Dat stelt het Internationaal Agentschap voor hernieuwbare energie IRENA dat leiding geeft aan het Collaborative Framework on Ocean Energy/Offshore Renewables.

40 landen
Vertegenwoordigers uit 40 landen hebben samenwerkingsgebieden geïdentificeerd om zo tot concrete maatregelen te komen die de voortgang versnellen en een snelle invoering van offshore-hernieuwbare-energiebronnen garanderen. Daarbij is niet alleen gekeken naar windmolens en zonnepanelen op zee, maar ook naar golf- en getijdenenergie en thermische energie uit de oceaan.

Volgens de projecties van het International Renewable Energy Agency (IRENA) zal de wereldwijde geïnstalleerde capaciteit voor offshorewind- en oceaanenergie tegen 2030 respectievelijk 228 gigawatt en 10 gigawatt bedragen. Over de capaciteit van zonnepanelen op zee zijn geen voorspellingen gedaan.

4 keer de wereldwijde vraag
Francesco La Camera, directeur-generaal van IRENA, over de kansen die hij ziet: ‘Offshore-hernieuwbare-energiebronnen hebben het potentieel om meer dan 4 keer aan de wereldwijde energievraag van vandaag te voldoen, een blauwe economie te bevorderen en sociaal-economische voordelen te bieden aan enkele van de meest kwetsbare gebieden voor klimaatverandering, zoals kleine eilandgebieden en kustgebieden.’

Rémi Gruet, chief executive officer van Ocean Energy Europe, stelt dat oceaanenergie een gamechanger zal worden en schat dat de sector tegen 2050 wereldwijd meer dan 1,2 miljoen banen kan opleveren. ‘De voorspelbaarheid van oceaanenergie vult de variabele hernieuwbare-energiebronnen aan. Het is essentieel om golf- en getijdenenergietechnologieën toe te voegen aan energiesystemen die zullen worden gedomineerd door zonnepanelen en windmolens.’