Beide geven lagere overheden impulsen voor de transitie naar een hernieuwbaar warmtesysteem. Dat zal ongetwijfeld leiden tot de versnelde uitrol van warmtenetten. ‘Niets is logischer dan die deels voeden met zonnewarmte’, aldus Peter Eijbergen, hoofd grootschalige zonthermische projecten bij Viessmann. ‘Het is een zekere, goed voorspelbare en goedkope bron. Kijk je naar de verhouding tussen opbrengst en ruimtegebruik, dan wint zonnewarmte het bovendien ruimschoots van zonnestroom.’
Grote toekomst
Als er één Europees land is waar zonnewarmtesystemen gemeengoed zijn, dan is het Denemarken. Tot 2 jaar geleden kende het land geen subsidie voor de productie van hernieuwbare energie. De belasting op fossiel gasverbruik is er echter hoog, momenteel zo’n 60 euro per megawattuur. Het grootschalig opwekken van warmte met behulp van zonnecollectoren is daarmee een aantrekkelijk alternatief, zeker omdat inmiddels vrijwel 70 procent van de woningen is aangesloten op een warmtenet.
‘Daarmee is er al lange tijd een ideale voedingsbodem voor de ontwikkeling en realisatie van zonnewarmtetechnologie’, vertelt Eijbergen. ‘Ik werkte er voor de grote speler wereldwijd: Arcon-Sunmark. Daar heb ik 5 jaar projecten binnen en buiten Denemarken uitgevoerd, totdat het moederbedrijf besloot dat het geen corebusiness meer was. Toen heb ik met 5 collega’s de overstap gemaakt naar het Duitse Viessmann, dat een breed scala aan duurzame warmteoplossingen biedt. De meest waardevolle asset die we meenamen, zat en zit in ons hoofd: de kennis over de technologie en pijplijn aan projecten, en onze praktische ervaring. Met dat internationale team werken we nu aan projecten in heel Europa. Dat doen we in de volle overtuiging dat zonnewarmte een grote toekomst heeft, ook in Nederland.’
De juni 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, het potentieel van de directe lijn, balkonzonnepanelen en het verhogen van het zelfverbruik.