We spraken je begin 2019, je noemde Suriname toen een emerging energy market…
‘In Suriname waren, los van enkele off-grid-systemen, nauwelijks zonnepanelen te vinden. Ongeveer 50 procent van de elektriciteit wordt opgewekt door het Brokopondostuwmeer, de rest door het stoken van diesel. Suriname moet verduurzamen. De zon schijnt hier veel. Er liggen dus zakelijke kansen, vandaar onze start met CleanTech.’
Je eerste opdracht was de ontwikkeling van 5 megawattpiek aan zonne-energie voor Grassalco. Hoe is dat verlopen?
‘Net voordat de uitvoering begon, in december 2019, werd er de stekker uitgetrokken. Grassalco beheert de assets van grote goudbedrijven. Het staatsbedrijf krijgt daarvoor 20 procent van de winst. Maar plotseling was er geen geld meer.’
Hoe kan dat?
‘Suriname zit in een financiële crisis. Dat de elektriciteitsprijs kunstmatig laag werd gehouden, droeg daaraan bij. Een tarief van 3 tot 9 dollarcent per kilowattuur staat in geen verhouding tot de prijs voor de olie waarmee we die produceren. De schulden stapelden zich op. Uiteindelijk moest Suriname voor steun aankloppen bij het IMF. Daarmee waren de problemen niet voorbij. Door de coronacrisis stortten sectoren zoals de olie- en houtindustrie in. Die brengen hier de noodzakelijke valuta binnen; Suriname importeert heel veel goederen.’
Het ging dus slechter en slechter….
‘Persoonlijk red ik me prima, ik heb een aantal bedrijven in Nederland en Suriname. Maar de wereld draait niet om mij. Gelukkig brengt de nieuwe regering verandering.’
Er is nieuwe hoop voor CleanTech?
‘Vanaf halverwege dit jaar gelden nieuwe energietarieven, gebaseerd op de reële kosten van olie. De elektriciteitsprijs stijgt gemiddeld met zo’n 30 procent. Daarmee is er nu een goede businesscase voor zonne-energie – zeker omdat het net de afgelopen jaren geschikt is gemaakt voor terugleveren – ook voor een nog nauwelijks bestaande residentiële markt.’