Dat schrijft Holland Solar in haar position paper over zonnewarmte. In de paper beschrijft de brancheorganisatie concrete beleidskeuzen voor gemeenten, provincies en het kabinet om zonnewarmte optimaal te benutten als oplossing voor het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving. De komende periode gaat Holland Solar in samenwerking met haar leden aan de slag om deze beleidskeuzen realiteit te laten worden en zo invulling te geven aan de doelen van het Klimaatakkoord.
Nog 70 keer meer potentieel
In de aanzet voor een Routekaart Zonnewarmte stelde TNO onlangs dat zonnewarmte in 2050 ruim 10 procent van de totale Nederlandse warmtevraag levert. In 2019 beleefde de zonnewarmtesector een recordgroei, maar dat is als het aan Holland Solar ligt pas het begin.
‘Deze groei laat zien dat de interesse voor zonnewarmte groot is en dat met passende stimulering er nog veel verwacht mag worden van zonnewarmte: er is nog 70 keer meer potentieel dan waar we nu gebruik van maken.’
Beleidskeuzen
In de position paper heeft Holland Solar 6 beleidskeuzen geformuleerd die de uitrol van zonnewarmte stimuleren. De keuze voor een werkend subsidiesysteem gericht op de warmtetransitie is daarbij de belangrijkste. Hierbij is volgens de brancheorganisatie zowel een wijziging gewenst binnen de ISDE als de Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie (SDE++).
ISDE: schot voor isolatie
De jaarlijkse pot voor de ISDE voor kleinschalige duurzame warmte – in 2021 beschikbaar voor zonneboilers en warmtepompen – moet volgens Holland Solar minimaal verdubbeld worden en behouden blijven voor specifiek de duurzame opwekking van warmte. Richting 2030 kan het percentage op systemen afgebouwd worden.
Verder pleit men voor een schot voor isolatiemaatregelen in de ISDE – isolatie komt vanaf 2021 in aanmerking voor ISDE-subsidie – zo wordt zowel de opwek van duurzame warmte als energiebesparing gestimuleerd. Ook wil men dat de mogelijkheden verkend worden om in de subsidieberekeningsmethode het lokaal opslaan van warmte ten opzichte van het belasten van het elektriciteitsnet beter te waarderen.
SDE++: bereken CO2-winst over 25 jaar
Binnen de subsidieregeling SDE++ stelt Holland Solar een aantal wijzigingen ten aanzien van zonthermie voor. Zo verdienen toepassingen waar zonnewarmte zonder opslagvat direct warmte levert – zoals het regenereren van bodemwarmtebronnen, het direct leveren aan een warmtepomp of aan zwembadwater – een betere ondersteuning in de SDE++. Omdat deze toepassingen een hoog potentieel hebben bij onder andere woonwijken, kantoren en recreatie verdient dit type projecten volgens Holland Solar een eigen basisbedrag.
Ook de ranking ten opzichte van andere technieken zou voor zonnewarmte verbeterd moeten worden. Holland Solar hierover: ‘Immers, de CO2-prestatie van een zonnewarmtesysteem wordt bepaald tegenover de gasreductie gedurende bedrijfstijd van 15 jaar, terwijl deze systemen (zonder extra subsidie) 25 jaren of meer blijven draaien. De kosteneffectiviteit van zonnewarmte is dus in werkelijkheid veel hoger en de techniek verdient dus een betere plek vooraan in de rij bij de toekenning van deze subsidie. De CO2-winst van een zonnewarmtesysteem in de SDE++ zou dus over 25 jaar berekend moeten worden.’
Tot slot wil Holland Solar een soort bonus voor zonnewarmte, omdat de techniek geen gebruik maakt van publieke energie-infrastructuur. ‘Voor bijna alle andere energievormen moet de samenleving jaarlijks miljarden investeren in leidingen voor gas of voor kabels voor elektriciteit. Deze kosten, die door de belastingbetaler gedragen worden, hoeven voor zonnewarmte niet gemaakt te worden. Zonnewarmte verdient daarom een bonus in de SDE++-waardering omdat dit tot lagere algemene kosten leidt.’
Regionale Structuur Warmte en Transitievisie WarmteDe Regionale Structuur Warmte en de Transitievisie Warmte. Het zijn voor zonnewarmte 2 dossiers die een mogelijke gamechanger en voedingsbodem kunnen zijn voor een explosieve marktgroei. Waar de Regionale Energiestrategie (RES) bij steeds meer mensen bekendheid geniet, is de Regionale Structuur Warmte (RSW) vele malen minder bekend. De RES – die door 30 Nederlandse regio’s gemaakt wordt – is de manier om afspraken te maken over de realisatie van nieuwe windparken en zonnevelden. Dat de RES ook over warmte gaat, is nog niet voor iedereen duidelijk. Elke van de 30 Nederlandse regio’s die een Regionale Energie Strategie (RES) maakt, levert als onderdeel van deze RES namelijk een Regionale Structuur Warmte (RSW) op. Provincies, gemeenten en waterschappen stellen deze RWS gezamenlijk op en betrekken daar belangrijke stakeholders bij, zoals de warmtebedrijven en netbeheerders. En dan is er nog de Transitievisie Warmte (TVW). In de Transitievisie Warmte presenteren individuele gemeenten welke wijken ze wanneer van het gas af denken te halen. Daarvoor gaan zij samen met bewoners en andere betrokkenen kijken hoe warmte op een duurzame manier geleverd kan worden. Daarmee staat in de TVW ook wat de meest waarschijnlijke nieuwe duurzame bron wordt. En de planning? Op 1 juni 2020 moeten alle 30 RES-regio’s hun concept-RES ingediend hebben. Op 1 maart 2021 moet vervolgens de RES 1.0 klaar zijn, die hierna iedere 2 jaar van een update wordt voorzien. Eind 2021 moeten alle 355 Nederlandse gemeenten hun Transitievisie Warmte klaar hebben. Deze visie wordt iedere 5 jaar geüpdatet. |
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.