vooraf denken. Door het systeem te optimaliseren en niet op de piek van de stroomproductie te sturen – maar op de mainstream – kan er veel meer stroom doorheen. De benodigde technieken zijn in de afgelopen periode breed verkend en worden nu door de radicale samenwerking op grotere schaal uitgerold.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.