Regionale Energiestrategie 1.0: Hart van Brabant weigert nieuwe zonneparken in buitengebied tot 2023
Tot aan de vaststelling van de Regionale Energiestrategie (RES) 2.0 weigert de regio Hart van Brabant nieuwe initiatieven voor zonneparken in het buitengebied. Dat schrijft de energieregio in de RES 1.0.
Initiatieven in zogenaamde hubs, op bedrijventerreinen, langs de rijksinfrastructuur (geluidswal, berm en incourante zones), op verweesde gronden, op vuilstortlocaties, op vloeivelden, boven parkeerterreinen en in de landschapseenheid mogen wel nieuwe zonneparken gerealiseerd worden. Daar is het uitgangspunt ‘ja-mits’ indien lokaal gewenst en passend binnen de lokale beleidskaders.
REKS 2.0 in 2023
Alle 30 energieregio’s dienen voor 1 juli 2021 hun huidige concept-RES om te zetten naar de RES 1.0. De regio Hart van Brabant is nu de vierde regio die zijn RES 1.0 klaar heeft. Daarbij is ervoor gekozen de klimaatadaptatie te koppelen aan de energietransitie, zodat men in Hart van Brabant spreekt over een Regionale Energie- en Klimaatstrategie (REKS).
Daarbij heeft Hart van Brabant dus besloten bij het opstellen van het REKS-bod 2.0 pas te bepalen in hoeverre nieuwe zonnevelden in het buitengebied gewenst zijn. Het REKS-bod 2.0 zal in 2023 worden vastgesteld. Lopende initiatieven voor zonneparken in het buitengebied kunnen overigens wel doorgang vinden. Het gaat om 26 hectare in Hilvarenbeek, 20 hectare in Goirle, 29 hectare in Heusden, 15 hectare in Waalwijk en 25 hectare in Dongen.
Al gerealiseerd |
Terawattuur |
Miljoen kilowattuur |
Wind |
0,059 |
59 |
Zon op daken |
0,075 |
75 |
Totaal gerealiseerd |
0,134 |
134 |
Kansrijke initiatieven wind op land |
0,060 |
60 |
Kansrijke initiatieven zon op land |
0,081 |
81,2 |
Totaal initiatieven |
0,141 |
140 |
Zon op bedrijfsdak en postcoderoos |
0,275 |
275 |
Totale opwek in beeld |
0,550 |
549 |
Nog op te wekken |
0,451 |
451 |
270 hectare extra zonnedaken
Net als in de concept-versie stelt de regio zich ook in de 1.0-versie ten doel om in 2030 270 hectare extra zonnedaken te realiseren in de vorm van bedrijfsdaken bedekt met zonnepanelen. Dit staat gelijk aan ongeveer 25 procent van het totale dakoppervlak.
Er zijn volgens de regio verschillende redenen om zoveel mogelijk in te zetten op zon-op-dak en windenergie en niet op zonnevelden. Zo heeft de provincie in een brief aan alle gemeenten aangegeven vooral in te willen zetten op zon-op-dak en niet op zonnevelden in de buitenruimte. Ten slotte stelt de regio de beperkingen te kennen van het stroomnet: zonnevelden zouden netwerkcapaciteit innemen en kunnen daarmee onder andere zon-op-dak-initiatieven belemmeren.
Wegingskader zonnevelden
Dat neemt volgens de energieregio niet weg dat zonnevelden wel belangrijk zijn om extra elektriciteit op te wekken, omdat ook andere sectoren als mobiliteit en de warmtetransitie extra duurzame elektriciteit vragen. De regionale strategie voor zonnevelden probeert inzichtelijk te maken waar zonnevelden wel en waar niet zouden kunnen.
Hiertoe is een wegingskader zonnevelden opgesteld met de volgende 4 uitgangspunten:
- Altijd mogelijk: zon-op-dak en langs rijksinfrastructuur (langs geluidswal, berm van de rijksweg en incourante zones, gelieerd aan de weg) en in de Hubs met wind- en zonne-energie of alleen zonne-energie
- Ja mits: grondgebonden zonnepanelen in hoogdynamische gebieden mits goed ingepast en bijdragend aan klimaatdoelstellingen, biodiversiteit en gebiedsopgaven.
- Néé, tenzij: grondgebonden zonnepanelen in laagdynamische gebieden in het buitengebied mogen niet, tenzij goed ingepast en deze substantieel bijdragen aan klimaatdoelstellingen, biodiversiteit en gebiedsopgaven.
- Nooit: géén grondgebonden zonnepanelen in het Natuurnetwerk Brabant, verbrede beekdalen, noodzakelijk voor klimaatdoelstellingen en biodiversiteit, en cultuurhistorische ensembles.
Deel dit bericht